Naar de content

‘Hecht meer waarde aan digitale architectuur’

Net iets slimmer: Nathalie Van Raemdonck

Frederique Matti voor NEMO Kennislink

Social media kunnen bijdragen aan online radicalisering. Veel platforms lijken namelijk op buitenwijken waar bewoners weinig contact hebben buiten hun eigen buurt, stelt Nathalie Van Raemdonck.

Corona, Rusland-Oekraïne, Israël-Palestina, anticonceptie en het klimaat. Het zijn allemaal thema’s die in verband worden gebracht met desinformatie. Als reactie hierop laten experts in de media hun licht schijnen op het fenomeen: uit welke hoek komt de misinformatie en hoe ernstig zijn de gevolgen? Een logische reactie. Zowel media als experts waarschuwen de samenleving. Daar schuilt echter ook een gevaar in: dat kan het fenomeen groter maken dan het daadwerkelijk is.

“Het gaat de laatste jaren veel over desinformatie”, vertelt Nathalie Van Raemdonck. “Dat is maar in zekere mate terecht. De groep die onzin verspreidt, is heel vocaal, maar niet erg groot. We moeten daarom rustig doen.” Van Raemdonck doet als promovendus aan de Vrije Universiteit Brussel onderzoek naar verspreiding van misinformatie, online radicalisering en het ontwerp van platforms als Facebook en X (voorheen Twitter). Naar haar inzicht geldt hier de zogeheten 90/9/1-regel. “90 procent van de internetgebruikers is vooral aan het lurken: ze zijn stil en maken geen content. 9 procent reageert wel eens en 1 procent zet echt de toon. Door die luidruchtigheid van die ene procent kan je een meerderheidsillusie krijgen.”

Willoze schapen

De jonge Belgische wetenschapper is daarmee een interessante en enigszins eigenwijze spreker in het debat. Met regelmaat wordt ze geïnterviewd voor Belgische nieuwsartikelen en talkshows. Haar boodschap is vaak een genuanceerde: paniek is niet goed en het te actief bestrijden van misinformatie zou de democratie kunnen schaden. Het medicijn wordt dan erger dan de kwaal. Want wat moet je doen? De foutieve meningen smoren? “Mensen zijn geen willoze schapen; als we het te erg problematiseren, loop je het risico dat we de democratie tenietdoen”, zegt Van Raemdonck doelend op het gevaar van censuur. “Desinformatie is een inherente kwetsbaarheid van de democratie. Het is van alle tijden. Sterker nog: de Verenigde Staten gebruikte tijdens de Koude Oorlog zelf misinformatie om socialistische regeringen in Zuid-Amerika omver te werpen.”

Bovendien ga je dan eenvoudig voorbij aan veel systemische en onderliggende frustraties, meent Van Raemdonck. “Desinformatie wordt dan te veel een symptoom en laat geen ruimte voor de vraag waarom mensen hier gevoelig voor zijn.”

Zij tegen ons

Het betekent niet dat er geen ruimte is voor verbetering. “Het is vreemd dat we in de fysieke wereld veel waarde hechten aan architectuur, maar in de digitale maatschappij niet.” Ze doelt niet alleen op de architectuur van gebouwen, maar ook op de manier waarop samenleving en democratie zijn ingericht. Zo kent Nederland sinds 1848 een minutieus uitgedacht parlementair stelsel. En ook over de inrichting van een nieuwbouwwijk wordt langdurig nagedacht: een sportpark, speeltuin, buurthuis en bejaardencentrum moeten voor verbinding zorgen in de wijk.

Nooit eerder leefden we fysiek in staten, maar online in een globale samenleving

Veel online platforms zijn zo ontworpen dat ze mensen juist verdelen, ziet Van Raemdonck. “De kern van mijn onderzoek is hoe de structuur van een platform kan bijdragen aan polarisering en radicalisering. Social media geven veel ruimte voor eigen gemeenschappen, met normen die niet altijd passen in onze bredere samenleving. Mensen zetten zich af tegen de maatschappij en hebben een binair wereldbeeld: het is zij tegen ons.”

De wetenschapper vergelijkt het met een stad waarin er veel overlap en interactie is tussen verschillende wijken. Veel social media lijken op buitenwijken waar bewoners weinig contact hebben buiten hun eigen buurt. “De architectuur is daarbij heel belangrijk voor de cultuur. De cultuur op Tumblr is heel anders dan die van Facebook. Die van Facebook is anders dan die van X.”

Glazen huis

In het verleden boog Van Raemdonck zich ook over cyberoorlogen. Dat is oorlogsvoering waarbij een land andere naties aanvalt via spionage en netwerksabotage, uitgevoerd door hackers. “Er is op dat vlak veel vooruitgang geboekt in het internationale domein. Veel landen beseffen dat de hele wereld spreekwoordelijk in een glazen huis woont: iedereen en elk land is kwetsbaar. En vanuit een glazen huis ga je niet met stenen gooien.”

Van Raemdonck legt uit dat het halverwege het vorige decennium onrustiger was. Onder meer Rusland en Noord-Korea voerden aanvallen uit. Een probleem daarbij was dat een aanval gericht op één land al gauw wereldwijde impact kon hebben, doordat bijvoorbeeld ook bedrijven die handel dreven met het land dat doelwit was, werden geïnfecteerd. Het aanvallende land schoot dan het doel voorbij, wat veel twisten opleverde. Zo werden er bijvoorbeeld ziekenhuizen en telefoondiensten geraakt. “Dat maakte cyberaanvallen tegelijk impopulairder en veel gerichter”, vertelt Van Raemdonck.

De cyberaanvallen worden daarnaast minder vaak opgeëist. “Tegenwoordig kan het goed zijn dat een cyberaanval komt van een wereldmacht, criminele organisatie of van een zestienjarige scholier achter zijn bureau.”

Internet als katalysator

Het is een interessante tijd voor wetenschappers die onderzoek doen naar het internet, alsof de hele wereld meedoet aan een groot wetenschappelijk experiment. “Nooit eerder leefden we fysiek in staten, maar online in een globale samenleving. We zijn elkaars buren geworden”, zo duidt Van Raemdonck haar fascinatie. “Deze parallelle democratie beïnvloedt wereldwijd maatschappijen, ook al is de context binnen die landen anders. De Black Lives Matter-beweging gaat over problematiek die speelt in de VS. Voor een deel is er overlap met de problematiek in Europa, maar de situatie is niet hetzelfde. Toch zet het aan tot nadenken, gaan ook hier mensen de straat op. Internet is de katalysator.”

Is dat, in de ogen van Van Raemdonck, een goede of een slechte eigenschap van het internet? “Technologie kan niet goed of slecht zijn. Het is altijd afhankelijk van intenties van de mensen die het inzetten. De frustraties die opborrelen, stellen eisen aan hoe wij de democratie moeten organiseren.”

Een donkere vrouw met zwart mondkapje houdt een kartonnen bord met de tekst 'Black Lives Matter' omhoog. Naast haar staat een vrouw, eveneens met een zwart mondkapje. Een bord met een getekende vuist is zichtbaar.

De Amerikaanse Black Lives Matter-beweging gaat over problematiek in de VS, maar zette ook in Europa mensen aan tot nadenken en protest.

Freepik

Blijven strijden

Hoe dat moet gebeuren is een ongelooflijk moeilijk vraagstuk, weet de Belgische. Bewust doet ze ook niet te veel uitspraken over hoe volgens haar het ideale platform eruit zou moeten zien. “Ik onderzoek hoe de structuur van een platform invloed heeft. Ik zit bewust niet aan de beleidskant.”

Wel weet ze dat elke afspraak over strenge normen per definitie een vermindering van de vrijheid is. De wetenschapper ondervond dat toen ze werkzaam was in een denktank van de EU die zich bezighield met cyber en diplomatie. Op dat moment speelde er de discussie of er een internationaal verdrag moet zijn over cyber- en informatieveiligheid. Van Raemdonck volgde het op de voet. Er waren al landen als Egypte en Iran aan boord – niet de braafste jongens van de klas. Uiteindelijk steunde de EU de poging tot verdrag niet. “Ik had daar wel begrip voor. Dat soort verdragen kan veiligheid op internet bewerkstelligen, door te bepalen wat voor content verspreid mag worden. Maar je gaat landen ook een vrijpas geven tot meer controle over het internet. Door ondertekening loop je het gevaar dat je legitimeert dat autoritaire landen meer controle uitoefenen. Ik vind het goed dat we aan deze kant van de wereld blijven strijden voor een open samenleving, fysiek en online.”