Je leest:

William Shockley, de onruststoker

William Shockley, de onruststoker

Auteur: | 20 juni 2013

Een geinponem, geniale uitvinder, provocateur en een racist. Weinig uitvinders van de twintigste eeuw zijn zo controversieel als de Amerikaanse natuurkundige William Shockley. Mede dankzij zijn werk ontstond de transistor, waarmee de basis werd gelegd voor de huidige computers. Meer dan genoeg stof dus voor een ‘fictief interview’ met het enfant terrible. “Ik ben mijn hele leven gek geweest op provoceren.”

Zonder de transistor zou de huidige wereld er volstrekt anders uitzien. Dus geen computers, mobiele telefoons of het internet. Eigenlijk is onze wereld zonder deze apparaten amper nog voor te stellen. William Shockley was een van de uitvinders van de transistor, de bouwsteen van de computer.

De innovatie bracht Shockley grote roem. Hij ontving in 1956 de Nobelprijs voor de Natuurkunde. Tegelijkertijd kwam hij ook onder vuur te liggen. Onder meer vanwege zijn grote nadruk op rasverbetering. En was zijn bijdrage aan de transistor wel zo groot als hij zelf aangaf?

‘Zonder de uitvinding van de transistor, was de pc er nooit geweest’, zei Bill Gates van Microsoft ooit over uw uitvinding. Een terechte opmerking of is het teveel eer?

Korte bio:

1910: geboren te Londen 1913: verhuizing Amerika 1932: studeert af aan CalTech 1933: trouwt Jean Alberta Bailey 1936: promotie MIT 1936: Gaat werken bij Bell Telephone Laboratories 1947: presenteert transistor met John Bardeen en Walter Brattain 1955: trouwt Emmy Lanning 1956: Nobelprijs voor de Natuurkunde 1963: hoogleraar Stanford 1989: overleden

“Dat heeft Bill heel goed gezien. Mijn eh… onze uitvinding van een werkende transistor legde de basis voor de microprocessor, waarop heel veel transistortjes zitten. Daardoor bestaan veel van die prachtige apparaten die jullie blijkbaar nu dagelijks gebruiken, zoals computers, smartphones en tablets. Zo’n uitvinding vindt niet zomaar plaats. Het was een proces van vallen en opstaan. Ik heb vele uitvindingen gedaan. Er staan tientallen patenten op mijn naam, waardoor ik deel uit maak van de eredivisie van uitvinders.”

“Maar ik weet zeker dat al die uitvindingen er niet waren geweest zonder eerst te falen. Pas nadat je op je bek bent gegaan, kom je tot de beste ideeën. Daarna krabbel je op, zet je door en leer je van de fouten. Wie alles netjes wil doen, bang is om fouten te maken, leert niets. Scholieren moeten daarom al leren dat leren van je fouten goed is.”

Uw vader was een mijnbouwkundig ingenieur. Werd de liefde voor techniek u met de paplepel ingegoten?

“Ik was van jongs af aan al graag bezig met technologie en was altijd bezig om dingen te maken. Ik had niet veel vriendjes. We verhuisden vaak, onder meer vanwege financiële problemen en ik werd een tijd thuis onderwezen. Ik ging studeren aan California Institute of Technology (CalTech). Dat was een geweldige tijd. Iedere maand leek het lesboek voor de natuurkunde herschreven te moeten worden.”

“De klassieke fysica van Newton werd afgebroken door nieuwe inzichten. We discussieerden met docenten zoals Nobelprijswinnaar Robert Millikan over nieuwe bevindingen. Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot andere grote geesten.”

Was dat ook de reden dat u bij Bell Telephone Laboratories aan de slag ging?

“Ja, dat speelde zeker een rol. Na mijn promotie ging ik bij Bell werken onder de geniale Amerikaanse natuurkundige Clinton Davisson. Hij kreeg de Nobelprijs voor de Natuurkunde in 1937. Hij was zeker een van de attracties waardoor ik daarheen wilde. Uiteindelijk had ik meer contact met Mervin Kelly, de onderzoeksdirecteur van Bell.”

“Hij bracht mij op het idee om een alternatief te vinden voor de elektronenbuizen die in elektrische apparatuur werden gebruikt. Dat was een vacuümbuis waar dankzij een gloeidraadje en een metalen plaatje een elektronenstroompje liep. Hierdoor werd bijvoorbeeld de spanning bepaald of wisselstroom omgezet in gelijkstroom. Maar die buizen waren onbetrouwbaar, lomp en ze moesten even opwarmen. Dat moest beter kunnen, dachten wij.”

Replica gemaakt ter ere van de vijftigste verjaardag van de eerste werkende transistor van Bell Labs.

Plots waggelt er een mechanische eend luid kwakend door de kamer. Shockley lacht hard. Is die van u?

“Haha, jazeker. Ik heb het een keer eerder gedaan. Een collega hield een voordracht voor een volle zaal en toen heb ik een mechanische eend op het podium laten lopen. Dat was een prachtig schouwspel. Hij keek net zo verbouwereerd als u. Een beetje dollen hoort erbij. We zijn met zulk serieus en diepgravend werk bezig, dat we ook een uitlaatklep nodig hebben. Mijn grappen werden ook door collega’s gewaardeerd. Het publiek lag in een deuk. En die collega kon het uiteindelijk ook waarderen.”

“Ik ben mijn hele leven gek geweest op provoceren. Tijdens mijn studie had ik een bijbaan als goochelaar. Ik ging naar kinderpartijtjes om mijn trucjes te vertonen. Het bleef een grote hobby. Bij congressen mocht ik na de aankondiging van een andere spreker graag een duif uit mijn jasje of een bos bloemen uit mijn mouw tevoorschijn toveren.”

Uitgelicht door de redactie

Biologie
Even over evolutie: de mens staat niet bovenaan

Informatica
Van datahonger naar digitariër

Geschiedenis
Nieuwe podcast: Oplossing Gezocht!

Terug naar Bell Labs. Het lukte u daar om met collega’s John Bardeen en Walter Brattain de buizen grotendeels overbodig te maken door een transistor te bouwen.

“Ik kan het me nog zo goed herinneren dat het ons was gelukt om een versterker te bouwen zonder dat er een vacuümbuis aan te pas kwam. Het chemisch element germanium bleek de sleutel tot succes te zijn. We gebruikten een klein stukje van deze halfgeleider en puntcontacten van goud in onze transistor. Daardoor konden we een elektrisch signaal flink versterken. Het was een ongelooflijk resultaat. Ik had er jarenlang aan gewerkt en verschillende prototypes gemaakt.”

“Eindelijk werkte het. Al in 1939 had ik de eerste aantekening gemaakt voor een werkende transistor met behulp van een halfgeleider. Het verschil met de elektronenbuizen was groot. De transistor was veel kleiner, hoefde niet eerst op te warmen en werkte efficiënter. U snapt het toch wel? Ik hoop dat u intelligent genoeg bent om het te volgen. Het draait allemaal om intelligentie, weet u dat. Bij de aanstelling van nieuw personeel, liet ik sollicitanten niet voor niets altijd een serie testen doen om na te gaan of ze wel slim genoeg waren.”

De drie uitvinders van de eerste werkende transistor.

Was het niet eigenlijk Julius Edgar Lilienfeld die al eerder de transistor uitvond?

“Ach rakelt u dat weer op! Nee, nee, nee en nog eens nee. Dat achtervolgt mij nou al mijn hele leven en nu komt u er ook weer op terug. Wij hebben bij Bell Labs een topprestatie geleverd. Het was mijn uitvinding waar ik keihard aan heb gewerkt. Goed, onze uitvinding. Ik deed het uiteraard samen met Bardeen en Brattain. Maar het werd allemaal onder mijn leiding gedaan en het was mijn idee. Wij waren de eerste met een werkende transistor, dat is Lilienfeld niet gelukt. Punt uit. U denkt toch niet dat ik voor niets de Nobelprijs heb gewonnen?”

U heeft uw werkzame leven gewijd aan de verbetering van transistoren. Onder meer bij uw eigen bedrijf, nadat u was vertrokken bij Bell Labs. Mede dankzij u werden transistors commercieel aantrekkelijk en ingebouwd in vele apparaten. Na uw pensioen werd u hoogleraar aan de universiteit van Stanford. Daar viel u echter niet meer op door uw bijdrage aan de technologie en wetenschap, maar uw pleidooi voor rasverbetering…

“Ik onderbreek u, want u raaskalt. Ik heb mij altijd met de wetenschap bezig gehouden. U moet zich misschien wat meer verdiepen in de theorie van de rasverbetering. We moeten ervoor zorgen dat de intelligente mensen zich voortplanten en de dommen niet.”

Dat klinkt racistisch.

“Nee hoor. Bij racisten gaat het om emotionele, irrationele gevoelens van haat. Die heb ik niet, ik ben ook niet tegen de vrijheid van meningsuiting of voor een totalitaire straat. Ik pleit voor een wetenschappelijke analyse van verschillen tussen rassen. Daaruit blijkt dat mensen met het laagste IQ en bijna geen opleiding vaak de meeste kinderen krijgen. Dat is een groot probleem. Uit mijn analyse blijkt dat dit vooral bij zwarte vrouwen zo is. Tijdens televisie uitzendingen heb ik regelmatig een bord met cijfers daarover omhoog gehouden, zodat iedereen het goed kon zien. Cijfers liegen niet.”

“Ik ben voor een bonus voor vrijwillige sterilisatie. Dommen planten zich niet meer voort. Slimme mensen moeten dat juist wel doen. Ik heb zelf het goede voorbeeld gegeven door mijn zaad te doneren aan een spermabank voor Nobelprijswinnaars. Hoe slimmer we worden, des te grotere uitvindingen worden gedaan in de toekomst. Wat kijkt u met afkeer naar me! Rassenverbetering leidt tot vooruitgang en is de waarheid, dat snapt u toch wel? Want daar draait het allemaal om.”

1/10

Eropuit met Turing of Tesla

Hoe zou het zijn om er een dagje op uit te trekken en te praten met beroemde uitvinders als Nikola Tesla of Alan Turing? Dat hebben we ons bij Kennislink proberen voor te stellen. We deden alsof we dat konden, een serie fictieve interviews dus. We probeerden in deze gesprekken niet alleen alles over uitvindingen te weten te komen, maar ook door te dringen in hun privélevens. In deze slideshow maak je kennis met acht beroemde uitvinders.

1/10

The self-made woman

De vrouw in ons rijtje beroemde uitvinders ontwikkelde haar apparaat in eerste instantie om seksegenoten een handje te helpen. Maar vooral hotels en medische instellingen zagen het nut van de snelle en kokendheet wassende afwasmachine. Kennislink sprak mevrouw Cochrane over haar moeizame weg naar succes en de inspiratie voor haar uitvinding.

Lees hier het interview met Josephine Cochrane

1/10

De bedachtzame

De fascinatie voor geluid kreeg Alexander Graham Bell met de paplepel ingegoten. Zijn vader en grootvader waren spraakleraren die doven leerden spreken en Bell hield zich daar ook zijn hele leven mee bezig. In zijn vrije tijd werkte deze workaholic aan meerdere uitvindingen. Kennislink sprak met hem over zijn belangrijkste uitvinding: de telefoon. Een telefonisch interview, uiteraard. “Men herinnert zich mij vanwege de telefoon, maar mijn echte missie was misschien wel om doven te leren spreken.”

Lees hier het interview met Alexander Graham Bell

1/10

De verstoteling

Tegenwoordig zien velen hem als de ‘vader van de computer’. De Britse wiskundige Alan Turing bedacht in 1936 een aantal belangrijke concepten die het fundament vormden voor de computerrevolutie. Maar de briljante Turing worstelde ook met zijn homoseksualiteit in een tijd dat dit nog alles behalve geaccepteerd was. “De cel in of chemische castratie, wat zou u hebben gedaan?”

Lees hier het interview met Alan Turing

1/10

De eenling

De eigenwijze doorzetter Theodore Maiman fabriceerde in 1960 de eerste laser dankzij een bijzondere combinatie van kennis, kunde en karakter. Hij was een echte uitvinder, die niet helemaal serieus werd genomen door het wetenschappelijke establishment. En de pers had het aanvankelijk ook niet zo op zijn ‘death ray’. In dit fictieve interview blaast Maiman stoom af. “Ik laat me niet gauw uit het veld slaan.”

Lees het interview met Theodore Maiman

1/10

De onruststoker

Een geinponem, geniale uitvinder, provocateur en een racist. Weinig uitvinders van de twintigste eeuw zijn zo controversieel als de Amerikaanse natuurkundige William Shockley. Mede dankzij zijn werk ontstond de transistor, waarmee de basis werd gelegd voor de huidige computers. “Ik ben mijn hele leven gek geweest op provoceren.”

Lees het interview met Willam Shockley

1/10

De ondernemer

De Duitser Johannes Gutenberg zette ergens tussen 1440 en 1450 voor het eerst individuele metalen letters achter elkaar om zo sneller dan ooit teksten te kunnen drukken. Al snel veroorzaakte de techniek een ware revolutie. Maar het leven van Gutenberg kende een hoop tegenslagen. “Misschien ben ik wel meer een creatieve ondernemer die kansen zoekt dan een echte uitvinder.”

Lees het interview met Johannes Gutenberg

1/10

De bescheidene

Hij is de ontdekker van penicilline, een bacteriedodende stof waardoor ineens allerlei infectieziekten genezen konden worden. Maar zelf snapte hij nooit dat daar zo’n ophef over werd gemaakt. Kennislink hield een fictief interview met de bescheiden Schotse bacterioloog Alexander Fleming. "Een vervuiling in mijn experiment leverde me uiteindelijk de Nobelprijs op.”

Lees hier het interview met Alexander Fleming

1/10

De excentriekeling

Nikola Tesla is een geboren uitvinder, al vroeg is hij er bedreven in. Later zal de van oorsprong Serviër belangrijke bedragen leveren voor ons huidige elektriciteitsnet. Maar hij werkt ook aan radiocommunicatie en draadloze energieoverdracht. Tesla wordt vaak afgeschilderd als een bijna mythisch figuur, een legende. Kennislink zoekt uit hoe hij echt was. “Ik hield ervan om gewoon met mijn uitvindingen bezig te zijn, helemaal alleen.”

Lees het interview met Nikola Tesla

Dit artikel maakt onderdeel uit van de serie ‘Uitzinnige Uitvinders gesproken’, waarbij acht beroemde uitvinders ‘fictief geïnterviewd’ worden.

Bronnen:

  • Shurkin, J., Broken Genius. The rise and fall of William Shockley, creator of the electronic age (Londen, 2008)
  • Riordan, M. en L. Hoddeson, Crystal Fire: the invention of the transistor and the birth of the information age (New York, 1997)
  • Televisie interview van Jane Morgan met William Shockley over zijn uitvinding van de transistor (1969).
  • Discussie op televisie tussen Frances Cress-Wellsing en William Shockley over rasverbetering (1974)
Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 20 juni 2013

Discussieer mee

0

Vragen, opmerkingen of bijdragen over dit artikel of het onderwerp? Neem deel aan de discussie.

NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.