Naar de content

Hoe vrij zijn wij online?

Net iets anders: het Nederlandse internet

iStock

Ook in Nederland zijn er problemen met online vrijheid. Nieuwe wetgeving moet dat oplossen. “Ingrijpen is nodig om ons internet te laten werken.”

Bij internetvrijheid denk je misschien aan problemen die spelen in China en Rusland. Maar iedereen die weleens een onschuldige topless foto op Insta heeft geprobeerd te posten, weet dat dat niet zomaar kan. Binnen de kortste keren wordt je foto verwijderd, en je zelfs van het platform geweerd. Hoe vrij is het Nederlandse internet eigenlijk?

“In Nederland is het internet heel erg vrij”, vindt Mariëlle Wijermans, die aan de Universiteit Maastricht internetvrijheid onderzoekt. “Je kunt je vrijelijk uiten, zolang je niets doet dat niet illegaal is. Je mag zeggen: ‘Ik vind Rutte een slechte minister-president.’ Dan gebeurt er helemaal niks. We hebben geen politieke beperkingen. Ook kun je vrijelijk informatie opzoeken. Dit alles binnen de grenzen van de wet.” Je mag dus alles online plaatsen wat van de overheid mag. Dingen die in het gewone leven verboden zijn, mogen ook niet online. Denk aan kinderporno, beelden van geweld of smaad; daar kun je ook online voor vervolgd worden. Maar als je je aan de wet houdt, mag verder alles.

Wat dat betreft zijn we volgens Wijermars in Nederland vrij in vergelijking met andere landen, ook binnen Europa. Dit beaamt Clément Perarnaud van de Vrije Universiteit Brussel. Hij schreef vorig jaar een tachtig pagina's dik EU-rapport over internetfragmentatie. “In heel Europa zijn de regels verschillend over wat als illegale inhoud wordt gezien. In Hongarije bijvoorbeeld kan LGBTQ-inhoud beschouwd worden als tegen de wet, en in Spanje kan inhoud over onafhankelijkheid als problematisch worden beschouwd. We hebben dus niet dezelfde regels. Dit betekent dat het vrijheidsniveau kan variëren afhankelijk van de nationale regels.”

Sorry voor de tieten

In Europa valt nog veel te verbeteren, maar Nederland is vrij! LGBTQ, abortus, politieke meningen –het mag allemaal. En toch, die ene foto met blote tieten, die mag ik niet zomaar overal online plaatsen. Eerlijk gezegd heb ik ook nooit de behoefte gehad, maar er zijn genoeg mensen die door een mooie blootfoto online in de problemen kwamen. Foto’s van blote borsten in kunst of tijdens het geven van borstvoeding mogen officieel sinds 2015, maar worden toch nog vaak geweerd van Instagram.

Screenshot van een Instagram-post van Stella Bergsma, die met blote borsten poseert. Over de tepels zijn witte sterren geplakt.

Screenshot van een Instagram-post van Stella Bergsma.

Stella Bergsma/Cornelie Tollens

Iemand die daar alles van weet, is Stella Bergsma, schrijfster, zangeres en de maker van de documentaire ‘Sorry voor de tieten’. “Het is heel belangrijk om je online vrij te kunnen uiten, essentieel”, zegt Bergsma. “Ik wil gewoon kunnen zeggen wat ik wil.” Ze vindt het belachelijk dat tepels op platforms als Instagram, Facebook en Threads niet mogen. “Het is censuur én seksuele discriminatie, want mannen mogen wel tepels laten zien.” Bergsma geeft aan dat ze er voorheen veel last van had, maar nu rekening mee houdt. “Ik heb me er inmiddels braaf aan aangepast. Het is dodelijk vermoeiend om voortdurend geblockt en verwijderd te worden, en vervolgens niemand te kunnen bereiken om het op te lossen. Ik ben geknecht. Ik kan me ertegen verzetten, maar dan ben je daar dagelijks mee bezig.”

Miljardairs

Bergsma is minder vrij dan ze zou willen op bepaalde platforms, en dan gaat het ‘maar’ om afbeeldingen van blote borsten. “Wat ik gevaarlijker vind is dat een platform als Meta ook politieke content weghaalt. En wanneer je veel post over Gaza, dan krijg je op Instagram een shadowban.” Je content is dan bijvoorbeeld niet meer zichtbaar voor mensen buiten jouw online contacten, en wordt minder gepromoot. “Dat is nogal wat. Zij bepalen dan wat je wel en niet mag zeggen. En ze zijn niet de overheid, maar gewoon een commerciële instelling. Dat is überhaupt raar van wat er is gebeurd met internet: het is in handen van miljardairs, en die maken uit wat je wel en niet mag zeggen.”

Het is in Nederland dus niet de overheid, maar het zijn de grote bedrijven achter de platforms die bepalen wat er wel en niet mag. En dat gaat niet alleen om grote dingen als politieke of seksuele censuur, het zijn ook kleinere dingen. Wijermars: “Het maakt bijvoorbeeld al uit in welke taal je zoekt. Je zoekmachine staat automatisch ingesteld op een bepaalde taal, en maakt daarbij allerlei aannames. Deze zijn bedoeld om informatie te geven waarvan ze denken dat die zo relevant mogelijk is voor jou. Maar een zoekopdracht in verschillende talen, kan dus verschillende uitkomsten geven.” Belangrijk om je te realiseren: een zoekopdracht in een zoekmachine voelt misschien als iets neutraals, maar alleen al de taal is van invloed op de – mogelijk gecensureerde – resultaten.

Ondervertegenwoordigd

Iemand die gevallen bijhoudt waar het echt fout gaat met online vrijheid, is Rejo Zenger van Bits of Freedom. “Dingen die scherp geformuleerd zijn, komen meer naar voren dan dingen die genuanceerder zijn. Dus bepaalde inhoudelijke geluiden zijn ondervertegenwoordigd op het internet. Je krijgt slechts een subset van de totale maatschappij te zien.” Zenger krijgt regelmatig klachten van minderheidsgroepen. “Actiegroepen die een wat andere opinie hebben, zoals over het klimaat of abortus, verliezen hun accounts relatief snel. Women on Waves bijvoorbeeld, een Nederlandse organisatie die opkomt voor vrouwenrechten en vrouwen helpt bij abortus als ze dat nodig hebben, wordt regelmatig van YouTube afgegooid. Veel mensen die iets opzoeken, zoals mijn dochter, gebruiken daarvoor YouTube. Dus op het moment dat zo’n organisatie daar niet meer zichtbaar is, is die ook meteen haar stem kwijt.”

Als we niets aan wetgeving zouden hebben, dan had je het internet al lang niet meer kunnen gebruiken

— Mariëlle Wijermans

Ook Zenger maakt zich druk om de vrijheid om te berichten over oorlog in Gaza. “Wat je ziet, is dat het Israëlische geluid veel beter beschermd is dan het geluid van mensen uit Gaza of mensen die in Nederland opkomen voor mensen in Gaza. Oproepen tot geweld en het vermoorden van een bepaalde bevolkingsgroep mogen blijven staan. Accounts van Palestijnse mensenrechtenorganisaties worden daarentegen heel snel afgesloten – een grootschalig schandaal. Er was een functie waarbij je, als je op Whatsapp een animatie laat genereren van een Palestijn, een boos kijkende jongen met een geweer om zijn nek krijgt, en als je zoekt naar een Israëlische militair, krijg je een vriendelijke man zonder geweer. Het laat zien dat veel van deze platforms gekleurd zijn als het gaat om de content. En dat maakt dat niet alle stemmen in onze samenleving hetzelfde bereik hebben. Dat je een bepaald geluid in het spectrum niet aan het woord laat. Terwijl mensen het recht hebben goed geïnformeerd beslissingen te nemen.”

Zelfs in het vrije Nederland is er dus een probleem met online vrijheid. De oplossing? De Digitale Service Act (DSA) en de Digital Markets Act (DMA), nieuwe Europese wetgeving, waar iedereen zich sinds 17 februari dit jaar aan moet houden. Wat houdt die wetgeving precies in? “Bedrijven worden meer verantwoordelijk voor de content op hun platforms”, aldus Perarnaud. “Hoe groter je bent als platform, als digitale dienst, hoe meer verplichtingen je krijgt op het gebied van welzijn.” Er moeten gatekeepers komen, legt hij uit, een soort poortwachters voor het modereren van inhoud, zodat illegale content snel wordt verwijderd. Daarnaast moeten ze een goed systeem hebben om klachten af te handelen en moeten ze transparant zijn over hoe ze dat doen. “Dat is volgens mij een goede zaak. Het schept meer verplichtingen voor de grootste bedrijven over de hele wereld en ik denk dat het duidelijk is dat dit nodig is”. Zenger voegt toe: “Ik denk dat er dankzij de DMA meer concurrentie van platforms kan ontstaan. Daardoor gaat het internet voor jou met jouw misschien iets andere gedachten ook een plek voor die inhoud zijn.”

Waakhond

En wordt het internet vrijer van de nieuwe wetgeving? Nee, geeft Perarnaud toe. De nieuwe wetgeving maakt het internet minder vrij, meer gecontroleerd, maar daardoor wel beschaafder. “Of dit een goede ontwikkeling is, hangt echt af van wie er aan de macht is. Het is fijn dat de staten meer controle hebben en dat er meer verantwoordelijkheid is, meer transparantie over de informatie die online staat. Maar er moeten ook waakhondmechanismen zijn, want het kan ook problemen vormen. Veel van de wetgeving die op EU-niveau is aangenomen, zou in een autoritaire context behoorlijk beangstigend zijn.”

Je zou dus kunnen zeggen dat deze wetten het internet minder vrij maken, omdat er meer controle is. Wijermars: “Libertarians, een Amerikaanse stroming, willen informatie helemaal vrij hebben en zijn tegen elke vorm van overheidsinmenging. Maar als we niets aan wetgeving zouden hebben, dan had je het internet al lang niet meer kunnen gebruiken. We hebben bijvoorbeeld heel veel problemen gehad met spam. Daar is ook wetgeving voor nodig geweest om te zorgen dat jouw e-mailbox niet meer de hele dag vol zit met allerlei onzin. Ingrijpen is nodig om ons internet te laten werken, zodat we niet de hele tijd worden geconfronteerd met allerlei fraude en misleiding.”

Een vrouw zit aan een rommelig bureau achter een computer. Op het scherm is een mailbox geopend. Enveloppen die ongelezen e-mails symboliseren, zweven voor het beeldscherm.

Wetgeving heeft ervoor gezorgd dat onze mailboxen niet vollopen met spam.

Freepik

Toch nog even terug naar Bergsma, een in mijn ogen groot voorvechter van online vrijheid. Ik verbaas me over haar antwoord als ik vraag hoe zij ertegenaan kijkt. “Ik vind toch dat er meer restricties zouden mogen zijn: regels tegen schelden, pesten, bedreigingen. X, voorheen Twitter, is vrijer dan sommige andere platforms, maar onverdraaglijk geworden”. Hoe zou het beter kunnen? “Vroeger had je op een forum een moderator. Ik weet ook niet hoe die moderatie er nu precies uit zou moeten zien. Maar ik vind dat die grote partijen er best wat meer geld tegenaan mogen gooien, want het is wel noodzakelijk.” En precies dat is wat de nieuwe wetgeving beoogt. Nu alleen nog een manier vinden waarop de moderatie precies juist is afgestemd. En of dat de grote platforms echt gaat lukken?