Digitaal ontwerper Lei Nelissen pleit voor beter digitaal burgerschap: gebruikers moeten meer controle krijgen over data en moeten meer kennis ontwikkelen over de digitale wereld.
Het werkende leven van Lei Nelissen staat in het teken van digitaal zelfinzicht. Zo schreef de Eindhovenaar een wetenschappelijk paper over hoe apps ervoor zorgen dat je maar blijft scrollen, en bouwt hij aan een app die het makkelijk moet maken voor burgers om inzicht te krijgen in het eigen datagebruik. “Er zijn veel experts bezig met het aankaarten van veiligheidsrisico’s en andere gevaren voor de samenleving. Ze wijzen er dan op dat je in plaats van X (voorheen Twitter, red.) beter Mastodon kan gebruiken. Maar vaak wordt er te weinig nagedacht over gebruiksgemak”, vindt de digitaal ontwerper.
De website en app van Mastodon hebben geen advertenties. De verantwoordelijkheid is decentraal belegd: niet de eigenaar, maar de gebruikers bepalen samen de omgangsvormen in hun Mastodon-groep. “Vanuit technologisch perspectief merk ik dat heel veel mensen met verstand van zaken hunkeren naar zulke decentrale systemen en netwerken. Maar X is tot nu toe veel makkelijker in het gebruik dan Mastodon. Je kan nog zo vaak waarschuwen voor de risico’s van bepaalde technologieën, maar als er geen eenvoudig te gebruiken alternatief is wordt het lastig. Die gemakskloof moeten we eerst dichten.”
Koerier met USB-stick
Dat probeert hij ook met zijn eigen app: Aeon. Die moet ervoor zorgen dat mensen eenvoudig toegang krijgen tot data die over hen gaat. Nelissen legt uit dat gebruikers op basis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) recht hebben om data op te vragen bij elk bedrijf dat deze verwerkt. “Best tof hoe de wetgever gebruikers invloed geeft. Het zijn hele krachtige rechten.” Maar opnieuw komt hetzelfde probleem om de hoek kijken. We leven volgens Nelissen tegenwoordig in een gemaksbubbel. “We maken pas ergens gebruik van als het eenvoudig is.”
Dat het verkrijgen van die data nu nog omslachtig is, ondervond hij aan den lijve. Bij wijze van test vroeg hij zelf gegevens op, zoals de data die ABN AMRO verzamelde wanneer hij via de app Tikkie geld overmaakte en ontving. “ABN AMRO heeft een sterke juridische afdeling. Die kwam tot de conclusie dat het transport veilig moest zijn, omdat er authenticatie moest plaatsvinden. Als oplossing stuurde ABN AMRO een koerier naar mijn huis met een USB-stick die mijn paspoort controleerde. Die methode voldoet aan de wet, maar laat wel wat liggen op gebruiksgemak.” Ook bij de gemeente Eindhoven vroeg hij data op. “Die mocht ik bij de gemeente inzien op een scherm. Ook niet handig.” Zijn app Aeon is in het leven geroepen om ‘veilig en gestandaardiseerd’ zulke data op te halen. “De barrière moet omlaag. In drie kliks moet je bij alle organisaties die jouw gegevens hebben, ook data kunnen opvragen.”
Controle terugpakken
Maar waarom maakt hij zich hier zo druk om? Wat hebben tante Joke en buurman Henk eraan om te kunnen inzien naar welke YouTube-filmpjes ze kijken en wat hun gedrag is op shopwebsites? “Het draait allemaal om digitaal burgerschap en bewustwording, dat we vrijelijk keuzes kunnen maken. Daarvoor kan het waardevol zijn als je weet welk profiel er van jou is gemaakt op een bepaald platform, omdat dit je meer bewust kan maken van wat algoritmes je voorschotelen. Het kan je laten zien dat je te veel op een site zit, te veel naar kattenfilmpjes kijkt. We moeten de controle terugpakken.”
Dat geldt in zijn ogen vooral voor de sociale platforms waarop we zitten. “We maken graag gebruik van de platforms, maar worden te weinig geconfronteerd met de consequenties en geven vrijheid uit handen. De content en reclame op sociale media scheppen tot op zekere hoogte ons wereldbeeld, consumentengedrag en onze meningen. Daarmee geven we als maatschappij de controle uit handen. Als we mensen in vrijheid willen laten leven, moeten we ze ook gereedschappen geven om tot zelfinzicht, eigen keuzes en controle te komen. Zodat een platform waardevol wordt voor het individu, in plaats van het individu voor het platform.”
Fuik
De negatieve invloed van social media ziet Nelissen dagelijks op het nieuws. Zo leest hij berichten over meisjes die geen anticonceptie meer gebruiken, onder meer omdat influencers ze dat vertellen. “Tot een bepaalde hoogte is het wel of niet gebruikmaken van anticonceptie een individuele keuze. Maar er ligt wel een link met filmpjes over de pil. Dat is het lastige: social media staat dichter bij de mensen dan de dokter. Terwijl een dokter meer een expert is en een genuanceerder beeld kan geven.”
Door middel van data zou je aan gebruikers duidelijk kunnen maken in welke socialmediafuik ze zitten en hoe lang ze op het platform zijn. “Dan zie je hoe ver de invloed reikt en dat er een problematische kant aan zit. Al besef ik ook dat er dan alsnog mensen zijn die in hun eigen fuik zullen blijven. Dat is onvermijdelijk.”
Bijdrage aan wetenschap
Er is nog een voordeel van het eenvoudig inzichtelijk maken van data voor gebruikers. Zij kunnen die dan eenvoudiger delen voor wetenschappelijk onderzoek. “Dat vind ik mooi aan de AVG-wetgeving: je kan via de data van een platform inzichtelijk maken welke invloed het platform heeft. Die wetenschappelijke kennis draagt bij aan het digitale burgerschap dat ik voorsta.”
Voor de voormalig student van de TU Eindhoven is wetenschap leidend in zijn werk. Anderhalf jaar geleden publiceerde Nelissen nog een wetenschappelijk paper, over dark patterns en online privacy op socialmediaplatforms. “Het gaat over hoe gebruikers zo lang mogelijk op zo’n platform blijven. Zo komt er geen einde aan wat je voorgeschoteld krijgt, waardoor je kunt blijven scrollen en niet reflecteert of het zinvol is waar je mee bezig bent. In mijn onderzoek keek ik naar waarom ontwerpers dat soort technieken toepassen. De uitkomsten daarvanzijn dat ontwerpers soms kennis en ervaring missen als het gaat over over de wettelijke verantwoordelijkheid die ze hebben. Daarnaast is het internet zo overspoeld met gebruikersonvriendelijke ontwerpen dat ze dark patterns als normaal zijn gaan beschouwen. Kennis over hoe het wel kan is maar mondjesmaat beschikbaar, en daar zie ik een grote kans voor het ontwerpveld.”
Voor het SIDN, dat fundamenteel onderzoek doet naar hoe het internet eruitziet, bouwde Nelissen met designstudio Bureau Moeilijke Dingen een gigantische knikkerbaan, die te zien was tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven. Daarmee bootste hij na welke route je aflegt als je naar een website surft. En met de Amsterdam Law Hub van de UvA werkte hij aan een platform om veilig gevoelige persoonsdata te delen tussen rechtswinkels, zodat ze betere hulp kunnen leveren aan rechtsbehoevenden. “Het zijn voorbeelden van projecten waarin maatschappelijke impact, technologie en gebruiksgemak samenkomen. Het is mijn rol om dat soort technologie toegankelijk te maken.”