Naar de content

Waarom we van slangen moeten houden

Boekrecensie ‘Beet’ van Roel Wouters

Mike_68, via Pixabay

“Het enige verschil tussen angst en bewondering is kennis”, beweert Roel Wouters over slangen. Die belofte maakt hij in ‘Beet’ waar. Want hoewel zijn boek mensen niet zal genezen van een eventuele slangenfobie, overheerst na het lezen ervan toch vooral bewondering.

30 oktober 2025

Roel Wouters’ boek ‘Beet’ is een droomboek voor liefhebbers van feitjes. Want wist je dat slangen niet alleen kunnen leven op het land en in de aarde, maar ook in de zee en zelfs in de lucht? Dat slangen geen oogleden hebben, maar in plaats daarvan transparante cellen voor de ogen waar ze doorheen kunnen kijken? Dat sommige soorten op commando uit hun bek kunnen bloeden, anderen een soort baarmoeder hebben en dat het bekende uitgestoken tongetje te maken heeft met een extra orgaan waarmee ze moleculen kunnen detecteren?

Close-up van de gespleten tong van een ratelslang

De gespleten tong van een slang dient als een geavanceerd reukorgaan en wordt gebruikt om geuren uit de omgeving op te vangen. Door de tong voortdurend in en uit te steken, verzamelt de slang geurdeeltjes uit de lucht, het water of van de grond.

Foto-Rabe, via Pixabay

Als dit je ook maar een klein beetje verbaast en enthousiasmeert, dan is ‘Beet’ jouw boek. Want dit lijstje is maar een fractie van alle fascinerende weetjes die voorbij komen. Van aseksuele voortplanting tot gif, en van de meest vreemde voedselvoorkeuren tot liefdevolle familiebanden. ‘Beet’ behandelt zo veel aspecten, dat het boek aanvoelt als een allesomvattende encyclopedie over de slang. Specialisten zullen het daar ongetwijfeld niet mee eens zijn, maar dat het veel informatie bevat, dat is zeker.

Ere wie ere toekomt

Misschien af en toe wel een beetje té veel. Wouters jaagt niet alleen alle freaky eigenschappen van slangen er in een rap tempo doorheen, ook de namen van collega’s, notities van vieringen met bier en verhalen over rolmodellen komen voorbij. Leuk voor de afwisseling, maar in de kleine hoofdstukken die grofweg over één hoofdonderwerp moeten gaan, doet het soms meer aan als een persoonlijk reisblog dan dat het echt iets toevoegt aan het verhaal. Zeker wanneer geïntroduceerde randfiguren verder niet meer terugkomen in het verhaal.

Tegelijkertijd siert het Wouters dat hij zijn directe collega’s en andere vakgenoten een plek gunt in zijn boek. Onderzoek is nooit het werk van één enkele persoon, en dat maakt hij hiermee wel goed duidelijk. Ook benadrukt hij regelmatig welke kennis al bestaat bij lokale bewoners. Dat is waardevol en ook verfrissend in de lange geschiedenis van westerse wetenschappers die kennis vaak beschouwden als iets waar vooral de witte man patent op had. Over rechtvaardigheid voor kennishebbers gesproken: Wouters zet zelfs evolutietheorie-ontdekker Alfred Russel Wallace even in het zonnetje. Hij kwam tot dezelfde conclusie als Darwin, maar was helaas nét te laat om de eer op te strijken.

Alles is relatief

Het boek is dus meer dan enkel een verzameling feitjes voor feesten en partijen. Het geeft stof tot nadenken. Wanneer Wouters op pad gaat om in Suriname een slang uit een schuur te halen bijvoorbeeld. Het gaat om de giftige koraalslang (Micrusus hemprichii) die je hele zenuwstelsel plat kan leggen en waar je aan kan overlijden. De slang wordt uit de schuur gehaald, en iets verderop in de natuur weer uitgezet. Dat plaatst onze Nederlandse angst voor de wolf wel even in perspectief. Zeker wanneer duidelijk wordt dat antigif tegen deze slang lokaal niet of nauwelijks beschikbaar is.

Verder blijkt dat gevaarlijke slangen - naast dat ze jaarlijks met hun beten 150.000 mensen het leven ontnemen - ook allerlei levens redden. Tal van medicijnen worden namelijk gemaakt met behulp van slangengif. Bloeddrukverlagers bijvoorbeeld, net als medicatie die het samenklonteren van bloedplaatjes tijdens hartoperaties tegengaat. Wouters laat die haat-liefdeverhouding met de slang goed zien in zijn boek. De angst voor slangen behoeft daarin geen extra aandacht. Die blijkt al honderden duizenden jaren verankerd te zijn in ons primitieve brein. Wouters wil met het boek daarom vooral benadrukken dat we meer ‘begrip, respect en liefde voor slangen’ zouden moeten hebben. En dat is hem wat mij betreft zeker gelukt.

Roel Wouters, Beet, Alfabet Uitgevers, 256 blz., 2025

ReactiesReageer