Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) heropende op 14 oktober het Trippenhuis van de eeuwenoude Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Ze sprak met wetenschappers over onderzoek, onderwijs en interdisciplinaire samenwerking. Faces of Science Lucia Baldauf en Edouard Fu waren erbij!
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) zit al sinds 1812 in het Trippenhuis, een imposant grachtenpand aan de Kloveniersburgwal in de binnenstad van Amsterdam. Het Trippenhuis werd tussen 1660 en 1662 gebouwd voor de steenrijke gebroeders Trip, die in de Gouden Eeuw een fortuin verdienden met de wapenhandel. Meer dan anderhalve eeuw lang bleef het Trippenhuis eigendom van de familie, tot in 1812 koning Lodewijk Napoleon in dit gebouw de voorloper van de KNAW vestigde, het Koninklijk Instituut van Wetenschappen. In de negentiende eeuw (van 1815-1885) kwam ook het Rijksmuseum hierbij. Hierna is het Trippenhuis in gebruik genomen door de KNAW die er tot op de dag van vandaag nog zit.
De afgelopen twee jaar vond er een grondige verbouwing en restauratie plaats om het hele pand opener en lichter te maken. Tegelijkertijd zijn een aantal zalen benoemd naar vrouwelijke onderzoekers, om hun belangrijke bijdragen aan de Nederlandse wetenschap te benadrukken. Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) was aanwezig om de feestelijke opening van het hernieuwde Trippenhuis te vieren en ging ook in gesprek met verschillende wetenschappers.
In gesprek met de minister
Het debat vond plaats in de prachtig verbouwde Tinbergenzaal, vernoemd naar de Nederlandse broers Jan en Niko Tinbergen die allebei de Nobelprijs hebben gewonnen. Jan Tinbergen studeerde wis- en natuurkunde en won de eerste Nobelprijs voor de Economie (1969) voor de ontwikkeling van economische modellen. Zijn jongere broer Niko was bioloog en kreeg voor zijn onderzoek naar het gedrag van dieren in 1973 de Nobelprijs voor de Geneeskunde. Na een korte opening door de voorzitter van de KNAW, praatte de minister met een aantal wetenschappers en betrokkenen, waaronder de voorzitter van de KNAW, de Jonge Akademie (platform voor jonge toponderzoekers), de Akademie van Kunsten en het ComeniusNetwerk (platform voor onderwijsvernieuwing). Tijdens het gesprek stond vooral de vraag centraal hoe je onderzoek en onderwijs beter kunt integreren.
Waarom zou je onderzoek en onderwijs met elkaar willen verweven? Deze integratie zorgt ervoor dat studenten worden opgeleid tot kritische burgers. Althans, dat is het idee. We worden via social media, de televisie en de krant voortdurend bestookt met een hoop uitspraken ondersteund door “wetenschappelijk onderzoek”. Maar om de zin van de onzin te onderscheiden, is tegenwoordig nog niet zo gemakkelijk. De ene politicus roept op tv dat de mens geen invloed heeft op de klimaatverandering, de ander zegt dat wij juist dé oorzaak zijn van alle ellende. Weer een ander twittert dat er op dit moment helemaal geen klimaatverandering ís! Als we studenten al vroeg in aanraking laten komen met onderzoek, weten ze later beter wat wel betrouwbaar is en wat niet. Zo ontwikkelen ze een kritische blik op maatschappelijke onderwerpen, aldus de minister.
Maar hoe dan?
Hoe zorgen we voor die verwevenheid tussen onderzoek en onderwijs? Als we voor elke klas een wetenschapper zetten die af en toe wat vertelt over zijn of haar onderzoek, dan komen studenten daar al vroeg mee in aanraking. Maar niet iedere goede wetenschapper is ook een goede docent. Daarnaast doen niet alle goede docenten ook wetenschappelijk onderzoek. De verwevenheid staat nog meer onder druk doordat er steeds meer studenten bijkomen. Hierdoor moet een onderzoeker meer tijd besteden aan het geven van onderwijs en houdt hij of zij minder tijd over voor de wetenschap.
Er werd dan ook geopperd om een aantal wetenschappers wat meer te laten focussen op het geven van onderwijs en een ander deel op onderzoek. Hierdoor kunnen mensen die passie hebben voor onderzoek zich daarop richten en staan de mensen die juist heel goed uitleggen wat vaker in de collegezaal. Die docenten blijven dan betrokken bij het onderzoek en daarmee ook hun studenten.
Onderwijsinnovatie
Het laatste deel van het gesprek richtte zich op onderwijsinnovatie en hoe digitalisering een rol kan spelen om het onderwijs te verbeteren. In het Leids Universitair Medisch Centrum is er bijvoorbeeld een hele onderzoeksgroep die zicht richt op onderwijsinnovatie. Ze bekijken onder andere hoe studenten het beste leren en welke (digitale) methoden daarvoor gebruikt kunnen worden. Zo is voor geneeskundestudenten onlangs de Hololens geïntroduceerd. Hiermee projecteer je met hologrammen delen van het menselijke lichaam, die dan door de lesruimte zweven. Studenten lopen hier dan onderdoor en langs, waardoor ze sneller de 3D anatomie onder de knie krijgen.
Wereldwijd zijn ook veel universiteiten bezig met het ontwikkelen van zogeheten MOOCs -massive open online courses. Dit zijn gratis online cursussen over een specifiek onderwerp, die het onderwijs toegankelijk maken voor iedereen. Zo volg je vanuit je eigen stoel een cursus van Harvard, Oxford of Stanford!
Kijk ook naar andere vakgebieden
Het gesprek sloot af met aan toespraak van de voorzitter van de KNAW. Een tip die we mee kregen: kijk over de grenzen van je eigen vakgebied heen, net zoals Jan Tinbergen die natuurkunde studeerde en de eerste Nobelprijs voor de Economie won. Je wordt creatiever als je met anderen disciplines samenwerkt en daar wordt je onderzoek beter van. Hierna werd de hernieuwde Tinbergenzaal officieel geopend met een luide gongslag door de minister (zie filmpje). Al met al een leuke dag waarin wij veel hebben geleerd over onderzoek en onderwijs, en die we konden afsluiten met een mooie rondleiding door het Trippenhuis!
Meer weten?
Achtergrondinformatie over het Trippenhuis en
Een artikel over het gebruik van de Hololens in het LUMC
Verschillende MOOCs van Harvard op edX
De onderzoeksgroep Onderzoek van Onderwijs in het LUMC doet onderzoek naar innovatieve leermethoden en toepassingen