Vliegende auto’s: ze blijven terugkomen in de toekomstdromen van bezoekers van ‘Energy Junkies’. Autorijden doet het milieu en klimaat geen goed. Waarom zien veel mensen in een vliegend exemplaar dan een oplossing? “Qua mobiliteit zijn mensen een beetje ouderwets.”
Natuurlijk konden ze niet ontbreken: de vliegende personenauto schittert op menig tekening over de toekomst, gemaakt door bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’. Waar de ene auto eruitziet als een veredelde vogel, met vleugels aan de portieren, zijn andere voertuigen gestroomlijnder met een ufo-achtig ontwerp. Er is zelfs een vliegende auto waarvan de vlammen uit de uitlaat slaan, beslist voortgestuwd door een verbrandingsmotor.
Bekijk een kleine greep uit de toekomsttekeningen via onderstaande slideshow:
Wat is dat toch? Als je mensen vraagt naar hun idee van de toekomst, dan lijken vliegende auto’s nooit ver weg. Vliegen is al heel lang een soort technologische droom, volgens geschiedkundige en politicoloog Frank Schipper, die in samenwerking met Stichting Historie der Techniek onderzoek doet naar mobiliteit. “Leonardo da Vinci tekende al helikoperachtige dingen. Mensen droomden er in het verleden al van zich vliegend te verplaatsen, op een magisch tapijt of in een vliegpak.” Maar helaas, zelfs als ze allemaal elektrisch zouden worden, ziet Schipper op korte termijn geen rol voor vliegende auto‘s op de weg naar een koolstofneutrale samenleving.
Individueel autobezit
Ook al is de vliegende auto voor velen hét toonbeeld van futuristische technologieën, op zichzelf is het geen radicaal nieuwe uitvinding. Het idee borduurt natuurlijk voort op de gewone auto, die als het ware weer evolueerde uit de ouderwetse paardenkoets. Ideeën over de toekomst baseren we vaak op wat we al kennen. Zo ook met mobiliteit. De tekenaars gaan bijvoorbeeld ook in de toekomst uit van individueel autobezit. “We weten uit historisch onderzoek dat ideeën over de toekomst een buitengewoon grote stempel kunnen drukken op waar innovatiegeld naartoe gaat, en dus op welke technologieën ontwikkeld worden”, zegt Schipper. “Als je jouw toekomstbeeld in het openbare debat weet te verankeren, dan is de kans dat het lukt een stuk groter.”
Volgens Schipper worden nieuwe ideeën rond mobiliteit mede ingegeven door wat de elite aan vervoermiddelen tot haar beschikking heeft. “In São Paulo in Brazilië, waar het verkeer dagelijks muurvast staat, kunnen vermogende mensen een helikopterdienst bellen om hen op te pikken uit de file.” Vliegend over de files heen dus!
Minder mobiel
Ondertussen is mobiliteit een van de weinige sectoren waar de uitstoot van broeikasgassen nog steeds sterk groeit. “De bezettingsgraad van auto’s is laag. Je bent lege ruimte aan het verplaatsen tegen heel hoge energiekosten, ook als ze elektrisch zijn. Ieder toekomstbeeld dat die manier van vervoer kopieert, zit volgens mij op het verkeerde spoor.”
Eigenlijk zou iedereen in Nederland in het kader van de klimaatcrisis wat minder mobiel moeten worden, vinden wetenschappers als Schipper. “De energiekosten waartegen we ons verplaatsen, zijn per hoofd van de bevolking erg hoog. Historisch gezien zijn mensen steeds meer kilometers gaan maken voor woon-werkverkeer. De tijd die we spenderen aan mobiliteit, is hetzelfde gebleven, maar doordat we ons in dezelfde tijd door middel van technologie verder kunnen verplaatsen, zijn de energiekosten de pan uit gerezen.”
Gewoontes veranderen is moeilijk. Wat veertig jaar geleden is bedacht aan infrastructuur en gebruik van brandstof, bepaalt grotendeels hoe wij ons vandaag verplaatsen. “In die zin leven we voortdurend in toekomstbeelden van het verleden. Omgekeerd gaat wat we nú doen impact hebben op de komende veertig jaar. In Nederland en andere gemotoriseerde samenlevingen neemt het autobezit nog steeds toe, al is er wel een lichte daling in het aantal gemaakte kilometers.” Dat klinkt weinig revolutionair. “Qua mobiliteit zijn mensen misschien gewoon een tikje ouderwets.”
Oude technologie afstoffen
Onze toekomst wordt, mede door belangen van bijvoorbeeld de auto-industrie, hightech ingezet, maar de overgang naar koolstofneutrale mobiliteit is wellicht niet alleen van technologische aard. Waarom niet oude technologieën afstoffen, zoals de Britse socioloog Elizabeth Shove voorstelt? Zeker in een land als Nederland, zonder megasteden, kun je de fiets prima inzetten om van A naar B te komen. “De fiets is een fantastische uitvinding, een techniek die zijn nut nog steeds bewijst. Soms is het innovatief om terug te keren naar technologieën die bewezen weinig koolstof uitstoten en die het in het verleden heel goed deden.”
De technologie van de fiets an sich is niets nieuws. In feite is de door spierkracht aangedreven tweewieler zelfs lowtech. De innovatie zit in andere dingen, het businessmodel met name. “Deelfietssystemen, zoals de swapfiets, groeien tegen de klippen op. Dingen als repareerbaarheid en onderhoud worden bovendien steeds belangrijker voor een circulaire economie; deelfietsen passen in die grotere trend. Een echte revolutie in de mobiliteit, zou zijn als we de rit tussen bijvoorbeeld Delft en Rotterdam gaan interpreteren als een fietsbare afstand. Fietsen inbedden in onze routine, waar dat nu autorijden is.”