Naar de content

Lichtgevende bomen: Ik wil het wel zien!

Groene bomen waar het licht doorheen valt.
Groene bomen waar het licht doorheen valt.
Flickr

Onze straten en wegen staan vol met lantaarnpalen. Die zijn niet echt fraai en verbruiken bovendien behoorlijk wat energie. Zouden lichtgevende bomen een alternatief kunnen zijn? Jelle Reumer, directeur van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, vindt het een enorm interessante toepassing. “Ik zou het wel willen zien!”.

In één van haar toekomstscenario’s schetst het Rathenau Instituut hoe een wereld met lichtgevende bomen eruit ziet. Aan de ene kant zullen er mensen zijn die de bomen afschuwelijk vinden. Het lijkt het hele jaar wel kerst en er zit geen uitknop op die dingen. Aan de andere kant zullen er ook mensen zijn die het fijne licht van de bomen meer kunnen waarderen dan het ‘harde’ licht van de ouderwetse lantaarnpalen. Dat is een kwestie van smaak.

Maar bomen die voortdurend licht geven, kunnen ook ongewenste effecten hebben. Want waar moeten nachtdieren naartoe om van het donker te kunnen genieten? En wat als deze eigenschap zich verspreidt naar andere bomen en struiken? Hebben we dan straks complete lichtgevende bossen? Of zal het zo’n vaart niet lopen? Kennislink sprak Jelle Reumer. Hij vertelt ons over de effecten van straatlantaarns en lichtgevende bomen op de stadsdieren

Kunstenaar Daan Roosegaarde bedacht voor de Dutch Design Week 2013 een uniek ontwerp voor een stuk fietspad, bestaande uit duizenden lichtgevende steentjes. De steentjes laden zich overdag op aan het zonlicht en geven ‘s nachts licht af, hetzelfde idee als glow-in-the-dark sterren aan het plafond. Het fietspad is een moderne interpretatie van het werk van van Gogh.

Wat vindt u van het idee van lichtgevende bomen?
“Enorm interessant. Het doet me denken aan de lichtgevende fietspaden van Daan Roosegaarde. Mijn eerste reactie was: het kan niet, want je creëert een soort tegenstelling: planten hebben licht nodig om te kunnen groeien, en nu gaan ze licht maken. Het klinkt als een koe die vers gras uitpoept, maar dat is het niet. Ik heb nu geen idee of het mogelijk is, maar als je bijvoorbeeld het gen dat licht veroorzaakt in een gloeiworm over kunt zetten naar een plant: why not? Zeker in de stedelijke omgeving lijkt het me wel een toepassing. Jammer inderdaad, zoals het filmpje zegt, dat de meeste bomen in de winter kaal zijn. Misschien dus juist de evergreens hiervoor benutten, coniferen, laurierkers (oerlelijke maar veel aangeplante struiken). Ik zou het wel willen zien”.

Wat voor effect hebben de straatlantaarns nu op de stadsdieren?
“Spinnen bijvoorbeeld profiteren van straatlantaarns. Insecten zoals motten worden ‘s nachts aangetrokken door het straatlicht. Spinnen bouwen graag hun webben in de buurt van lampen, om meer motten te kunnen vangen. Er zijn ook gevallen bekend van reigers die ‘s nachts bij verlicht water zitten om in het licht voorbij zwemmende visjes te vangen. Straatverlichting verlengt sowieso de tijd waarin dagdieren kunnen jagen. Jagers die gebruik maken van het licht profiteren dus en hun prooidieren duidelijk niet”.

Wat voor effect kunnen lichtgevende bomen hebben op de stadsdieren?
“Lichtgevende bomen trekken misschien net als straatlantaarns spinnen aan. Het zou wellicht een boost voor het insectenrijk en andere kleine beestjes betekenen. Vervolgens profiteren zangvogels hier weer van. Het is altijd lastig om te voorspellen wat de ecologische gevolgen van zoiets zijn. Voorspellen is moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat. Als het om de toekomst van de ecologie gaat is dat nog moeilijker”.

Lees hier de mening van Wim Schmidt, sterrenkundige en voorzitter van het Platform Lichthinder. Hij vindt het idee belachelijk.