Naar de content

'In magazijnen van Zalando lopen werknemers per dag 27 kilometer, zonder pauze'

Een persoon die door een magazijn vol dozen loopt.
Een persoon die door een magazijn vol dozen loopt.
Nana Smirnova via Unsplash

Als je wil dat mensen krijgen wat ze verdienen, laat hun beloning dan niet over aan de markt. Volgens filosoof en econoom Huub Brouwer zijn we dringend toe aan een lastig gesprek over waarden.

Het afgelopen jaar veranderde de coronacrisis onze arbeidsmarkt in een groot sociaal laboratorium. Van de een op de andere dag werkten miljoenen mensen vanuit huis – voor zover dat mogelijk was. Duizenden mensen raakten hun baan kwijt of moesten hun werk opnieuw inrichten via online videodiensten.

Terwijl velen hun werkplek verloren, werkten anderen harder dan ooit. Verplegers, supermarktmedewerkers en pakketbezorgers moesten door. Onze overheid had hun professies aangemerkt als ‘essentiële beroepen’. Maar wat maakt een beroep essentieel? En als deze mensen essentieel zijn, waarom betalen we ze dan zo weinig?

De coronadialoogweek
Van 17 tot en met 21 mei is het de coronadialoogweek. Tijdens deze week zullen we in twee (online) evenementen in dialoog gaan met experts en elkaar, over belangrijke maatschappelijke thema’s die zowel nu als post-pandemisch spelen.

De redactie van NEMO Kennislink sprak hierover met een zorgverlener, een leerkracht en een politieagent. De verhalen legden we voor aan Huub Brouwer. Hij is filosoof, bedrijfskundige en econoom. Aan de Universiteit Utrecht en Tilburg University doet hij onderzoek naar rechtvaardigheid en verdienste. Ook werkt hij aan een boek, Je verdiende loon, dat volgend jaar verschijnt.

Veel mensen zeggen dat de coronacrisis ons liet inzien welke beroepen essentieel zijn. Ben je het daarmee eens?

“Ik wil een onderscheid maken tussen beroepen die essentieel zijn voor ons voortbestaan en beroepen die essentieel zijn voor flourishing, een bloeiend leven. We zien nu een herwaardering voor de pakketbezorger, de vuilnisophaler en zelfs de kapper. Het is terecht dat daar aandacht voor is, maar ons leven gaat over meer dan overleven. Creatieve beroepen zijn ook belangrijk om een samenleving plezierig te maken. Mensen smachten naar kunst en cultuur. Dat moeten we niet uit het oog verliezen.”

Kunstschilders en musici hebben ook een essentieel beroep?

“Misschien zijn ze niet essentieel voor ons voortbestaan op korte termijn, maar ze bepalen wel wat voor soort samenleving we zijn en welke mogelijkheden we hebben om onszelf te verbeteren op lange termijn.”

Dat brengt ons meteen op de grote vraag: hoe bepaal je wat waardevol is? En wie bepaalt dat?

“Daar zouden we veel meer publieke discussies over moeten voeren. Nu zijn we geneigd die waardering over te laten aan de markt. Daar ligt een idee van neutraliteit aan ten grondslag. We willen geen lastige discussies aangaan over welke beroepen belangrijk zijn en welke beloning erbij past. Dus laten we de markt het werk maar doen. De gedachte is: als iets belangrijk is, dan is er veel vraag naar en gaat het salaris van die werknemers vanzelf omhoog.”

“Wie op die manier denkt, verliest belangrijke zaken uit het oog. Wat mensen willen, komt niet uit de lucht vallen. Dat wordt bepaald door het onderwijs dat ze volgden, het sociale milieu waar ze uitkomen, welke kansen ze hebben gehad in hun jeugd. Die factoren zijn helemaal niet neutraal. Ze worden bepaald door het verdeelsysteem dat we met zijn allen hebben gekozen. De voorkeuren waarmee iemand de markt betreedt, zijn dus gevormd door diezelfde markt en door politieke keuzes die gemaakt zijn in het verleden.”

“Bovendien kun je moeilijk volhouden dat het werk van een casinomagnaat, die misschien wel 20 duizend keer meer verdient dan een verpleegkundige, dan ook 20 duizend keer belangrijker is. Het is dus echt bizar om te denken dat de markt een goed mechanisme zou zijn om te bepalen hoe waardevol werk is.”

“Verdienste zou niet moeten gaan over de marktwaarde die je genereert, maar om de sociale bijdrage die je levert aan de samenleving. Betere ouderenzorg vertaalt zich niet direct in betere economische prestaties, terwijl we het heel belangrijk vinden dat er goed voor ouderen wordt gezorgd. We moeten samen nadenken over de vraag: wat voor soort samenleving willen we zijn?”

Huub Brouwer: “Je kunt moeilijk volhouden dat het werk van een casinomagnaat, die misschien wel 20 duizend keer meer verdient dan een verpleegkundige, dan ook 20 duizend keer belangrijker is.”

Bermix Studio via Unsplash

We snappen allemaal dat verpleegkundigen en leraren heel belangrijk zijn voor onze samenleving. Hoe kan het dan toch dat ze zo weinig uitbetaald krijgen?

“Het zijn beroepen die door heel veel Nederlanders worden uitgevoerd. Als de politiek besluit om de salarissen te verhogen in die sectoren, betekent dat een enorme kostenpost voor de overheid. Daarom zijn politici heel voorzichtig met het verhogen van die salarissen.”

“Maar het zou wel moeten, want als we het niet doen zijn de kosten voor de samenleving uiteindelijk veel groter. Nu al lukt het sommige scholen niet om de weekroosters rond te krijgen. Gepensioneerde docenten worden ingevlogen. Leraren krijgen een burn-out. Die overbelasting vertaalt zich in de onderwijsuitkomsten.”

“Als je naar de wereldwijde onderzoeken kijkt, zoals de PISA-cijfers, is ons onderwijs nog steeds bovengemiddeld. Maar onderwijs gaat over meer dan kennisoverdracht. Het gaat ook over de tijd die een leraar heeft om een praatje te maken met een leerling die geen lunch meekrijgt vanuit huis. Dat vertaalt zich niet direct in economisch gewin, maar het maakt een enorm verschil in het leven van mensen.”

“Verpleegkundigen krijgen echt heel weinig betaald. Een startende verpleegkundige verdient 2.600 euro bruto per maand voor 40 uur per week inclusief nachtdiensten. Deze mensen hebben niet zoveel aan een coronabonus. Dat is leuk voor het extra werk tijdens de coronacrisis, maar er moet natuurlijk structureel meer geld naartoe.”

De vraag is waar dat geld vandaan moet komen.

“Je kunt kijken naar het salarisgat binnen de sector. Medisch specialisten verdienen tussen de 5 en 10 duizend euro bruto per maand. Waarom krijgen zij zo ontzettend veel meer betaald dan verpleegkundigen? Daar kun je wat aan doen. Maar geld is niet de enige beloning waar we naar moeten kijken. Werk kan ook in zichzelf waardevol zijn voor mensen. We moeten dus ook kijken naar hoe het werk is ingericht.”

Huub Brouwer: “Bedrijven als Zalando zijn heel efficiënt en realiseren ontzettend veel beurswaarde, maar op welke manier?”

Claudio Schwarz via Unsplash

“In distributiecentra van Zalando in Duitsland lopen werknemers per dag wel 27 kilometer, zonder pauze. Ze moeten met z’n honderden gebruikmaken van één wc. En als ze tijdens hun werk op zo’n afgelegen distributiecentrum ziek worden, regelt Zalando geen vervoer naar huis. Bedrijven als Zalando zijn heel efficiënt en realiseren ontzettend veel beurswaarde, maar op welke manier?”

“Daarom stelt de econoom Thomas Piketty in zijn boek Kapitaal en ideologie voor dat alle mensen op een bepaalde leeftijd eenmalig een kapitaalsubsidie (capital grant) krijgen van zestig procent van het gemiddelde vermogen in een land. Dat vermogen kunnen ze investeren in een huis of het bedrijf waar ze werken. Als mensen mede-eigenaar worden van hun bedrijf, krijgen ze meer inspraak in de manier waarop hun werk wordt ingericht.”

Is dat vergelijkbaar met een onvoorwaardelijk basisinkomen? Het verschil is dat je nu in een keer een bedrag krijgt in plaats van maandelijks een deel.

“Het idee is hetzelfde, maar de uitwerking is heel verschillend. Aan een kapitaalsubsidie kun je voorwaarden stellen, je kunt eisen dat mensen het investeren in een huis of aandelen. Daar kun je beleid op voeren. Terwijl het idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen is dat je mensen zo vrij mogelijk laat.”

Huub Brouwer: “Veel techbedrijven in Silicon Valley zijn voorstander van een basisinkomen. Je zou hun motieven kunnen betwijfelen.”

Carles Rabada via Unsplash

“Veel techbedrijven in Silicon Valley zijn voorstander van een basisinkomen. Je zou hun motieven kunnen betwijfelen. Zij willen hun winsten zo hoog mogelijk maken en de productieprocessen automatiseren zonder dat daar al te veel weerstand tegen is. Met een basisinkomen verzetten mensen zich minder als ze hun baan kwijtraken.”

“Een ander nadeel van een onvoorwaardelijk basisinkomen is dat het mensen laat profiteren van een systeem waar ze niet zelf aan bijdragen. Er is sociale samenhang nodig om het basisinkomen te realiseren. Als je het idee hebt dat er groepen mensen zijn die niets bijdragen, gaat dat ten koste van de stabiliteit van een samenleving.”

Voor een voorwaardelijk basisinkomen verwacht je meer draagvlak?

“Er zal meer draagvlak voor zijn, maar er zijn meer redenen waarom ik veel voel voor een basisinkomen dat mensen pas krijgen als ze zich op een bepaalde manier nuttig maken voor de samenleving. Omdat je dan gedwongen wordt het lastige gesprek aan te gaan over wat waardevol is. Een publiek gesprek daarover komt beter van de grond, hoe controversieel ook, door voorwaarden te stellen aan een basisinkomen dan door gewoon een basisinkomen aan alle mensen te geven.”

“Er is bijvoorbeeld nog steeds te weinig waardering, vind ik, voor mensen die zorgtaken op zich nemen. Dat zou zeker onderdeel moeten zijn van zo’n discussie over waardevol werk. Zo’n publiek gesprek over waardevol werk is moeilijk, maar ook belangrijk. Zeker met het oog op de verregaande automatisering van werk. Voor bepaalde groepen in de samenleving zal er in de toekomst minder werk zijn. Dan wordt de markt een nog slechtere manier om inkomen te verdelen dan die al was.”

De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter in Nederland. Is het probleem dat de armen te weinig krijgen, of de rijken te veel?

“Je moet voor allebei aandacht hebben. Als je het verschil tussen arm en rijk wil begrijpen, gaat het niet meer alleen over salarisongelijkheid. Vooral vermogensongelijkheid is enorm gegroeid in Nederland. Ik vind het fascinerend dat veel Nederlanders tegen een hogere erfbelasting zijn, terwijl dat een heel effectieve manier zou zijn om de groeiende kloof tussen arm en rijk tegen te gaan en meer geld vrij te spelen voor essentiële beroepen.”

“Mensen denken dat er van alles van ze wordt afgepakt als de erfbelasting wordt ingevoerd. Maar dat zijn vaak de mensen die het helemaal niet treft. Je kunt mensen vrijstellen van erfbelasting tot een bepaald vermogen en alsnog heel veel geld ophalen bij de superrijken. Toch zal zoiets niet snel ingevoerd worden, omdat er veel gevestigde belangen mee gepaard gaan. De rijken zijn gewoon heel goed in vermogen doorgeven tussen generaties, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de bedrijfsopvolgingsregeling.”

“Daarom wil Piketty alle mensen mede-eigenaars maken van de bedrijven waar ze werken, en de huizen waarin ze wonen. Dat noemt hij property-owning democracy (eigendomsdemocratie). Niet alleen omdat dat leidt tot een rechtvaardigere economische verdeling, maar ook omdat het onze democratie kan verbeteren. Want nu is het zo dat als rijke mensen iets willen, het veel sneller geïmplementeerd wordt. Ook onze politieke gelijkheid staat op het spel.”