Naar de content

Versteend leven

Zeven bijzondere fossielen geven inzicht in evolutie

Een dinosaurus wordt in een rots uitgehouwen.
Een dinosaurus wordt in een rots uitgehouwen.
Ghedoghedo via Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0

Verstopt onder onze voeten, in kliffen en in rivierdalen ligt de geschiedenis van het leven op aarde opgeslagen in fossielen. Die bewaarde overblijfselen bieden ons een unieke blik op het leven dat ooit bestond, en hoe het zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld.

Tijdens de lockdown in coronatijd trokken mensen massaal naar de natuurgebieden. Een echtpaar uit Wales stuitte daarbij op een unieke plek van tien meter breed dat wemelt van de fossielen. In dat gebied zijn tot nu toe resten van 170 soorten organismen gevonden die leefden van 460 tot 70 miljoen jaar geleden. De plek bevat niet alleen harde schelpen en botten, maar ook zacht weefsel, zoals ogen, zenuwen, de darmen en hersenen.

Een dinosaurus wordt in een rots uitgehouwen.

Een fossiel van een babydino in een kalklaag.

Ghedoghedo via Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0

Ook op andere plaatsen ontdekken paleontologen elk jaar weer nieuwe fossielen, van kruipsporen en uitwerpselen tot een perfect bewaarde babydino in een kalklaag, zoals op de foto hiernaast. Ook al liggen de fossielen in steen gebeiteld, het blijft soms gissen naar hun precieze leeftijd en dus hun plek in de evolutie. Bovendien blijft het voor onderzoekers lastig om reconstructies te maken van de organismen, zelfs op basis van fossielen. Hoe uitgestorven wezens er precies uitzagen, zullen we nooit zeker weten.

Soms bestaat er zelfs twijfel of de fossielen daadwerkelijk restanten of sporen zijn van leven op aarde. Onderscheid maken tussen leven en levenloos kan lastiger zijn dan het in eerste instantie lijkt. Toch blijven fossielen ons verbazen en inspireren, en helpen ze wetenschappers om het leven op onze planeet en de evolutie beter te begrijpen. NEMO Kennislink neemt je mee langs zeven bijzondere vondsten. Klik hieronder op de animatie, of lees de uitgeschreven tekst.

—-

1. De ontbrekende schakel – Canada

James St. John, CC BY 2.0, via Wikimedia Commons

Een reconstructie van de Tiktaalik in het NEMO Kennislink-artikel ‘Beleef de evolutie’.

Frippery voor NEMO Kennislink

Miljoenen jaren geleden kwamen dieren uit de zee aan land. Hun vinnen veranderden in ledematen, waarmee ze zich over de aarde konden bewegen. Dat gebeurde niet van de ene op de andere dag; er moet een soort tussenvariant zijn geweest, beweerden wetenschappers. Door een gebrek aan fossielen wisten ze echter niet hoe die half vis, half viervoeter er precies uitzag. Dat veranderde twintig jaar geleden toen wetenschappers dit goed bewaarde fossiel van de ontbrekende schakel ontdekten in het Arctische deel van Canada. Het dier kreeg daarom een naam in de taal van de Inuit uit Canada: Tiktaalik, wat ‘grote zoetwatervis’ betekent.

De Tiktaalik leefde 390 miljoen jaar geleden en is precies wat de wetenschappers verwachtten: een combinatie tussen vis en viervoeter. Zijn platte kop heeft wat weg van die van een krokodil, en hij heeft de schubben en vinnen van een vis. Maar zijn ribben, nek, kop en polsgewricht zijn als die van een landdier. Het bijzondere overgangsfossiel helpt een gat in de evolutionaire geschiedenis te dichten.

2. Dode dino door meteoriet – Verenigde Staten

Een reconstructie van de Thescelosaurus.

Nobu Tamura (http://spinops.blogspot.com), CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons

Overblijfselen van dinosaurussen zijn misschien wel de beroemdste fossielen op aarde. Deze resten variëren van bijna complete skeletten tot enkele tanden en zijn pronkstukken van natuurhistorische musea wereldwijd. Deze dieren zwierven over de aarde van 245 tot 66 miljoen jaar geleden. Vooral uit de eerdere periodes vinden wetenschappers botten en andere resten. Overblijfselen van de laatste dino’s op aarde zijn zeldzaam. Een bijzondere uitzondering is een poot van de plantenetende Thescelosaurus, met nog redelijk wat huid eromheen.

Deze dino stierf waarschijnlijk op de dag van de beroemde meteorietinslag, 66 miljoen jaar geleden. Sommige wetenschappers betwijfelen of dit exemplaar daadwerkelijk stierf door de impact van de meteoriet. Volgens een expert van London’s Natural History Museum is de poot snel afgescheurd en bevat het geen sporen van ziekte, wat overeenkomt met de meteoriettheorie. Het onderzoek naar de dino moet nog gepubliceerd worden, dus het blijft nog even spannend tot het eindoordeel.

3. Onze oudste voorouder – Tsjaad

Didier Descouens, Wikimedia Commons, CC BY-SA 4-0

De meeste voorouders van de moderne mens homo sapiens zijn gevonden in Afrika. Het bekendste fossiel is van Australopithecus afarensis, beter bekend als Lucy. Haar skelet werd in 1974 gevonden in Hadar, Ethiopië, en is ruim 3 miljoen jaar oud. In dezelfde regio zijn ook oudere fossielen van aapmensen gevonden, zoals Ardipithecus ramidus (Ardi voor vrienden) van zo’n 4 miljoen jaar oud.

Maar in 2002 beschreven Brunet en collega’s een nieuwe aapmensensoort uit Tsjaad aan de hand van botten van zes volwassen individuen, waaronder een bijna volledige schedel. De soort doopten zij tot Sahelanthropus tchadensis, en de schedelvondst kreeg de bijnaam Toumaï. Volgens de onderzoekers was Toumaï zo’n 6 tot 7 miljoen jaar oud, en daarmee verschoof de wieg van de mens van Oost- naar Midden-Afrika. Toumaï was waarschijnlijk de eerste aapmens die op twee voeten liep, al klom hij ook graag in bomen. Er is echter nog discussie of Toumaï ónze oudste voorouder is, of die van de chimpansee of gorilla.

4. Mug uit dinotijd – Myanmar

George Poinar et al., 2020. Priscoculex burmanicus n. gen. et sp. (Diptera: Culicidae: Anophelinae) from mid-Cretaceous Myanmar amber, Historical Biology, CC BY 4.0

De mug waaruit doctor Hammond en kornuiten in de film Jurassic Park het bloed en DNA van een dinosaurus halen, is gelukkig sciencefiction. Maar muggen waren er in de dinotijd wel degelijk. In 2020 maakten Amerikaanse onderzoekers bekend dat ze een perfect intacte mug in amber (fossiel boomhars) hadden gevonden in Myanmar. De mug dateerde uit het midden-krijt, 100 tot 110 miljoen jaar geleden – een prima tijd om je als bloedzuigende parasiet tegoed te doen aan triceratops, langnekken of de voorlopers van de T. rex.

De mug kreeg de naam Priscoculex burmanicus en is een vroege verwant van de nog bestaande Anopheles-muggen, berucht als overbrenger van malaria. Omdat destijds de meeste continenten nog verbonden waren in het supercontinent Gondwana, kon de mug zich verspreiden over heel de wereld. En bedankt.

5. Bloem in de knop – China

Cui, Da-Fang, et al., 2022 "A Jurassic flower bud from China.", CC BY 4.0

Bloemen zien we tegenwoordig overal om ons heen, maar ze ontstonden als een van de laatste plantengroepen in de evolutie. In het krijt, 125 miljoen jaar geleden, waren er opeens diverse bloemen, maar vroegere fossielen zijn er nauwelijks. Daarvoor domineerden naaldbomen, paardenstaarten, wolfsklauwen en varens de wereld. Fossiele bloemen zijn moeilijk te vinden, omdat bloemen vaak vergaan voordat ze fossiliseren.

De oudste bloemplant, of bedektzadige, werd vorig jaar ontdekt in China. Het gaat om een fossiel van 164 miljoen jaar oud, uit het jura, de tijd van dinosaurussen. Het fossiel van Florigerminis jurassica is 4 bij 2 centimeter groot en bestaat uit een stengel met bladeren, een vrucht en een kleine bloemknop. Andere onderzoekers zien hierin echter geen bloemknop, maar de kegel van een gnetofiet, een oude zogeheten naaktzadige plant (waaronder ook naaldbomen vallen). Het blijft dus nog even zoeken naar de eerste bloem die iedereen overtuigt.

6. Microscopisch kleine resten – Australië

J. William Schopf, UCLA

Dieren als slakken en dinosaurussen laten duidelijke sporen achter op aarde. Maar het eerste leven op aarde was een stuk kleiner. Die organismen leken waarschijnlijk op bacteriën en waren zo klein dat ze met het blote oog niet te zien waren. Fossielen van dat eerste leven op aarde zijn daardoor niet eenvoudig te ontdekken. Toch vonden wetenschappers gefossiliseerde resten van micro-organismen die vermoedelijk 3,5 miljard jaar geleden leefden.

Een van die microfossielen, genaamd Primaevifilum, lijkt nog het meest op een microscopische worm. De microbe bestaat uit vijftig segmenten en is in totaal zo’n 60 micrometer lang. De microfossielen werden al in 1982 verzameld in het westen van Australië, maar het vergde gedetailleerde en moderne analyses om de chemische handtekening te ontcijferen die kenmerkend is voor het leven. Hoewel die bevindingen sommige palentologen overtuigden, blijven anderen sceptisch.

7. Haaientand uit eigen land – Nederland

2211438 via Pixabay, CC0

Fossielen zijn niet alleen te vinden in verre landen, maar ook in eigen bodem. Een bijzondere komt van de Sint-Pietersberg in Limburg: een heuse dinosaurus. Althans, stukjes ervan, afkomstig van een 4 meter lange plantenetende Hadrosauriër. In diezelfde regio liggen veel meer fossielen uit het krijttijdperk verstopt, bijvoorbeeld in de mergelgrotten in Valkenburg. Mensen hakten daar vroeger kalksteenblokken weg en zo ontstond er een gangenstelsel. Het kalksteen van die grotten bestaat uit fijne splintertjes van zeedieren uit het krijttijdperk. Helaas kun je die fossielen niet zomaar meenemen. Ben je wel op zoek naar een pronkstuk voor op de schoorsteenmantel? Bezoek dan eens het Zeeuwse Cadzand. Daar vind je nog wel eens fossiele haaientanden. Start je zoektocht na een storm of bij laag tij. De zee spoelt dan nieuwe fossielen aan, waardoor je meer kans van slagen hebt.