Naar de content

Puberbrein hypergevoelig voor beloning

Barbara Braams

Risicogedrag tijdens de adolescentie is gelinkt aan hersenactiveit tijdens het krijgen van een beloning, aldus Barbara Braams (Universiteit Leiden). De promovenda presenteerde de resultaten van het grootschalige Braintime-onderzoek tijdens het gelijknamige festival in Oegstgeest.

Barbara Braams is inmiddels de Atlantische Oceaan overgestoken en neergestreken bij Harvard University. Ze doet onderzoek naar hoe vrienden effect hebben op risicogedrag in de adolescentie, en hoe de ontwikkeling van het brein dit effect beïnvloedt. Daarnaast was zij ook één van de ‘Faces of Science’ hier op Kennislink.

Hielco Kuipers

Comazuipen, roekeloos rondscheuren in het verkeer of buitensporig drugsgebruik; in de pubertijd neemt risicogedrag vaak zienderogen toe. Hoe komt dat?

Braams onderzocht of en hoe risicogedrag gebonden is aan de adolescentie, en welke rol het beloningscentrum daarbij speelt. Braams: “We hadden de unieke kans om dit op grote schaal bij zo’n driehonderd deelnemers tussen de 8 en 27 jaar te onderzoeken”.

Het beloningscentrum, in de neurowetenschappen beter bekend als het ventraal striatum, bevindt zich diep in het brein en wordt actief op het moment dat je een beloning krijgt. Een beloning kan bijvoorbeeld een stuk chocola zijn of het winnen van geld.

Maar hoe meet je beloning in de hersenen bij risicovol gedrag in een proefopstelling? Het is natuurlijk niet ethisch verantwoord om jongeren te vragen zonder helm rond te scheuren op een brommer. Braams: “Daar hebben we een speciale goktaak voor ontwikkeld. Als de computer een muntje opgooide, gokten de deelnemers of het kop of munt werd. Bij een juiste voorspelling wonnen ze geld, bij een onjuiste voorspelling verloren ze geld.”

Wat is Braintime?

Braintime is een uniek project waarin onderzoekers van de Universiteit Leiden jongeren vier jaar lang volgden. Jongeren kwamen naar het lab om om testjes te doen terwijl hun hersenactiviteiten werden gemeten. Zo werd bijvoorbeeld onderzocht wat de effecten van vriendschappen zijn op het brein bij adolescenten. Braams’ onderzoek richt zich op risicogedrag in de adolescentie. In dit filmpje vertelt Barbara zelf wat Braintime inhoudt.

Beloning in beeld

Met een MRI-scanner werd de activiteit van het beloningscentrum tijdens deze goktaak en andere taken bekeken. Met functionele MRI-scans kun je zien waar in de hersenen zuurstofrijk bloed naartoe stroomt en dit dient als maat voor hersenactiviteit.

De resultaten van het onderzoek lieten zien dat er een piek was in activatie van het ventraal striatum tijdens de adolescentie. Niet alle jongeren nemen veel risico. Om meer zicht te krijgen op individueel risicogedrag vulden de deelnemers verschillende vragenlijsten in.

Ze kregen bijvoorbeeld de vraag: ‘Als ik de kans zie iets te krijgen wat ik wil, zal ik die kans meteen grijpen’. Bij het beantwoorden kozen ze uit: ‘Helemaal mee eens’, ‘Een beetje mee eens’, ‘Een beetje mee oneens’, of ‘Helemaal mee oneens’. Om te onderzoeken of er een verband is tussen activiteit in het beloningscentrum en risicogedrag, combineerde Braams de resultaten van de MRI-scans met de antwoorden op de vragenlijsten.

Alcoholische beloning

Met deze methode kon Braams de activatie van het beloningsgebied niet alleen met risicogedrag, maar ook met diverse andere factoren in verband brengen. “Eén van de belangrijkste dingen die ik heb gevonden is dat jongeren die een actiever beloningscentrum hebben, meer alcohol drinken. Deze relatie geeft aan dat er een verband is tussen hoe gevoelig je bent voor beloningen en hoeveel risico je in het echte leven neemt.”

Braams tijdens haar onderzoek. Eén van de deelnemers ligt in de MRI-scanner om een taakje uit te voeren terwijl de hersenactiviteit wordt gemeten.

Barbara Braams

Daarnaast keek de neurowetenschapper of ze kon voorspellen welke jongeren een actiever beloningscentrum hadden. “Hiervoor heb ik bijvoorbeeld testosteronniveaus en persoonlijkheid aan activiteit in het beloningscentrum gelinkt. Testosteron werd bepaald aan de hand van speekselmonsters. Het blijkt dan dat de deelnemers die meer testosteron hadden, degenen waren die een actiever beloningscentrum hadden. Ook waren de deelnemers die aangaven harder te willen werken voor een beloning degenen die meer activiteit in het beloningscentrum hadden. Testosteron en bepaalde persoonlijke eigenschappen, zoals de gedrevenheid voor beloningen, hadden dus een voorspellende waarde voor de mate van beloningscentrumactivatie.”

Comazuipen

Braams’ Braintime-onderzoek heeft veel inzichten gebracht over risicogedrag tijdens de adolescentie. Tot op zekere hoogte is een toename van risicogedrag een normaal verschijnsel in deze fase; het is onder andere belangrijk voor het verwerven van zelfstandigheid. In het geval van alcoholmisbruik kan risicogedrag echter nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid, bijvoorbeeld in het geval van bingedrinken of comazuipen. Daarnaast brengen jongeren die dronken in de auto of op de scooter stappen niet alleen zichzelf, maar ook andere verkeersdeelnemers in gevaar.

Braams: “Mijn onderzoek geeft meer inzicht in de relatie tussen risicogedrag en hersenactiviteit wanneer iemand een beloning krijgt. Door niet alleen hersenactiviteit maar ook testosteron en persoonlijkheid mee te nemen krijgen we een vollediger beeld van de factoren die met risicogedrag samenhangen. In de toekomst is het wellicht mogelijk om risicogedrag te beïnvloeden.”

Bronnen:
ReactiesReageer