Van lezen bij te weinig licht krijg je slechte ogen en van ’s avonds laat eten word je dik. We hebben het allemaal wel eens gehoord, maar klopt het ook? Kennislink dook in de wereld van de medische mythes en zocht het uit. Dit keer een verhaal dat iedereen kent: ’s winters moet je je warm aankleden, anders word je ziek.
In de winter naar buiten voor een lekkere wandeling? Prima, maar dan kun je niet zonder sjaal, muts en handschoenen; anders word je ziek. Een reactie van overbezorgde ouders of zit hier een kern van waarheid in?
“Het is onzin dat je van kou of tocht op zichzelf ziek wordt” vertelt Jan Wilschut, viroloog aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Verkoudheid of griep krijg je door een virus dat je van andere mensen krijgt aangeproest.”
Kleine druppeltjes
Verkoudheidsvirussen (zoals rhinovirussen of coronavirussen) en het influenzavirus, dat griep veroorzaakt, zijn in staat om onze luchtwegen binnen te dringen. Eenmaal binnen begint de productie van nieuwe virusdeeltjes en worden we ziek. Iemand die besmet is, heeft daar echter niet alleen zelf last van. Hij of zij gaat ook kleine druppeltjes met virusdeeltjes (aerosolen) uitniezen of hoesten. Deze kleine druppeltjes komen terecht in de lucht en kunnen zo in de luchtwegen van andere mensen terecht komen. Die gezonde mensen kunnen dan ook ziek worden, gaan op hun beurt virusdeeltjes uitniezen en op die manier verspreidt het virus zich steeds verder.
Naar de manier waarop verkoudsvirussen en het griepvrius te werk gaan is heel veel wetenschappelijk onderzoek gedaan en we weten dus vrij precies hoe we ziek worden. Hoe komt het dan dat we nog steeds denken dat kou de oorzaak is van verkoudheid en griep? Wilschut begrijpt wel waar deze hardnekkige mythe vandaan komt. “In deze tijd van het jaar, als het kouder wordt, zijn er steeds meer mensen die door verkoudheid of griep geveld worden. Een link tussen deze ziekten en de dalende temperatuur is dan makkelijk gelegd”, zegt hij.
Ook al is het dus waar dat er in de herfst en winter meer verkoudheid en griep voorkomt dan in de zomer, volgens Wilschut heeft dat niet zozeer met de kou te maken maar meer met ons eigen gedrag. “In deze periode zitten we veel vaker in afgesloten ruimten bij elkaar. Denk maar eens aan scholen. In klaslokalen wordt, vanwege de kou, nu veel minder geventileerd dan in de zomer. Wanneer mensen dicht op elkaar zitten, in een slecht geventileerde ruimte, is de kans dat virussen worden overgedragen veel groter.” Kinderen raken op school makkelijk besmet, nemen het virus mee naar huis, en zo worden steeds meer mensen ziek.
Verminderde weerstand
Virussen zijn dus de boosdoeners waar je ziek van wordt, maar toch is kou niet helemaal onschuldig. Iemand die het koud heeft is namelijk vatbaarder voor een infectie dan iemand die uit voorzorg een warme trui heeft aangetrokken. Daar zijn volgens Wilschut twee redenen voor. De eerste is vrij logisch. “Wie bij kou slecht gekleed gaat, heeft over het algemeen een wat verminderde weerstand omdat het lichaam alle zeilen bij moet zetten om warm te blijven”, legt Wilschut uit.
De tweede verklaring zit iets ingewikkelder in elkaar. Wilschut: “In de luchtwegen, waar ziekmakende virussen binnendringen, liggen bloedvaten. Als je het koud hebt, vernauwen deze bloedvaten zich,. Daardoor is de toevoer van lymfocyten, een speciaal soort afweercellen, naar de luchtwegen verminderd en hebben virussen dus meer gelegenheid om zich te vermenigvuldigen.”
Oergezond
Dat niet iedereen last heeft van kou, ziet Wilschut dagelijks. “Iedere ochtend rijd ik van het platteland van Groningen naar de stad. En iedere ochtend zie ik dan een man precies dezelfde route afleggen. Hij fietst altijd, heeft nooit een jas aan en rijdt als het vriest gewoon in zijn hemdsmouwen naar het werk. Lijkt vreemd, maar volgens mij is hij oergezond.”
Kunnen we daar een voorbeeld aan nemen en voortaan allemaal zonder jas naar buiten, zelfs bij regen, wind of sneeuw? Het kan wel, maar Wilschut zou iedereen toch adviseren om zich in dit jaargetijde warm aan te kleden. “Dat is voor jezelf wel zo prettig en bovendien hoeft het lichaam dat niet zo hard te werken om warm te blijven”, zegt hij.