Naar de content

Als vegetariër tussen de vleeseters

Een zwart-wit tekening van een groep mensen in de lucht.
Een zwart-wit tekening van een groep mensen in de lucht.
MikesArtChi

Klimaatvriendelijker leven? Makkelijker gezegd dan gedaan. Afstand doen van een bestaande leefstijl roept allerlei gevoelens op, ervaart redacteur Mariska van Sprundel. Deze week: als vegetariër tussen de vleeseters.

“Eet jij helemaal geen vlees?” Het was de derde dag van een midweekje hardlopen in Duitsland. Met een groep van zo’n tien man liepen we via onverharde paden door het heuvelachtige Teutoburgerwoud. We overnachtten in stadjes op de route. Tientallen kilometers per dag hardlopen maakt hongerig. “Nee, ik ben vegetariër”, antwoordde ik. Licht ongelovig keek de medeloper me aan. De borden op tafel van het restaurant lagen, alweer, vol lappen schnitzel en hier en daar een bratwurst. Mijn eigen bord pasta met een overdosis frischkäse en verdwaalde stukjes groente zag er wat onooglijk uit (al was de smaak beter dan verwacht).

Meestal heb ik geen sterk oordeel over wat anderen eten. Bestel vooral die mixed grill, voor mij hoef je het niet te laten. Maar kom op hé… Elke avond op rij zo’n gigantische homp vlees? Is dat nou echt nodig? Naarmate de dagen vorderden begon het me te frustreren.

Naast frustratie voelde ik ook iets anders, de vrees om raar gevonden te worden. Mijn treurige bord pasta was een buitenstaander tussen de krokante goudgele varkenslappen. Ik was opgelucht dat mijn reisgenoten niet vroegen naar de reden van mijn vleesloosheid. Dan had ik moeten antwoorden: uit ethische overwegingen. Je weet wel, dierenleed en de planeet enzo. Riskant. Ik wilde goed in de groep liggen en vooral niet de moraalridder uithangen.

Waar ik bang voor ben, is het heilig boontje-effect, zoals onderzoeker consumentengedrag Marleen Onwezen van de Wageningen Universiteit uitlegt als ik haar opbel. “Op het moment dat jij een andere keuze maakt dan de rest, kan daar een negatieve werking van uitgaan”, zegt ze. “Veel vleeseters geven ook om dieren, maar houden gewoon van barbecueën. Ze kiezen ervoor de andere kant op te kijken. Op het moment dat zij iemand tegenkomen die uit ethische overweging geen vlees eet, is dat een verpersoonlijking van hoe zij het óók kunnen doen.”

Dat conflict, daar houden mensen niet van. En ja, het kan in theorie gebeuren dat een schnitzelgrootverbruiker de principiële vegetariër minder aardig gaat vinden om dat conflict kwijt te raken.

Kan ik beter mijn mond dicht houden, behalve om stilletjes die lauwwarme pasta weg te kauwen? Niet perse, antwoordt Onwezen. “Het erover hebben kan uitmaken. Recent onderzoek laat zien dat de minderheidgroep, in jouw situatie de niet-vleeseter, in staat is transities te versnellen door zich uit te spreken. Een gesprek kan een zaadje planten bij een ander persoon, waardoor hij uiteindelijk dingen gaat veranderen.” Zo wordt de minderheid uiteindelijk de meerderheid. Maar laat de belerende toon thuis, adviseert ze. Dat werkt waarschijnlijk averechts, zowel op het gedrag van mijn gesprekspartners als op mijn eigen populariteit.

ReactiesReageer