Naar de content

Tonnen drinkwater besparen met regen

Groen doen: de regenton

Robert-Jan Lechner

Als individu kun je op allerlei manieren bijdragen aan het vergroenen van je directe omgeving. Je kunt bijvoorbeeld een regenton plaatsen. Wat levert dit op?

11 september 2025

Sinds ik een huis en tuin heb, valt het me op hoeveel drinkwater ik dagelijks gebruik. Niet alleen voor de douche, vaatwasser en wasmachine: ik besproei er ook de planten in de tuin mee en spoel er de wc mee door. Dat voelt wrang omdat dat helemaal niet nodig is. Bovendien kunnen er door klimaatverandering in de toekomst serieuze drinkwatertekorten ontstaan. De Algemene Rekenkamer berekende daarom al dat we van 119 liter water per persoon per dag in 2023, terug moeten naar 100 liter in 2035. Maar hoe doen we dat?

Een regenton leek mij een vrij makkelijk hulpmiddel. Hiermee kun je water besparen zonder je gedrag of gebruik aan te passen. Een wc kan je er niet mee doorspoelen, maar je kunt er wel de tuin mee bewateren of je auto mee wassen, en dat is toch al iets. Elke gieter telt immers tien liter, en een kwartier sproeien kost zo’n negentig liter water. Bovendien heeft een ton meer voordelen dan alleen drinkwater besparen. Door regen op te vangen, vermindert ook de druk op het riool en daarmee ook de wateroverlast.

Om mijn steentje bij te dragen, kocht ik dus een regenton: een oud wijnvat van 190 liter met onderaan een koperen kraantje voor het gemak. Hoewel ik optimistisch ben over deze stap, vraag ik mij toch af hoeveel dit bijdraagt. Stroomt mijn ton met het extremere weer niet de helft van de tijd over terwijl het de andere helft van de tijd leeg staat? En is deze actie dan niet slechts een druppel op een gloeiende plaat?

Benodigdheden

Moeilijkheid: 2/5
Resultaat: 3/5
Benodigdheden:
- een regenton

Extreme omstandigheden

Floris Boogaard is lector bij de Hanzehogeschool, onderzoeker bij Deltares en gespecialiseerd in klimaatadaptatie en waterbeheer in stedelijke gebieden. Volgens hem is de impact van regentonnen groter dan veel mensen denken. 

“Een lege ton kan best wat water kwijt: soms wel tweehonderd à driehonderd liter.” Dat zijn op zichzelf al mooie hoeveelheden, vindt de onderzoeker, “en dan zijn er ook mensen zoals ik, die er drie hebben.”

Het is wel zo dat een regenton niet gemaakt is voor extreme weersomstandigheden, geeft hij toe. “Bij een periode van extreme regen vangen ze wel wát water weg, maar omdat er te weinig tijd is om zich weer te legen, zal het niet hetzelfde wateroverlastverlagende effect hebben als bij meer gelijkmatige buien met droge perioden.” 

Toch levert een ton ook bij hevige buien wat op. “Wanneer een ton overstroomt, loopt het water namelijk vaak de tuin in, in plaats van dat het direct naar het riool gaat.”

De regenton (een oud wijnvat) in de tuin van Myrte.

Myrte Nowee

Eigen ton

Hoeveel liter ik zelf nodig zou hebben voor de tuin, vind ik lastig inschatten. Omdat ik ook nog niet zeker weet hoe gemakkelijk het installeren gaat, leek het me verstandig om niet té enthousiast van start te gaan. En dus schafte ik er voor nu één aan. Hij staat in de schaduw om het water zo helder en fris mogelijk te houden en bovenop grasbetontegels: tegels met ruimte ertussenin. Normaal om gras doorheen te laten groeien, nu om de ton wat te laten luchten. Zo rot het niet snel.

De eerste weken moet ik de ton zelf vullen met water. Hij zit nu namelijk nog vol kieren. Staat er water in, dan zet het hout uit en wordt het vanzelf waterdicht. Wanneer mijn subsidieaanvraag vanuit de gemeente is goedgekeurd, dan gaat het ontkoppelen beginnen. Dat houdt niet veel meer in dan de regenpijp doorzagen en de ton eronder zetten, heb ik mij laten vertellen. Lukt dat, dan kan ik net voor de herfst al helpen om wat wateroverlast van hoosbuien te verminderen.

Ondergrondse tanks

Mijn 190 liter ton levert daarin slecht een bescheiden bijdrage. Daar kom ik achter wanneer ik op bezoek ga bij Frits Ogg. De pensionado woont al sinds 1978 in een woongroep op het Dobbelmanklooster in Nijmegen en heeft wateropslag naar een serieus niveau getild. Over een periode van zeven jaar groef hij samen met zijn woongroepgenoten een tank van acht kubieke meter in en legde hij groene waterleidingen aan door het hele klooster. Momenteel zijn in het klooster vijf toiletten aangesloten op het ‘groene water’ van het waterreservoir en draaien er sommige wasmachines op.

Dat was een heel project, legt hij uit. Zeker omdat destijds (2008) er nog niet veel ervaring was met regenwater als vervangende bron. “We waren pioniers en hebben daarom heel veel zelf moeten uitzoeken.” Veel leerden ze al doende, mede door de tegenslagen waar ze op stuitten. Zo werd het klooster in 2018 nog het slachtoffer van een extreme regenbui waar de capaciteit van de tank niet op was voorbereid. Niet alleen de tank overstroomde: ook de rest van het terrein.

“Er viel die dag 120 millimeter regen”, vertelt Ogg. “Aan de ene kant kun je zeggen dat dit een echt uitzonderlijke situatie was. Aan de andere kant zullen dit soort uitzonderingen steeds vaker voorkomen en moet je er daarom wel wat mee.” Hoe meer ik hoor hoe ingewikkeld en kostbaar het kloosterproject is geweest, hoe bewonderenswaardiger ik het vind dat het hen überhaupt is gelukt. Tegelijkertijd legt Oggs verhaal de kwetsbaarheden van innovatieve vergroeningsplannen als deze bloot: motivatie, financiering, kennis en een lange adem.

Frits Ogg die een put openmaakt waar de ondergrondse tank in zit.

Myrte Nowee

Impact

Mijn eigen ton stelt hier weinig bij voor, maar ik moet me daar niet door laten ontmoedigen, verzekeren zowel Ogg als Boogaard me. Alle kleine beetjes helpen, en zoiets laagdrempeligs als een enkele ton kan een katalysator zijn voor meer projecten en enthousiasme, weet Boogaard. “Het begint vaak klein en praktisch, en groeit dan vanzelf door. Dan ben je eigenlijk bezig met een grotere transitie, zonder dat dat misschien zo voelt.”

Het is misschien hierom dat Boogaard zo enthousiast is over de regenton. “Het is iets simpels, iets concreets, en iedereen kan het doen. Je hebt geen grote investering nodig en geen ingewikkelde techniek. Je zet hem neer, sluit hem aan, en ziet meteen resultaat.” Misschien is dat ook wel de kernboodschap, filosofeert de onderzoeker hardop, waar ik het alleen maar mee eens kan zijn. “Het hoeft niet groot of ingewikkeld te zijn om impact te hebben.”

ReactiesReageer