Naar de content

De kracht van een cultuurclash

Wat de klimaataanpak kan leren van de maanmissie

Stijn Schreven voor NEMO Kennislink

Tijdens de Koude Oorlog leidde een culturele strijd tot een opmerkelijke technologische prestatie: het neerzetten van mensen op de maan. Kunnen de huidige spanningen tussen landen ook leiden tot een andere opmerkelijke prestatie: de energietransitie? En hoe overbrug je cultuurverschillen als je wel moet samenwerken om dat te bereiken?

‘Een volledige snelle ongeplande ontmanteling. (…) Een geweldige dag!’, schrijft Elon Musk op 16 januari 2015 op Twitter. Daarbij plaatst hij een foto van een raket van zijn ruimtevaartbedrijf SpaceX die bij de landing explodeert. Al jaren is de ontwikkeling van raketten door SpaceX online te volgen, onder meer via tweets van baas Musk. Dat er (aanvankelijk) raketten sneuvelen, is geen probleem, ook deze ‘snelle ongeplande ontmantelingen’, zoals Musk ze eufemistisch noemt, deelt hij gretig met de wereld.

Een tweet van Elon Musk over een test van een SpaceX-raket.

Twitter, Elon Musk

“Dat is ondenkbaar in de Chinese ruimtevaartwereld”, zegt Marc Klein Wolt over het Twitter-gedrag van Musk. Klein Wolt is directeur van het Radboud Radio Lab van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Dat lab ontwikkelde het meetinstrument Netherlands-China Low-Frequency Explorer, dat in 2019 meereisde met een Chinese maansatelliet. Gezichtsverlies is volgens hem ongeveer het ergste is wat je kan gebeuren in China. “Alles en iedereen daar is erop gericht om dat te voorkomen. Dit betekent dat je niet te koop loopt met je fouten. Doe je dat wel, dan nemen mensen je al snel niet meer serieus. Zoiets kan zelfs gevolgen hebben voor je carrièrekansen.”

Het aan de Amerikaanse kant trots je eerder gemaakte fouten presenteren en aan de Chinese kant je falen zo diep mogelijk wegstoppen, is maar één van de culturele verschillen in de wereld. Hoe verenig je al die cultuurverschillen met het realiseren van iets wat van levensbelang is voor álle culturen: het verkleinen van de ecologische voetafdruk van de mens en het razendsnel vergroenen van onze energievoorziening? Of landen het willen of niet: hiervoor is samenwerking nodig. Maar hoe doe je dat als je de ander niet goed begrijpt? Of zelfs als je helemaal niet wíl samenwerken? Kunnen we iets leren van de culturele clash en technologische wedloop die een halve eeuw geleden leidden tot de maanlandingen?

Voor- én nadelen

Klein Wolt heeft een internationaal netwerk. Het project met de Chinese maansatelliet loopt nog steeds, maar hij heeft ook regelmatig contact met Amerikaanse, Chinese en Europese collega’s over bijvoorbeeld de bouw van een radiotelescoop op de maan. Daarnaast spreekt hij veel astronomen en ingenieurs uit Europa én heeft hij lijntjes met Afrika, waar zijn team een nieuwe radiotelescoop wil realiseren, de African Millimetre Telescope. “Bij al die verschillende contacten moet je rekening houden met cultuurverschillen”, zegt hij. “Ik bedenk van tevoren: oké, dit is Afrika, China, de VS, Frankrijk of Duitsland en daar doen ze dingen anders dan we in Nederland gewend zijn. Kun je bijvoorbeeld openlijk praten over fouten? In welke mate zijn ze trots op hun eigen cultuur? Treden ze op de voorgrond of zijn ze juist wat stiller? Hoe hard zijn de afspraken die op papier zijn gezet? Dit soort zaken verschillen erg van cultuur tot cultuur. Als je daar niet op let, dan ga je onherroepelijk de fout in.”

In feite hebben veel culturele aspecten voor- én nadelen, aldus Klein Wolt. Zo noemt hij de bestuurscultuur in China erg rigide (iedereen volgt de leider), maar door het eerder genoemde vermijden van gezichtverlies is er ook een sterke oplossingsgerichtheid en zelfs flexibiliteit. Chinezen bedenken al oplossingen voor problemen die er nog niet eens zijn. Klein Wolt herinnert zich een voorval op de lanceerbasis Jiuquan in 2019, ongeveer een maand voor lancering van de satelliet met zijn meetinstrument. “Uit de satelliet stak een draad, precies op de plek waar ons instrument moest komen. Het bleek een temperatuursensor te zijn die niet op de bouwtekening stond. Ik zag de bui al hangen, want in Europa of de VS zou zoiets onherroepelijk leiden tot maanden van herontwerp en vertraging. In China pakte de hoofdingenieur na een kort overleg een schaar en knipte de draad weg; die sensor kon ook wel ergens anders zitten.”

In de Verenigde Staten ziet Klein Wolt dat projecten met veel bravoure worden aangekondigd, maar hij weet dat je die plannen met een korreltje zout moet nemen. “Al tientallen jaren zeggen ze binnen afzienbare tijd weer op de maan te landen, maar dat is nog steeds niet gebeurd. Als de Chinezen daarentegen zeggen dat ze iets gaan doen, dan weet je zeker dat ze het gaan doen. Ze nemen het risico niet dat iets níét zou kunnen lukken. Aan de andere kant is het Amerikaanse vermogen om te leren van fouten groter, omdat ze er niet voor weglopen.”

Impressie van NASA’s Mars Climate Orbiter, die verloren ging door een omrekenfout.

Wikimedia commons, NASA/JPL/Corby Waste via publiek domein
Culturele crash

Het is altijd wennen als je naar een land gaat waar andere eenheden worden gebruikt, zoals mijlen in plaats van kilometers of ponden in plaats van kilogrammen. Zelfs ruimtevaartingenieurs hebben daar last van: eind vorige eeuw maakten zij een fatale omrekenfout. In september 1999 bereikte de Mars Climate Orbiter na een reis van bijna een jaar de rode planeet om er weerpatronen te onderzoeken. Dat gebeurde niet, want de satelliet verdween bij aankomst van de radar.

Al snel werd duidelijk waarom. Ingenieurs van het Britse ruimtevaartbedrijf Lockheed Martin die onderdelen van de satelliet hadden gebouwd, programmeerden de boordcomputer zo dat die krachten berekende in Britse eenheden (in pound-force). Het Amerikaanse deel van de satelliet rekende echter met internationale SI-eenheden (newton). De ingenieurs waren vergeten een omrekenstap te maken: 1 pound-force is 4,45 newton. Door een verkeerde aansturing kwam de satelliet te dicht bij de planeet en verbrandde hij in de bovenste laag van de atmosfeer. Een ‘culturele crash’ met een prijskaartje van zo’n 125 miljoen dollar.

Argwaan

Van een open samenwerking was geen sprake tussen het team van Klein Wolt en de Chinese ruimtevaartingenieurs. Beide partijen hielden zo veel mogelijk informatie voor zichzelf. “Ik werd gevraagd om de blauwdrukken van ons apparaat. Die wilde ik wel geven, onder de voorwaarde dat ik hun blauwdrukken mocht zien. Toen begonnen ze te lachen.”

Terug naar het klimaatvraagstuk. Heeft Klein Wolt een advies voor ontwikkelaars van groene technologie, bijvoorbeeld nieuwe windturbines en batterijen? “Zorg ervoor dat je het hart van je kennis voor jezelf houdt; dat doet de andere partij namelijk ook. Als je dat weggeeft, dan bellen ze je de volgende keer niet meer op. Dit is overigens iets wat ik ook zou doen bij een samenwerking met bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Bovendien hoeft die argwaan niet per se slecht te zijn. Ik merkte dat het beschermen van onze kennis en kunde me een zekere mate van respect opleverde.”

Bewijsdrang

Zou je het klimaatprobleem een cultuurclash kunnen noemen? Landen bekvechten op klimaatconferenties over de vraag wie die hele transitie moet betalen. Maar is het ook een epische race die landen tot grote hoogte kan opstuwen en het bijna onmogelijke laat doen, net als landen op de maan in de jaren zestig? Klein Wolt ziet een zeker een soort bewijsdrang bij China, ook op het gebied van klimaat. “Ze willen zich profileren als een wereldmacht die de grote problemen kan oplossen, en klimaatverandering is daar een van.”

Klein Wolt ziet zo’n climate race overigens wel zitten. “Juist vanwege die space race heeft NASA zich op een ongelofelijke manier ontwikkeld; daarvoor stelde de organisatie niet zoveel voor. Je kunt niet ontkennen dat er toen heel snel stappen zijn gemaakt op het gebied van kennis en technologie. Laat ons maar zo’n zelfde race hebben die gaat over duurzaamheid. Dat we strijden om de kampioenstitel klimaattransitie. Dat zou toch mooi zijn? Dan komt de oplossing vanzelf.”