Naar de content

Uitstel voor de welgestelden

Ongelijk (on)gezond: rechtvaardigheid

Anna Bay voor NEMO Kennislink

Wetenschappers zoeken naar manieren om mensen nog ouder te laten worden. Maar is dat eigenlijk wel een goed doel om na te streven? Waarschijnlijk krijgen vooral de rijkste mensen extra jaren.

De superrijken van deze wereld doen het al: maximaal inzetten op een zo lang mogelijk leven. Elon Musk investeert in onderzoek naar het tegengaan van veroudering en heeft een persoonlijk programma waarmee hij zijn eigen dood zo lang mogelijk probeert uit te stellen.

Als er wetenschappelijke doorbraken komen op dit terrein, doen we het straks misschien allemaal: middelen innemen die ervoor zorgen dat we nóg langer fit en gezond blijven. Maar is dit eigenlijk wel een goed streven in deze wereld vol armoede en klimaatverandering?

Uiteindelijk sijpelt elke medische innovatie door naar alle lagen van de bevolking

— Chris Wareham

“Ja, het is een goed streven,” zegt filosoof Chris Wareham, die midden in het internationale debat over deze kwestie staat. Hij doet aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar de ethische implicaties van ouder worden en levensverlenging. “Als we ervan uitgaan dat mensen het fijn vinden om te leven en dus zo lang mogelijk niet dood willen gaan, dan is het in principe een goed idee om ernaar te streven om het leven nog langer te laten duren.”

Onverantwoord

Volgens andere filosofen kun je deze vraag niet los zien van de wereld waarin we leven. Zelfs als het voor mensen individueel een goed of fijn doel zou kunnen zijn om 150 te worden, is het daarmee nog geen goed doel voor de mensheid als geheel.

Ingrid Robeyns, hoogleraar Ethiek van Instituties aan de Universiteit Utrecht en auteur van 'Limitarisme': “We moeten deze vraag bekijken tegen de achtergrond van extreme mondiale ongelijkheid. De rijkste en de meest vervuilende mensen hebben een hoge materiële levensstandaard ten koste van een flink deel van de wereldbevolking. Mensen die onder slechte omstandigheden en met weinig persoonlijke ontwikkelingskansen moeten leven, om onze spullen in elkaar te zetten, mineralen te delven voor onze mobiele telefoons en voor een hongerloon onze kleren te naaien. Nu komt daar nog bovenop dat ze grote aanpassingen nodig hebben om te overleven, omdat hele gebieden niet meer leefbaar zullen zijn door de klimaatsverandering, die historisch gezien vooral door de rijke landen is veroorzaakt.”

Robeyns vindt het om die reden onverantwoord dat juist wij rijke en vervuilende westerlingen nu hoge researchbudgetten besteden aan “het nog langer op​re​kken van ons eigen bestaan”. Robeyns: “Want wat de uitkomst van al dat onderzoek ook zal zijn, het ligt in de lijn der verwachting dat de medische technieken en medicijnen in het globale Noorden veel ruimer voorradig en beschikbaar zullen zijn dan in het Globale Zuiden, net als nu het geval is. En dat terwijl er zoveel onderzoek nodig is dat gaat over de levens van de allerarmsten. Wat mij betreft stoppen we deze gehele tak van de wetenschap die het leven eindeloos probeert te verlengen in de koelkast tot we eerste alle echt urgente problemen hebben opgelost.”

Kobaltmijn in Congo

Siddharth Kara

Doorsijpelen

Chris Wareham begrijpt de bezwaren, maar in zijn ogen is het niet terecht om een nieuwe techniek af te wijzen vanwege de onrechtvaardigheid in de wereld. “Je kunt inderdaad vraagtekens zetten bij economische ongelijkheid. Maar als je daar bezorgd over bent, moet je dat probleem bij de wortel aanpakken, in plaats van je pijlen te richten op de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Want je zou deze argumenten tegen elke nieuwe techniek kunnen gebruiken: de kans is altijd groot dat de rijken er als eerste toegang toe hebben.”

Er is volgens Wareham nog een andere reden waarom het afwijzen of zelfs stoppen van de zoektocht naar levensverlenging onverstandig kan zijn. Wareham: “Het is heel moeilijk om een levensverlengende interventie te onderscheiden van gewone gezondheidstechnologie. De meeste interventies die zijn ontworpen om ouderdom tegen te gaan zijn gericht op zaken als diabetes type-2, kanker, hart- en vaatziekten en de ziekte van Alzheimer. Dit zijn ziektes die het meest bij ouderen voorkomen. Als je zou zeggen: stop met onderzoek naar deze ziektes, dan zou je heel wat kritiek krijgen, en terecht. Dus dit type onderzoek stoppen vanwege onrechtvaardigheid is een slecht idee, want het verschilt vaak niet van onderzoek naar ziektes die we allemaal graag zouden willen verslaan.”

Het leven op aarde draait niet alleen maar om de mens

— Jos de Mul

Maar wat als de levensverlengende techniek inderdaad alleen door rijke westerlingen gebruikt kan worden? “Dat zou heel oneerlijk zijn. Maar het is wel zeer de vraag of dat echt zo is. Uiteindelijk sijpelt elke medische innovatie door naar alle lagen van de bevolking. Dus zelfs als de rijken het als eerste tot hun beschikking krijgen, is de kans groot dat de armere bevolking het uiteindelijk ook krijgt. Denk maar aan vaccins die ernstige ziektes bij kinderen kunnen voorkomen. Ze werden veelal uitgevonden in het rijke westen en daar ook het eerste gebruikt, maar uiteindelijk werden ze wereldwijd verspreid. Of dit wel of niet het geval zal zijn met levensverlengende technologie, weten we niet. Maar de kans is groot dat uiteindelijk iedereen het tot zijn beschikking krijgt, zij het met wat vertraging.”

Ecosystemen onder druk

Als het inderdaad zou lukken om de beschikbaarheid van de levensverlengende techniek eerlijk over de wereldbevolking te verdelen, blijft het de vraag of we er als mensheid bij gebaat zijn om onze levensduur nog aanmerkelijk te verlengen. Jos de Mul, emeritus-hoogleraar filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, denkt van niet. “Uiteindelijk kun je niet om het ecologische perspectief heen, bij dit onderwerp. Het leven op aarde draait niet alleen maar om de mens. Wij zijn als soort bezig om de natuurlijke bronnen van de aarde uit te putten, massaal gefokte dieren te doden om mensen van onnodig veel vlees te voorzien, we veroorzaken een verontrustende extinctiegolf. Dus dit vraagstuk is niet alleen sociaal en medisch-ethisch, maar ook ecologisch.”

Luchtfoto van een kronkelende rivier in bewoond landschap
Freepik

Een snelle rekensom geeft volgens De Mul uitkomst. “We zijn nu met zo’n acht miljard mensen. Stel nou dat iedereen op den duur gemiddeld honderdtwintig wordt in plaats van tachtig. Dat zou betekenen dat er globaal gezien een derde meer mensen rond gaan lopen. En als je langer leeft en de vruchtbaarheidsperiode toeneemt, krijg je mogelijk ook meer kinderen. Dat zou voor de ecosystemen die nu al zwaar onder druk staan door de menselijke behoefte aan industrie, akkerland en bodemschatten een enorme extra belasting zijn.”

Nu zijn er op dit moment verwachtingen dat de wereldbevolking aan het eind van deze eeuw zal gaan krimpen – in Europa en het Amerikaanse continent is de groei momenteel gering en zal deze rond 2050 omslaan in krimp, de bevolking van Azië groeit nog stevig in vooral India en Pakistan, maar zal na 2050 ook gaan krimpen. Afrika zit echter tot ca 2080 deze eeuw nog in een fikse groeistuip, zodat de totale wereldbevolking ook zonder het oprekken van de gemiddelde leeftijd dan tegen het eind van de eeuw ruim boven de 10 miljard zal uitkomen voordat er een mondiale krimp optreedt.

Jos de Mul: “Het is dus zeer de vraag of het verstandig is om deze op zich al zorgelijke trend te beantwoorden met een aanmerkelijke verlenging van het leven.”

Grafiek met de (verwachte) wereldbevolking per continent, vanaf 1800 tot 2100

Wereldbevolking per regio vanaf 1800 tot 2100. Gebaseerd op historische schattingen en voorspellingen door de VN.

OWID via CC BY
ReactiesReageer