Naar de content

Mijn data zijn overal, maar is dat erg?

Persoonlijke terugblik op het thema ‘Je data en jij’

Een man in een gestreepte hoodie loopt door een gang met een groen scherm achter hem.
Een man in een gestreepte hoodie loopt door een gang met een groen scherm achter hem.
flickr.com, Álex Quirós via CC BY-NC 2.0

Digitale data zitten in de kieren van de maatschappij en dat is zowel een vloek als een zegen. Wat heb ik zélf geleerd tijdens het werken aan het thema ‘Je data en jij’? Ik wil mijn ‘data-voetafdruk’ verkleinen, maar dat blijkt behoorlijk lastig.

Leve het digitale tijdperk! Binnen een minuutje die ene leuke foto vinden van jaren geleden. Videobellen met mensen over de hele wereld. In een handomdraai een deelauto reserveren. Moeiteloos de weg vinden in een wildvreemde stad. Direct een rekening betalen. Genieten van een eindeloze en hypergepersonaliseerde stroom aan muziek. En opzoeken, ja werkelijk álles opzoeken wat je maar kan bedenken. Van iemand die je op YouTube uitlegt hoe je een losse knoop aan je jas naait, tot een analyse van de politieke situatie in een land waar je amper van gehoord had.

Ik ben gelukkig met de bovenstaande mogelijkheden: misschien heb ik wel een beetje ‘Cees’ in mij. Ik interviewde hem voor het thema Je data en jij en hij bleek met zijn 93 jaar verre van digitaal ongeletterd. Integendeel, hij maakt volop gebruik van de mogelijkheden van de digitale wereld. Maar natuurlijk zie ik ook de schaduwzijde van dezelfde technologie. Het meeste indruk op me maakte het verhaal van Sarah, wier leven compleet werd ontwricht door een datamachine van de overheid. En hoewel sociale media mensen op verrassende manieren bij elkaar brengen, zorgen ze evengoed voor bergen misinformatie en het uit elkaar drijven van groepen.

Wat heb ik zélf geleerd tijdens het maken van het thema en hoe ga ik met mijn eigen data om? En hoe vind ik een weg door het woud aan (mis)informatie op internet?

Technoparanoia

Ik ben me bewuster geworden van de data die ik achterlaat en ben er voorzichtiger mee geworden. Dat proces was al voor dit thema ingezet. Ik gebruik privacyvriendelijke alternatieven voor Whatsapp (Signal), voor e-mail (ProtonMail) en zoek op internet via de zoekmachine DuckDuckGo die belooft geen data van mij op te slaan. Ik streep netjes mijn burgerservicenummer door op kopieën van documenten en belde onlangs een autoverhuurbedrijf om te vragen of ze gegevens van mij wilden verwijderen. Het zijn kleine stapjes, maar het zíjn stappen.

Maar hoe ver ga je hierin? Kritisch zijn kan ook doorslaan naar een soort technoparanoia. Zoals die keer dat ik schrok dat ik online reclames kreeg van hetgeen waar ik het nét met iemand over had gehad. Zeg, werd ik nou afgeluisterd via mijn mobiele telefoon!? Het is een theorie die de afgelopen jaren vaker opdook op internet, maar de (misschien nog wel verontrustender) waarheid is waarschijnlijk dat advertentiebedrijven aan de hand van je gedrag op internet en sociale media al een prima beeld van je leven en je gespreksthema’s hebben.

Privacyparadox

Ik merk ook dat het soms helemaal niet praktisch is om consequent pro-privacy en zuinig op mijn data te zijn. Doe ik Whatsapp helemaal in de ban, zoals Ank dat deed, met alle gevolgen van dien? Nee, zolang de meerderheid van mijn sociale contacten via Whatsapp gaat doe ik dat waarschijnlijk niet. En blijf ik een privacyvriendelijkere browser gebruiken terwijl hij vaker foutmeldingen geeft dan het alternatief van Google?

Misschien heb ik last van wat onderzoekers de ‘privacyparadox’ noemen. Mensen zéggen in het algemeen de bescherming van persoonlijke data belangrijk te vinden, maar zodra het erop aankomt blijkt het lastig om deze zorgen om te zetten in daden. Wanneer je bijvoorbeeld apps downloadt en gebruikt dan blijken andere factoren doorslaggevender, zoals de prijs, functionaliteit en gebruikersvriendelijkheid. Dat zagen ook Marianne Junger, professor Cyber Security and Business Continuity van de UTwente, en collega’s in een onderzoek uit 2019. Daarin rapporteerden studenten dat in hun keuze voor een bepaalde betaalde app op hun mobiele telefoon privacy een beperkte rol speelt.

Heel gek vindt Junger deze omgang met privacy en digitale veiligheid niet, als ik het haar vraag. “Als je achter de pc zit of je telefoon gebruikt dan ben je bezig met het zoeken van informatie, het lezen van berichten, tinderen of het regelen van bankzaken. Privacy is een redelijk onzichtbaar aspect daarvan en dat vergeet je op zo’n moment makkelijk”, zegt ze. Dat terwijl er risico’s kleven aan het geven van persoonlijke informatie aan bepaalde partijen. Gelekte gegevens maken je bijvoorbeeld kwetsbaarder voor criminelen die je proberen te benaderen en te bestelen.

Welke rol speelt privacy bij je keuze voor apps op je mobiele telefoon?

Pixabay, Gerd Altmann via CC0

Een betere omgang met privacy en digitale veiligheid is mogelijk door het beter ‘in te bakken’ in digitale producten en het goed voorlichten van gebruikers. Zorg er als ontwikkelaar bijvoorbeeld voor dat gegevens in apps standaard goed versleuteld en afgeschermd zijn en dat gebruikers weten welke informatie er wordt verzameld en wat ermee gebeurt. “Geef mensen trainingen of maak ze weerbaarder met bijvoorbeeld spellen waarin ze dit leren”, zegt Junger. “Zorg voor concrete voorbeelden en handelingen, want van tv-spotjes waarin er een soort ‘digitale inbreker’ op het dak van de mensen komt zitten leer je niets.”

Privacy blijft een balanceeract. Het is verschrikkelijk dat de Belastingdienst privacy van mensen op grove manier schond door slordig een lijst van mogelijk fraudeurs bij te houden die toegankelijk was voor de medewerkers. Het is óók afschuwelijk om te lezen dat moordenaar Michael P. van de tbs-kliniek waar hij in 2017 verbleef waarschijnlijk veel meer mogelijkheden tot verlof kreeg omdat hij met een beroep op de privacywetgeving zijn verleden als zedendelinquent kon verzwijgen. Tijdens een van zijn verloven verkrachtte en vermoorde hij Anne Faber.

Stel je voor, we slagen erin om op internet privacy hónderd procent te garanderen. Je hebt dan absolute controle over met wie je jouw data deelt. Wat voor digitale wereld is dat? Een vrijplaats voor anonieme pesters en criminelen? Je zou kunnen zeggen dat het internet dat op zekere hoogte al is geworden. Privacy is fijn maar iedereen moet ter verantwoording geroepen kunnen worden, ook voor zijn digitale daden.

Meer leugens én betrouwbare informatie

Dan nog even over het internet als eindeloze bron van informatie. In zekere zin verdien ik er als journalist mijn geld mee. Maar hoe vind ik mijn weg in een informatiewereld waarin nepnieuws of alternatieve feiten even snel of zelfs sneller reizen dan de feiten?

Het korte antwoord is: ken je bronnen. Ik beweer niet dat een krant of wetenschappelijk artikel heilig is, maar doorgaans is het betrouwbaarder dan iemand die iets deelt of blogt (waarmee ik niet zeg dat blogs per definitie ónbetrouwbaar zijn). En Albert Einstein had het wel eens bij het verkeerde eind, maar als iemand mij mailt met de aanklacht dat er niets klopt van Einsteins theorie (dat gebeurt met enige regelmaat) dan ga ik meestal toch voor Einstein, omdat ik weet hoe vaak zijn theorie al getest is door wetenschappers (waarmee ik niet zeg dat zijn theorie onweerlegbaar is). Geloof niet alles wat je ziet en leest, klinkt als een open deur, maar het komt wel degelijk vaak neer op kennis van je bronnen.

Daarbij komt dat het controleren van informatie eigenlijk makkelijker is dan ooit. Dat kun je makkelijk vergeten in een tijdperk van nepnieuws en ‘alternatieve feiten’, waar veel aandacht voor is. Iemand die veel ervaring heeft met het controleren van berichten is Alexander Pleijter, universitair docent van de Universiteit Leiden op het gebied van journalistiek en ‘factchecking’. Hij is betrokken bij Nieuwscheckers, een initiatief waarbij studenten van de opleiding Journalistiek en Nieuwe Media van de Universiteit Leiden online berichten controleren. Pleijter zegt dat er naast de bergen misinformatie een schat aan betrouwbare informatie is. “Onjuiste berichten worden relatief snel weerlegd. En verregaande onderzoeken op basis van openbare data door bijvoorbeeld onderzoekscollectief Bellingcat van hoe vlucht MH17 neer werd gehaald, was voor het internettijdperk helemaal niet mogelijk.”

Een digitaal perspectief

Er zijn kanttekeningen te plaatsen bij het idee dat we tegenwoordig allemaal in een eigen (digitale) werkelijkheid leven waar iedereen zijn eigen alternatieve feiten heeft. Zo lijkt misinformatie een probleem van de laatste jaren te zijn, maar dat is het niet, zegt Pleijter. Het was er in feite altijd al, van sterke verhalen die mensen in de kroeg aan elkaar vertelden tot oorlogspropaganda. “Alleen de manier van verspreiding, de snelheid en het bereik van verhalen zijn anders. Vroeger luisterden er misschien een paar mensen naar jouw (sterke) verhaal in de kroeg, nu kun je met een druk op de knop iets publiceren op internet dat vrij snel duizenden of zelfs miljoenen mensen bereikt”, zegt hij.

Een illustratie van personen die bestaan uit puzzelstukjes. In hun lichaam zitten verschillende apps.

In het thema Je data en jij onderzochten we met diverse experts de kansen en gevaren van leven in een wereld die steeds digitaler wordt. Bezoek de themapagina.

Melanie Kranenburg

En já – om weer terug te komen op privacy en internetcriminaliteit – online criminaliteit treft steeds meer particulieren en grote bedrijven, ziekenhuizen of zelfs kritieke infrastructuren. Maar volgens Marianne Junger, heeft dat ook te maken met het feit dat de digitale wereld nog niet zo lang bestaat. We moeten nu alleen nog wat oplettender worden. “Net zoals met criminaliteit in de echte wereld is deze trend om te buigen: sinds de jaren 90 dalen de misdaadcijfers door bijvoorbeeld betere sloten, deuren en alarmsystemen”, zegt ze. “Zoiets moeten we nu herhalen in het digitale domein.”

Ook wordt er steeds meer data verzameld, maar is er daarnaast steeds meer aandacht voor de manier waarop dat gebeurt. Wetten dwingen bedrijven en overheden om openheid te geven over hoe zij met data omgaan en dat is winst. Of het genoeg is weet ik niet, maar ik hoop dat we met dit thema op NEMO Kennislink en met de tentoonstelling Bits of You een beetje meer databewustzijn hebben gekweekt.

ReactiesReageer