Naar de content

'Mijn leven speelt zich vooral af in Amsterdam, dus ik heb geen auto nodig'

Student Sander (24) komt (bijna) overal met ov en fiets

Philip Lindeman voor NEMO Kennislink

Autobezit is geen ‘ding’ in het leven van student Sander en zijn vrienden. Bij evenementen in het ArenA-gebied kan hij prima uit de voeten met het openbaar vervoer. Hij hoopt dat meer mensen kiezen voor een groen alternatief, maar snapt dat niet iedereen de auto zomaar kan laten staan.

Sander Davidse zit op zijn Amsterdamse studentenkamer als ik via Zoom verbinding maak. Een verftrap staat achter hem tegen de muur naast een kast met dikke studieboeken onder een schuin dak. Althans, ik dénk dat het zijn studentenkamer is. Hij blijkt op zolder bij zijn ouders in Lelystad te zitten. “Ik ben hier om hun auto op te halen, die mag ik lenen voor een week met vrienden in de Ardennen”, legt hij uit. Zelf woont Sander – wilde donkere haardos, dun baardje en gekleed in een wit t-shirt – in de Bijlmer op vier hoog met twee huisgenoten. “Je kunt er in de wijk gratis parkeren en je bent zo de snelweg op, maar ik heb daar echt geen auto nodig. Mijn leven speelt zich vooral in Amsterdam af en er zijn genoeg alternatieven wat betreft vervoer.”

Sander heeft net zijn studie Sociale Geografie afgerond, wat hij omschrijft als ‘een soort aardrijkskunde over mensen’. Zijn masterscriptie ging over hoe de omgeving van mensen hun gedrag beïnvloedt. “Neem het eten van vlees. In de stad zijn er relatief veel mogelijkheden om vegetarisch te eten én er wonen meer mensen die vegetarisch zijn. Mensen gaan dan zelf ook makkelijker vegetarisch eten”, zegt hij.

Door de bochten vliegen

Als het om vervoer gaat, doet Sander in feite ook wat zijn omgeving doet. Hij zegt nauwelijks vrienden met een auto te hebben, en hijzelf heeft er ook geen. Veel vrienden studeren nog in Amsterdam, waar weinig parkeerruimte is en autorijden duur is. “Een auto hebben is niet echt ‘een ding’ in mijn sociale kring. Ik haal er niet zoiets als status uit. Maar ik ben er ook niet op tegen: als ik een auto zou nemen, dan eentje die niet duur is maar wel betrouwbaar. Formule 1 vind ik overigens wel erg leuk, maar een auto doet me verder niet zoveel”, zegt hij.

Vooralsnog heeft Sander geen auto nodig, want er zijn genoeg alternatieven. De bushalte staat op vijf minuten lopen van zijn huis, de metro is tien minuten te voet. De meeste mogelijkheden heeft hij als hij met de bus naar station Bijlmer ArenA gaat, waar veel treinen vertrekken. En ook ‘s avonds laat komt hij vanuit het centrum nog naar huis met de nachtbus. “Ik pak wel eens de fiets, maar dat is afhankelijk van de staat van het ding… Openbaar vervoer is sowieso mijn belangrijkste transportmiddel”, zegt hij.

Soms reist hij met de auto naar een concert, met zijn vader die hem dan vanuit Lelystad ophaalt. “Het voordeel is dat je na het concert geen rekening hoeft te houden met vertrektijden. Ook hoef je nooit eerder weg”, zegt Sander. “Een concert in een park in Nijmegen of Groningen is voor mij minder goed bereikbaar in vergelijking met concerten in de Ziggo Dome, AFAS Live of een voetbalwedstrijd in de Johan Cruijff ArenA. In die laatste gevallen ga ik altijd met het openbaar vervoer, daar is die plek erg goed voor ingericht.”

Sander: “Ik zou combinatietickets, waarbij mensen voor een paar euro extra met de trein thuis komen, wel een goede deal vinden.”

Nissan met toestemming

Er zijn wel dingen waar Sander niet over te spreken is. “Bus, metro, trein, het maakt me niet uit hoe ik reis, maar staan vind ik vervelend. Dat gebeurde laatst nog toen ik op mijn slippers in een bus stond. Iedereen in de bus zette zich schrap en buschauffeur vloog door de bochten heen”, zegt hij. Ook de informatievoorziening kan beter. “Wachten vindt niemand leuk. Soms zie ik in de 9292-app dat een bus vertraging heeft, eerst twee minuten, dan nog eens twee minuten. En dan wordt de bus helemaal geschrapt en sta je nog eens twintig minuten te wachten! Dat is echt vervelend.”

Toch moet er veel meer gebeuren voordat Sander zou overwegen een auto aan te schaffen. Drukte op een bepaald traject zou hij proberen te vermijden door eerder of later te reizen, denkt hij. “Ik zou alleen een auto overwegen als ik vaak naar anders slecht bereikbare plekken zou reizen, bijvoorbeeld voor werk”, zegt hij. “Bij een goede verbinding zou ik altijd voor het ov kiezen.” Hij kan zich herinneren dat hij járen geleden met een vriend met de auto van zijn moeder uitging in Amsterdam. “Het was makkelijk dat we toen ‘s avonds snel terug naar huis konden, maar de belangrijkste reden voor die rit was denk ik dat ik net mijn rijbewijs had. Ik vond het gewoon leuk om te rijden”, zegt hij. “Inmiddels is dat nieuwe er wel vanaf.”

Groene keuzes

Ik herken mezelf in het verhaal van Sander. Als student gebruikte ik het openbaar vervoer veel. Dat is natuurlijk niet uitzonderlijk, maar ook na mijn studie bleef ik treinreiziger. Een jaar of twee had ik een auto voor de deur in Leiden staan en die liep ik dan steeds voorbij op weg naar het treinstation. Eén keer heb ik tijdens de spits met de auto geprobeerd de stad uit te komen. Het verkeer was zo’n groot drama dat ik dat nooit meer heb geprobeerd. De auto werd verkocht. Zou iedereen die keuze maken? Sommige mensen lijken erg gehecht aan hun auto. En toegegeven, ook ik heb daarna in een dorp gewoond waar ik de auto echt begon te missen.

Sander is voor het stimuleren van ‘groene keuzes’, zoals het openbaar vervoer. “Stel, bij concerten in het Bijlmer ArenA-gebied bied je een combinatieticket aan waarbij mensen voor een paar euro extra met de trein thuis komen. Dat zou ik een goede deal vinden”, zegt hij. Maar óók als dat betekent dat het parkeren voor auto’s duurder wordt? “Tja, dat is wel oneerlijk, want sommige mensen kúnnen niet anders dan met de auto reizen vanuit huis. Die ben je in feite aan het straffen voor de plek waar ze wonen. Volgens mij is het parkeren nu al 15 euro voor een concert, moet je dat nog verder omhoog schroeven? Dat is niet redelijk, zo creëer je ongelijkheid.”

Maar als we de vervoerskeuze zonder financiële beïnvloeding overlaten aan de mensen, heeft Sander er dan vertrouwen in dat we de goede keuzes maken? “Ik denk dat mensen vooral aan zichzelf denken. De gevolgen van je acties zijn wat dat betreft ook zo abstract. Je neemt het vliegtuig en er is een negatief effect op de wereld, maar het is niet zo dat je dit zelf merkt. En áls je de gevolgen merkt, bijvoorbeeld wanneer er een hittegolf is dan hoor je mensen zeggen: ‘Goh, wat lekker, ik hoop dat we dat vaker hebben.’ Mensen beseffen gewoon niet wat er aan de hand is!”

Sander denkt daarom dat we niet ontkomen aan een verplichting van bovenaf, ook al is hij bang dat mensen dan juist opstandig worden. “Ik kijk wel eens naar hoe mensen op Twitter discussiëren over het klimaat en dan ben ik pessimistisch over de vraag of dit gaat lukken.” Overigens heeft hij wel een plan om de ‘lasten’ beter te verdelen. Belast het vliegtuig meer en stop dat geld in het openbaar vervoer. “De vervuiler moet betalen. Pak vooral de grootverbruikers aan die meerdere keren per jaar vliegen”, zegt hij.

Luchtig

Sander spreekt rustig en lijkt niet iemand die snel de confrontatie opzoekt. Durft hij wel eens iemand aan te spreken als het aankomt op milieu? “Misschien wel. Bijvoorbeeld als een huisgenoot vaak in bad gaat. En laatst had iemand thuis een was gedraaid en was dat vervolgens vergeten. De volgende dag draaide die was nóg een keer. Toen heb ik wel gezegd, let even op, dit is slecht voor de planeet en voor onze portemonnee”, zegt hij.

Met dat soort opmerkingen is hij voorzichtig. “Voor je het weet heb je ruzie. Ik probeer het altijd een beetje luchtig te houden”, zegt hij. Zelf wordt hij ook wel eens aangesproken door bijvoorbeeld zijn vriendin op het moment dat hij ergens vlees bestelt (hij eet naar eigen zeggen niet veel vlees). “Zij is vegetariër en ik weet waarom ze het zegt, maar ik hóef er niet naar te luisteren. Soms denk ik dan juist: ik wil gewoon mijn eigen ding doen!”

De auto bij zijn ouders is klaar om op vakantie te gaan. Staat hij wel eens stil bij de ecologische voetafdruk van zijn reizen? “Daar denk ik wel aan, maar op de achtergrond. En als ik al die mensen op Schiphol in de rij zie staan dan denk ik dat ik heus met vier mensen in een auto op reis kan naar de Ardennen.”

ReactiesReageer