Naar de content

Water overwinnen

Tekeningen verkennen uitweg uit klimaatcrisis

De Studio van NEMO

Nederlanders voelen zich veilig achter hun hoge dijken. Op tekeningen gemaakt door bezoekers van ‘Energy Junkies’ zijn daarentegen wel overstromingen als gevolg van zeespiegelstijging te zien. Hoe verhouden wij ons tot het water? “Vechten tegen het water zit in het Nederlandse DNA.”

New York is veranderd in een soort Venetië. Er zijn niet langer avenues en streets, maar kanalen. In de sciencefictionroman New York 2140 van auteur Kim Stanley Robinson is de zeespiegel in de metropool met een extreme 15 meter gestegen. “In dat boek komt Amsterdam op een gegeven moment langsdrijven; onze hoofdstad is in zijn geheel als drijvende stad verdergegaan en beweegt nu, gestuurd en al, over de wereldzeeën”, vertelt Arno Nolte, onderzoeker bij kennisinstituut Deltares. De tekeningen die bezoekers van ‘Energy Junkies’ maakten, deden hem aan deze scene denken. Zo is er inderdaad een tekening waarop een grachtenpand met trapgevel op een boot voorbij dobbert. Op een andere tekening is Amsterdam volledig onder de zeespiegel komen te liggen.

Bekijk een kleine greep uit de toekomsttekeningen via onderstaande slideshow:

Sommige tekeningen weerspiegelen de angst voor overstroming, maar er zijn ook toekomstbeelden waarop dijken de zee tegenhouden. Dijken als ‘grote oplossing om Nederland droog te houden’, schrijft iemand erbij. Als bewoners van een land dat gedeeltelijk onder zeeniveau ligt, hebben wij altijd een bijzondere verhouding tot het water gehad. Nolte: “We zijn in Nederland al duizend jaar bezig om met het water om te gaan. Vechten tegen het water zit in ons DNA.”

Collectieve geheugen

De watersnoodramp van 1953, waarbij grote delen van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland onder water liepen, is meer dan zeventig jaar geleden. De meeste mensen die nu leven, hebben nooit te maken gehad met overstromingen. “Weinig mensen zijn er actief mee bezig. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat adviseert burgers een noodpakket klaar te hebben liggen in geval van een ramp, zoals een dijkdoorbraak, maar niet veel mensen doen dat. We voelen ons veilig, wat in zekere zin ook terecht is: de dijken zijn op orde en worden goed bijgehouden.”

Overstroming van de Geul in Valkenburg, juli 2021.

Romaine/Wikimedia Commons CC0 1.0

Vroeger waren kleine overstromingen in ons land normaler, wat niet wil zeggen dat we toen niet probeerden het water buiten de deur te houden. Maar we leefden volgens Nolte veel meer met het risico. Het zat meer in ons bewustzijn dat een overstroming echt kan gebeuren. Hoe is dat nu? “Ik kan het niet wetenschappelijk bewijzen, maar mijn onderbuikgevoel zegt dat de angst voor water nog altijd wel leeft. De watersnoodramp zit nog in het collectieve geheugen.” Daarbovenop komt wat er twee jaar geleden gebeurde in het Limburgse Valkenburg, toen nota bene het heuvelland overstroomde, niet door de zee, maar door hevige regenval. Een wake-upcall. “Waterschappen en gemeenten door heel het land sloegen aan het rekenen: wat als deze waterbom bij ons was gevallen?”

Actie volgt vaak pas nadat er iets ergs gebeurt. Ondanks waarschuwingen voor overstromingsgevaar kwam de bouw van de Deltawerken pas op gang ná de watersnoodramp, terwijl de plannen al langer op tafel lagen. In 1995 moesten tweehonderdduizend mensen en hun dieren uit het Gelderse Rivierenland evacueren vanwege dreigende overstromingen. Na de bijna-ramp kwam er actie. De toen genomen maatregelen zou je een revolutie in onze omgang met water kunnen noemen. In plaats van alleen de dijken op te hogen om het water te beheersen, kwam er een beleidsprogramma om de uiterwaarden te verruimen, om de rivier letterlijk meer ruimte te geven.

De strijd

Water is als vanouds iets wat beheerst moet worden. Politici en beleidsbepalers doen het liefst aan ‘watermanagement’, schrijft filosoof René Bos in zijn boek Water over hoe onze verhouding tot water zich weerspiegelt in ons denken en taalgebruik. De woorden die wij gebruiken, zijn altijd heel specifiek. We hebben het bijvoorbeeld over de ‘strijd’ met het water. Nolte kent de voorbeelden ook. “We hebben land ‘gewonnen’ en de zee ‘overwonnen’ toen we inlandse wateren inpolderden.”

Dat ‘overwinnen’ van het water kwam wel met een prijs. Het gewonnen land, grote delen van West-Nederland als de Zuidplaspolder, liggen soms tot wel 6 meter onder de zeespiegel. “We hebben onszelf naar beneden gepompt met gemalen. Het veen is ingeklonken; het waterpeil moest daardoor mee omlaag. Het is deels door die bodemdaling dat we nu onder de zeespiegel leven.”

Toekomstscenario’s

De zeespiegel stijgt door klimaatverandering. Hoe hou je een deltagebied als Nederland veilig en bewoonbaar? Deltares schetste vier toekomstscenario’s: meebewegen met het water, zeewaarts gaan en een tweede kustlijn aanleggen, ‘open’ beschermen door de zee binnen te laten en de dijken te verhogen, en ‘gesloten’ beschermen door de kustlijn af te dammen en rivierwater naar buiten te pompen.

“Wat de beste keus is, hangt af van sociale, politieke en maatschappelijke afwegingen. We kunnen bijvoorbeeld hoge dijken en dammen bouwen, maar dan leven we wel achter groene of grijze muren. Is dat de kant die we op willen? De beste keus hangt ook af van de mate van zeespiegelstijging, die nog onzeker is. Gaat het om 1 of 2 meter? Nog meer? Of liefst minder als het ons lukt om het Akkoord van Parijs te halen. Gelukkig hoeven we niet nu al te kiezen. De komende vijftien jaar kunnen we met meerdere toekomstscenario’s rekening houden, als we er maar voor zorgen dat de plannen klaarliggen en anticiperen op onze langdurige toekomst met de zee en het water.”