Naar de content

Eéntaligen zijn in het nadeel

Publiek domein

Op welke leeftijd kinderen het beste geconfronteerd kunnen worden met een tweede moedertaal is nog punt van discussie; wel blijkt dat tweetaligheid op den duur alleen maar voordelen biedt. Zelfs de EU pleit daarom voor meertaligheid. Michael Clyne, professor in de taalkunde in Melbourne, stelt dat moedertaalsprekers van het Engels in het nadeel zijn omdat zij vaker ééntalig blijven.

De afgelopen weken berichtten diverse media over de voordelen van meertaligheid. Onderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel wees namelijk uit dat tweetalige kinderen sneller waren in het uitvoeren van bepaalde cognitieve taken dan hun ééntalige leeftijdsgenoten. Soortgelijke conclusies werden al in eerdere studies getrokken, maar op het moment is dit onderwerp weer actueel. Zelfs de Europese Unie pleit voor meertaligheid. De roep naar meertaligheid lijkt steeds groter te worden in onze multiculturele samenleving.

Uit een onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat gemiddeld 28 procent van de EU-burgers twee of meer talen spreekt naast de moedertaal. In Nederland zitten we met een percentage van 75 procent ruim boven het gemiddelde, maar de Luxemburgers lopen voorop met 93 procent. De EU wil dat in de toekomst alle EU-burgers in twee buitenlandse talen een gesprek kunnen voeren.

Jong geleerd, oud gedaan?

Al eerder bleek uit onderzoek onder tweetalige kinderen dat het beschikken over twee talen eerder voordelen biedt dan nadelen. In ieder geval zou tweetaligheid het proces van taalverwerving niet vertragen. In 2002 werden aan de Darmouth Universiteit in de VS tweetalige kinderen van verschillende leeftijden onderzocht. Vier groepen werden onderscheiden: een groep pasgeboren kinderen; kinderen van 2-3 jaar, 4-6 jaar en 7-9 jaar. De kinderen spraken verschillende combinaties van talen: Spaans en Frans, Frans en Engels, Russich en Frans en gebarentaal en Frans. De belangrijkste conclusie was: hoe hoger de leeftijd waarop het kind de tweede taal aangeboden krijgt, hoe moeilijker het is voor het kind om de taal volledig onder de knie te krijgen.

In een artikel in het AD van afgelopen zondag wordt echter iets anders beweerd. Volgens ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet willen ouders kinderen zo jong mogelijk een tweede moedertaal leren, maar heeft het kind zelf hier nog helemaal geen behoefte aan. Vervaet: “Zorg dat die eerste moedertaal, de taal van de directe sociale omgeving, goed is verankerd en begin pas na de vierde verjaardag met een andere taal. Je zult zien dat een kind die tweede moedertaal razendsnel leert.’‘

Over de leeftijd waarop het kind de tweede taal zou moeten leren, bestaat dus nog verschil van mening. Over één ding is men het wel eens: kinderen zijn snel in het leren van talen, en of het nu één of twee talen leert maakt dus niet uit.

Kritieke leeftijd voor taalverwerving..? De taalkundige Eric Lenneberg (1964) stelde dat kinderen die voor hun twaalfde jaar geen taal hebben geleerd, nooit meer volledig een taal zullen beheersen. Een goed voorbeeld hiervan was het meisje Genie uit Los Angeles: zij werd als kind door haar vader verwaarloosd en opgesloten, en op 13-jarige leeftijd ontdekt. Voor haar dertiende was ze nooit blootgesteld aan taal, en het bleek heel moeilijk om haar daarna nog een taal te leren.

Tweetaligen denken sneller

Met het onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel werd aangetoond dat tweetalige kinderen tussen de 7.5 en 11 jaar sneller waren in aandachts-, taal- en rekentaken dan hun ééntalige leeftijdsgenoten. Daarbij werd ook nog eens een minder intense hersenactiviteit gemeten. De kinderen die van huis uit twee talen hadden meegekregen, presteerden beter dan de zogenaamde schooltweetaligen. Katrien Mondt, de uitvoerder van dit onderzoek, is daarom voor meertalig onderwijs, en liefst op zo jong mogelijke leeftijd. In Vlaanderen worden op het moment de mogelijkheden voor meertalig onderwijs onderzocht.

De taalkundige Michale Clyne, werkzaam van de universiteit in Melbourne, is zelf tweetalig opgevoed: thuis werd Engels en Duits gesproken. Verder spreekt hij nog Nederlands, Frans, Italiaans, Zweeds en Noors. Volgens hem ontwikkelen tweetalige kinderen een beter inzicht in hoe talen in elkaar zitten, bijvoorbeeld wanneer het gaat om de willekeurige relatie tussen woord en betekenis. Kinderen die zowel het woord bird als het woord vogel kennen voor een dier dat vliegt, zijn zich eerder bewust van de willekeurige woord-betekenis relatie.

Uit onderzoek van de universiteit in Toronto bleek dat tweetaligen eenzelfde voorsprong hebben bij het uitvoeren van bepaalde visuele taken, als spelers van computerspelletjes. Ook als het ging om “multitasking”, het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere taken, was deze groep in het voordeel. De proefpersonen die in hun vrije tijd computerspelletjes speelden scoorden hoog, maar als ze ook nog tweetalig waren bleken ze onoverwinnelijk.

Monolinguale attitude

In zijn boek Australia’s Language Potential beschrijft Clyne Australië als een land dat rijk is aan diverse talen: Mandarijn, Kantonees, Spaans, Hindi, Arabisch, Duits, Frans, Italiaans, Koreaans en Vietnamees behoren tot de meest gesproken talen in Australië. Desondanks heerst er een nogal “monolinguale atttitude”: Australiërs zien de noodzaak van meertaligheid nog niet in, en houden het daarom meestal bij het Engels. Bedrijfsleiders bijvoorbeeld lopen in hun talenkennis schrikbarend achter op de andere Engelstalige landen, Groot-Brittannië, de VS en Nieuw-Zeeland. Een probleem is vaak dat de scholen te weinig tijd hebben voor het talenonderwijs. Maar dat is onzin volgens Clyne: in Europese landen worden vaak wel twee of meer vreemde talen gedoceerd. Finse scholieren leren wel drie of vier talen op school.

Volgens Clyne zijn de Engelstaligen straks in het nadeel: Engels lijkt de wereldtaal te worden, en daarom worden Engelstaligen niet gestimuleerd andere talen te leren. Gebrekkige vaardigheden in andere talen, dragen meestal niet bij aan een beter begrip voor andere culturen. De overheid moet meertaligheid daarom vooral aanmoedigen, aldus Clyne.

zie ook:

Lees meer over taalverwerving op Kennislink: