We zeggen dat AI kan denken, leren en zelfs voelen. Maar AI is geen mens. Waarom gebruiken we toch zulke woorden wanneer we het hebben over AI?
“Goedemiddag ChatGPT. Ik heb een vraag: kun je nadenken?” Na even, uhm, ‘nadenken’ heeft de app een antwoord in elkaar geknutseld: “Goedemiddag! Het korte antwoord is: nee, ik ‘denk’ niet op dezelfde manier als mensen dat doen.” Vervolgens valt te lezen wat het systeem dan wel doet: “Het lijkt alsof ik nadenk. Maar mijn antwoorden komen voort uit het herkennen van patronen in taal en kennis, niet uit een innerlijk denkproces of intuïtie.” Conclusie, volgens ChatGPT: “Ik simuleer nadenken – vrij goed zelfs – maar ik ervaar het niet.”
Wij mensen ervaren dat toch anders. We zeggen: “Ik vraag het even aan ChatGPT”. Alsof het een collega is in plaats van een chatbot die wat antwoorden bij elkaar rommelt. Waarom praten we in menselijke termen over AI? Vijf vragen, met antwoorden van echte mensen, over AI en taal.

