Naar de content

Het leren van een tweede taal gaat anders dan het leren van je moedertaal. Als je jong bent kun je gemakkelijk een tweede taal leren, maar op latere leeftijd is dat veel moeilijker. Waarschijnlijk werkt het aangeboren taalvermogen op latere leeftijd minder, of helemaal niet meer.

Een close-up van het oor van een baby.

Een baby leert zijn moedertaal automatisch door die in zijn omgeving te horen. Zou je op dezelfde manier als een baby zijn moedertaal leert ook een tweede taal kunnen leren?

Flickr, Lisa Williams via CC BY 2.0

Vrijwel alle baby’s leren probleemloos hun moedertaal. Er is weinig variatie in hun beheersing van de taal: uiteindelijk spreken kinderen de taal allemaal even goed. Dit in tegenstelling tot tweedetaalleerders: hiervan wordt maar een klein deel de doeltaal volledig machtig, en er bestaat een groot onderling verschil in het eindniveau dat ze halen.

Waarom gaat taalleren eerst zo gemakkelijk, en daarna zo veel moeilijker? Een baby weet minder van de wereld dan een volwassene. Een baby heeft minder kennis van taal en een minder ontwikkeld denkvermogen dan een volwassene. Zijn het misschien juist kennis en denkvermogen die het leren van een tweede taal op latere leeftijd in de weg zitten?

De aanname onder taalkundigen is dat mensen geboren worden met een taalvermogen. Dit taalvermogen zorgt ervoor dat iedereen zijn moedertaal kan leren spreken. Als je ouder bent dan werkt dit taalvermogen minder goed, en is het moeilijker een taal te leren.

Buitenlands accent

Als je een andere taal leert, ontkom je eigenlijk niet aan een buitenlands accent. Een buitenlandse toerist herken je snel aan zijn uitspraak van het Nederlands. Vreemd genoeg herken je een accent snel, maar kom je er maar moeilijk vanaf.

Voor verschillende talen zijn verschillende aspecten van een tweede taal moeilijk. Dit kun je afleiden aan het feit dat er over elk type buitenlands accent wel een stereotype bestaat. Waarschijnlijk kun je zelf het stereotype accent van een Duitser, een Fransman of een Nederlander die Engels spreekt nadoen. Zo kun je in de tweede taal de invloed horen van de moedertaal.

Een accent is in veel gevallen blijvend. Zeker voor mensen die op latere leeftijd beginnen een taal te leren (ongeveer na je dertiende) is duidelijk dat ze hun accent nooit helemaal kwijtraken. Dat is vreemd, want je kunt alle klanken van je eigen taal maken en allerlei klanken nabootsen. Maar hoe ouder je wordt, hoe moeilijker het is om de subtiele klankverschillen in een voor jou vreemde taal te horen.

Kritische periode

Het leren van een tweede taal is moeilijker dan het leren van je eerste taal. Tenminste, als je op latere leeftijd begint. Kinderen die tweetalig opgevoed worden leren beiden talen automatisch. Als je ouder wordt gebeurt er blijkbaar iets met je vermogen om talen te leren.

Sommige kinderen zijn door extreme omstandigheden tot op late leeftijd niet met hun moedertaal in aanraking gekomen. Genie werd door haar vader opgesloten in haar kamer waardoor ze tot haar dertiende geen taal leerde spreken. Toen ze eindelijk vrij was bleek ze niet meer in staat haar moedertaal volledig te verwerven.

Tot een bepaalde leeftijd leren kinderen een taal automatisch en volledig, daarna lukt dat vaak niet meer. Die periode wordt vaak de ‘kritische periode voor taalverwerving’ genoemd. Omdat Genie geen taal geleerd had binnen de kritische periode, was het taalvermogen niet meer (of minder) beschikbaar om haar moedertaal te verwerven.

Een aangeboren taalvermogen vergemakkelijkt het leren van taal gedurende de kritische periode. Wat er precies gebeurt met dit vermogen na de kritische periode wordt nog onderzocht.

Taalonderwijs

Bij taal leren denk je snel aan een klaslokaal en een leerkracht. Een bord vol geschreven met grammatica regels en uitzonderingen op die regels. Wat mag niet, wat mag wel? ‘Jean a les fraises mangé’ is fout, ‘Jean a mangé les fraises’ is goed.

Maar baby’s krijgen geen uitleg van taalregels en het lukt ze allemaal om de taal te leren. Waarom zouden tweedetaalleerders dan les nodig hebben? Tweedetaalleerders zijn uiteindelijk veel minder succesvol dan baby’s. Verbeteren taallessen wel het niveau van de leerlingen?

Een rode pen op een stuk papier.

Latijn kun je helaas niet meer leren door tussen de Romeinen te gaan leven. Je zult het met regels en grammatica moeten stellen.

Pxhere via CC0

Veel mensen zeggen dat dat je een taal het beste kunt leren door een half jaar in het land te gaan wonen waar het gesproken wordt. Als je Frans wilt leren en je gaat in Frankrijk wonen dan kun je 24 uur per dag Frans horen. Op school krijg je maar 2-3 uur les per week. Ook de noodzaak om te communiceren is op school een stuk lager: je oefent dus ook minder met de taal.

Leer je de taal beter als je een half jaar in het land zelf woont dan in een intensieve taalcursus van een half jaar? Deze vraag is belangrijk voor het taalonderwijs. Is natuurlijke blootstelling aan een taal beter om een taal te leren dan rijtjes, regels en grammatica?

Meertaligheid in opvoeding

Als jonge kinderen met zoveel gemak talen kunnen leren, waarom voeden we dan niet alle kinderen meertalig op? Waarom wachten tot de middelbare school om Frans, Duits, en Engels te leren?

Onderzoeken laten zien dat kinderen meerdere talen probleemloos van elkaar kunnen scheiden. En er zijn kinderen bekend die op vroege leeftijd 3 of meer talen konden spreken. De hersenen lijken het dus wel aan te kunnen. Meertalige opvoeding lijkt zelfs positieve effecten op te hebben op talige en academische vaardigheden.

De beperkingen zijn meer de omstandigheden dan de menselijke vermogens. Immers, de verschillende talen moeten dan wel gesproken worden door ouders, peuterleidsters en leraren. Dit is moeilijk haalbaar.

Een meertalige opvoeding komt veel voor onder migrantengezinnen. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat een andere thuistaal een negatieve invloed op het Nederlands van kinderen heeft. Kinderen kunnen het Nederlands volledig leren op school en door het contact met leeftijdgenoten. Als de ouders het Nederlands nog niet helemaal beheersen, dan kunnen ze juist beter in hun moedertaal praten, anders leren kinderen verkeerde Nederlandse vormen aan.

Invloed van meertaligheid op hersenen

Je moedertaal is in een bepaald gebied in je hersenen opgeslagen. Wat gebeurt er in je hersenen als een tweede taal leert? Wordt voor een tweede taal hetzelfde deel van de hersenen gebruikt als voor je moedertaal?

Met behulp van scans kan hersenactiviteit geregistreerd worden. Hiermee kun je kijken welk deel van de hersenen wordt gebruikt bij het verwerken van taal. Op deze manier kun je tweedetaalsprekers met moedertaalsprekers vergelijken. Als proefpersonen bijvoorbeeld naar een tekst in dezelfde taal luisteren, dan kan de hersenactiviteit laten zien of de moedertaalspreker de taal anders verwerkt dan de tweedetaalleerder.

Onderzoekers proberen te achterhalen of de hersenactiviteit ons meer kan vertellen over de verschillen in taalvermogens van kinderen en volwassenen. Zo hopen ze meer zicht te krijgen op het aangeboren taalvermogen van mensen.