Het aardoppervlak is een grote vlammenzee, bossen branden af en dieren gaan dood. Wanhoop en pessimisme stralen af van sommige tekeningen over de toekomst, gemaakt door bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’. Terecht? “Het ongunstigste scenario is door klimaatbeleid al onwaarschijnlijk geworden.”
Bosbranden, een dode orka die op zijn rug in de zee drijft, een vrouw met een smeltende aardbol in de handen, een aarde waar de roodgele vlammen vanaf slaan. Het is niet echt een gezellige boel op de tekeningen die sommige bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ maakten. De ene na de andere tragische gebeurtenis trekt voorbij; het pessimisme spat ervanaf. De tekenaars zien het kennelijk niet goed komen met de toekomst van de planeet en zijn bewoners.
Bekijk een kleine greep uit de toekomsttekeningen via onderstaande slideshow:
Op televisie en in kranten waren afgelopen zomer veelvuldig beelden te zien van allesvernietigende bosbranden. Vuur staat bovendien symbool voor hitte en opwarming, wat we als groot risico zien voor de leefbaarheid op aarde. Is de vrees dat grote delen van de aarde onleefbaar worden door de opwarming realistisch? “We weten dat klimaatverandering al plaatsvindt en steeds schade zal opleveren, zeker ook voor mensen”, zegt klimaatwetenschapper Detlef van Vuuren. Hij ontwikkelt aan de Universiteit Utrecht en voor het Planbureau voor de Leefomgeving modellen om verschillende scenario’s van klimaatverandering te verkennen. “Het was niet onmogelijk geweest om een menselijke beschaving te bouwen op een warmere planeet. Het probleem van opwarming is echter dat alles op de verkeerde plek staat. We hebben bijvoorbeeld steden neergezet op zeespiegelniveau. Hierdoor krijgen we te maken met enorme consequenties, die je absoluut moet vermijden.”
Worstcasescenario
‘The human race is probably hopeless’, schreef iemand op een tekening. Begrijpelijk waar dat sentiment vandaan komt. Ondanks pogingen om het gebruik van fossiele brandstoffen aan banden te leggen, neemt de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen nog steeds niet af. Gaat die daling nog op tijd inzetten? “Wat we zien, is dat de stijging in emissies is afgevlakt. Er is iets aan verbetering gaande”, aldus Van Vuuren, die ook meewerkte aan de klimaatscenario’s van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties.
Die kanteling is echter bij lange na niet genoeg om de opwarming van de aarde onder de anderhalve graad of zelfs de twee graden te houden. Als we het huidige beleid doorvoeren, dan zitten we aan het eind van deze eeuw met drie graden opwarming, wat een forse impact gaat hebben. “We verwachten meer extreem weer, wat voor veel mensen last gaat opleveren. Hier in Nederland krijgen we te maken met zeespiegelstijging; in landen als India en Australië kan het door toenemende hitte bijna onmogelijk worden om nog buiten te werken.”
Veel onderzoekers die zich met de impact van klimaatverandering bezighouden, kijken naar het worstcasescenario. “Er is een scenario met de naam RCP8,5, uitgaande van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer. Met dit toekomstbeeld komen we uit op vier graden opwarming aan het eind van de eeuw. Hoewel RCP8,5 inmiddels onwaarschijnlijk is geworden dankzij klimaatbeleid, is het niet onmogelijk.” Veel modelleurs werken nog met dit scenario, omdat ze nog steeds een beeld willen schetsen van de risico’s. Van Vuuren is hoopvol dat we de ergste scenario’s hebben weten te af te wenden. “Maar verdere klimaatverandering moeten we absoluut zo veel mogelijk voorkomen – laat daar geen misverstand over bestaan.”
Toch nog hoop
De klimaatwetenschapper is dus iets minder pessimistisch dan de tekenaars. “Bij een stijging van drie graden krijgen we in Nederland een klimaat dat op dat van Zuid-Frankrijk lijkt. We vinden 35 graden in de zomer erg vervelend, maar in Frankrijk komt het vaker voor. Het probleem is echter zeespiegelstijging, droogte en weersextremen.” Wat betreft die zeespiegelstijging: als het bij één meter blijft, dan kunnen we dijken verhogen. Bij slecht klimaatbeleid zal die stijging anderhalve meter of meer worden en dan wordt het moeilijker, volgens Van Vuuren. “Je moet het snel genoeg doen en er vertrouwen in hebben dat we die klus lang blijven volhouden. Stel dat we in 2050 voorspellingen hebben voor drie meter zeespiegelstijging over honderd jaar. Ga je dan nog besluiten de dijken te verhogen?” Naar het oosten verhuizen is dan wellicht een betere optie. “Maar het is natuurlijk veel beter dat te voorkomen en dat kan nog met scherp klimaatbeleid.”
Op de tekening van de vrouw die een smeltende aardbol omhelst staat: ‘Is there any hope left?’ Ja, er is heus hoop, als het aan Van Vuuren ligt. Mocht de opwarming boven de anderhalve graad uitkomen, dan is het niet plots gedaan met de leefbaarheid op aarde. “Het is ook belangrijk om alternatieve scenario’s te schetsen, waardoor de positieve kanten in beeld komen. Mensen hebben de neiging alleen het negatieve te zien van klimaatbeleid, maar de wereld kan in de toekomst ook superaantrekkelijk worden. Door de elektrische auto’s zal er minder herrie zijn op straat en de luchtverontreiniging afnemen. Hetzelfde geldt ook voor veel andere maatregelen. De transitie is echt mogelijk.”