Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Als herfststormen aan zee echt gevaarlijk worden

Een man met gele regenjas staat tijdens een storm aan zee en kijkt naar de hoog opspattende golven
Een man met gele regenjas staat tijdens een storm aan zee en kijkt naar de hoog opspattende golven
Freepik

In de herfst razen er regelmatig stormen over ons land, en worden we getrakteerd op windstoten, ontwortelde bomen of hoog water. Wanneer wordt het echt spannend?

30 oktober 2025

Storm Benjamin joeg afgelopen week over Nederland. Het waaide stevig, bomen gingen om en het verkeer had last van windstoten, maar aan de kust viel het mee met de hoogwaterstanden. Waarom zorgde Benjamin niet voor extreem hoogwater, terwijl andere stormen dat soms wél doen?

Harde wind

In de herfst en winter botst warme lucht uit het zuiden en koude lucht uit het noorden vaak op elkaar. Die botsing zorgt voor grote drukverschillen in de atmosfeer, en dat levert wind op. Zo ontstaan stormen die we vaak herkennen aan namen als Benjamin, Amy of Pia.

een ouder met kind staan aan zee tijdens een dreigende storm

Een storm krijgt een naam als het KNMI code oranje of rood uitgeeft voor harde windstoten.

Freepik

Een storm krijgt een naam als het KNMI code oranje of rood uitgeeft voor harde windstoten. Soms gebeurt dat al bij code geel, bijvoorbeeld als het weer waarschijnlijk erger wordt of als de storm al door Groot-Brittannië of Ierland is benoemd. Nederland werkt hiervoor samen met andere landen in West-Europa. Elk land levert namen aan voor een gezamenlijke alfabetische lijst met afwisselend mannelijke en vrouwelijke voornamen. Als een storm in één land al een naam heeft, nemen de andere landen die naam over om verwarring te voorkomen.

Overstromingsgevaar

Een storm alleen is niet genoeg om voor overstromingsgevaar te zorgen. Er zijn verschillende factoren die samen bepalen of het echt spannend wordt aan de kust:

Windrichting: Alleen bij aanhoudende noordwestenwind wordt het water echt tegen de Nederlandse kust opgestuwd. Wind uit het zuiden of oosten duwt het water juist van de kust af.

Grootte en kracht van de depressie: Hoe groter en dieper het lagedrukgebied, hoe sterker en langduriger de wind kan waaien.

Duur van de storm: Als het dagenlang hard waait, kan het water zich ophopen in de Noordzee.

Getij: Staat het springtij (wanneer de maan en zon op één lijn staan) toevallig samen met een storm? Dan is de waterstand extra hoog.

Een kapot gewaaide paraplu aan zee

Hoe groter en dieper het lagedrukgebied, hoe sterker en langduriger de wind kan waaien.

Freepik

Ramp van 1953

In de nacht van 1 februari 1953 kwamen al die factoren samen: een zware noordwesterstorm, springtij en een langdurige periode van harde wind. De dijken in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant waren destijds niet berekend op zulke heftige omstandigheden. Het water steeg tot ongekende hoogten en brak de dijken, met catastrofale gevolgen: meer dan 2300 mensen kwamen om in Nederland, maar ook in Groot-Brittanië en België.

Die ramp leidde tot het Deltaplan, en later tot de bouw van onze stormvloedkeringen, zoals de Oosterscheldekering, de Maeslantkering en de Hollandsche IJsselkering.

Vandaag de dag worden stormen 24 uur per dag gevolgd door het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN). Daar werken experts van Rijkswaterstaat en het KNMI samen. Zij houden de weersverwachtingen en waterstanden continu in de gaten en gebruiken computermodellen om te berekenen of er een gevaarlijke storm op komst is wat betreft hoogwater. Als er risico’s zijn, geven ze waarschuwingen aan veiligheidsregio’s en waterschappen, zodat die maatregelen kunnen nemen, zoals het sluiten van stormvloedkeringen.

Watersnoodramp 1953

Een goed voorbeeld is storm Pia in 2021. Toen werd de Maeslantkering preventief gesloten, omdat het water in Rotterdam te hoog dreigde te komen. Dankzij de waarschuwingen en maatregelen bleef Nederland ‘droog’ (op de regen na natuurlijk).

Niet alle stormvloedkeringen sluiten tegelijk. De Hollandsche IJsselkering, bij Krimpen aan den IJssel in de buurt van Rotterdam, gaat vaak als eerste dicht. Dat komt omdat het achterliggende gebied (de Krimpenerwaard en de omgeving van Gouda) al bij lagere waterstanden risico loopt op overstroming. Gemiddeld sluit deze kering drie tot vier keer per jaar, dus een paar keer per stormseizoen is heel normaal.

Benjamin

Tijdens storm Benjamin viel de waterstand aan de kust mee. De wind kwam grotendeels uit het westen en draaide snel naar zuidwest, niet de ideale richting om het water op te stuwen. Bovendien viel het samen met een gewoon tij, geen springtij. Daardoor bleef de stormopzet beperkt en waren grote maatregelen niet nodig. De Hollandsche IJsselkering werd wel tijdelijk gesloten, omdat lokaal hogere waterstanden werden verwacht in het binnenland. Ook de Haringvlietsluizen werden even gesloten.

blauwe laarzen stampen in een plas

Tijdens storm Benjamin viel de waterstand aan de kust mee.

Freepik

Fun Fact

Leuk weetje: Wist je dat een Engelse arts in de 19e eeuw probeerde het weer te voorspellen met… bloedzuigers? George Merryweather bedacht in 1851 de zogenaamde bloedzuigerbarometer: een glazen instrument met bloedzuigers die onrustig werden als er onweer op komst was. Gelukkig gebruiken we tegenwoordig liever computers en satellieten dan slijmerige weervoorspellers ;)