Naar de content

'Leer je nieuwe taal door verhaaltjes te maken'

Spoedcursus Toeristentaal deel 1: Je bent (echt) nooit te oud om te leren

Een man die een foto van een kanaal in Venetië vasthoudt.
Een man die een foto van een kanaal in Venetië vasthoudt.
Jakob Owens, Unsplash

Snel even de basics van de taal van je vakantieland leren is makkelijker gezegd dan gedaan, zeker als je wat ouder bent. Of niet? Volgens onderzoeker Lieke Hofmans is leeftijd helemaal niet zo’n belemmering als vaak wordt gedacht.

Na een druk jaar kijk je uit naar die welverdiende vakantie in Spanje, Italië, of misschien wel Noorwegen of Thailand. Wat de bestemming ook is, het is altijd handig om je een beetje verstaanbaar te maken in het verkeer, een restaurant, of de apotheek. Hoe pak je dat aan, een paar weken voor vertrek? Hoe leren we überhaupt iets nieuws?

Volgens cognitiewetenschapper Lieke Hofmans van de Universiteit van Amsterdam moet je dat vooral echt willen, want motivatie is een van de basisingrediënten van goed kunnen leren. Meng dat met een gezonde dosis voorstellingsvermogen en dan kan je prima dat bescheiden woordje over de grens leren spreken. Hoe oud je ook bent.

Lieke Hofmans: “Mijn associatie met ‘silla’ is een stickertje op een stoel bij opa en oma thuis, die hadden ze daar geplakt om Spaans te leren. Dat is een handige manier om losse woordjes te leren.”

Lieke Hofmans

Hoe leren we nou eigenlijk nieuwe dingen?

“Leren is associëren. Dat doen we op verschillende manieren. Door trial & error ontdekken we de voordelen of nadelige gevolgen van handelingen of beslissingen. Als je bijvoorbeeld een stoeprand tegenkomt en daarover struikelt, leer je letterlijk door vallen en opstaan dat je daar de volgende keer overheen moet stappen. De pijn van het vallen is dan de associatie.

Een andere vorm is sociaal leren. We zien mensen iets doen dat fijne of slechte gevolgen heeft. Dan ga je hetzelfde doen, of juist niet. Je kijkt hiermee die trail & error af bij anderen. Tot sociaal leren behoort ook het stukje sociale en maatschappelijke druk. Dat geeft een motivatie om dingen op een bepaalde manier te doen of te onthouden. Mooie kleren dragen, hoge cijfers halen, meepraten in die exotische taal.”

Hoe werkt dat in ons brein?

“Als we nieuwe dingen leren, gebeurt er iets met de verbindingen tussen hersencellen of tussen hersengebieden. Verbindingen kunnen aangepast worden, verdwijnen of juist nieuw worden aangemaakt. Door die verbindingen worden associaties gelegd met dingen die al in het geheugen zitten. Het woord ‘stoel’ zit bijvoorbeeld al in je hoofd. Als je dan het Spaanse woord voor ‘stoel’ (‘silla’) leert, wordt dat daaraan gekoppeld. Zo’n associatie kan van alles zijn. Mijn associatie met ‘silla’ is een stickertje op een stoel bij opa en oma thuis, die hadden ze daar geplakt om Spaans te leren. Dat is een handige manier om losse woordjes te leren.”

Waarom is dat over het algemeen makkelijker voor kinderen dan voor volwassenen?

“Dat is een vertekend beeld. De plasticiteit van onze hersenen – de mogelijkheid om verbindingen te veranderen – piekt ergens tussen de adolescentie en de dertiger jaren. Maar dat verschilt per vaardigheid, zoals redeneren, motoriek, kortetermijn- of langetermijngeheugen. Daarnaast hangt het af van de persoon, culturele achtergrond, opvoeding en genen.

Het is dus niet zo zwart-wit en je kan er ook veel aan blijven doen, zoals bewegen en gezond eten. Dat zorgt onder andere voor een toevoer van bloed en dus voedingsstoffen in je hersenen, nodig om die verbindingen aan te leggen en te onderhouden. Denk aan het leggen van een straat, dan moeten die stenen wel blijven komen.

Bij onze geboorte hebben we juist te veel verbindingen. Die worden minder en specifieker. Daarom vergeten we dingen, bijvoorbeeld van de babytijd. Maar de verbindingen die je overhoudt, worden duurzamer, ‘pruning’ heet dat. Uiteindelijk leren kinderen op een andere manier dan volwassenen. Als kinderen leren praten is dat ongeveer het enige dat ze doen. Ze worden helemaal ondergedompeld en hebben nog geen verplichtingen. Hoeveel tijd heb je nou als volwassene om een nieuwe taal te leren? Het heeft allemaal met context, inzet en motivatie te maken.”

Is er een verschil tussen snel iets willen leren of er de tijd voor nemen?

“Je ziet het vaak bij studenten die op het laatste moment leren voor een tentamen: die specifieke associaties worden dan snel aangeleerd en aan specifieke kennis gehangen, maar niet aan harde concepten die al lang in het geheugen zitten. Als je een netwerk voor je ziet, zijn dat de losse knopen met weinig vertakkingen. Als je deze kennis vervolgens weinig gebruikt, dan verlies je die weer. Dat is een fysiek proces: door die verbindingen aan te spreken, krijgen ze de benodigde voeding, bloed en zuurstof. Zoals die stenen straat ook onderhoud nodig heeft, anders brokkelt het af.”

Wat is de beste aanpak om snel een nieuwe taal te leren?

“Daarvoor heb je die associaties nodig, dus probeer verhaaltjes voor jezelf te maken. Als je bijvoorbeeld wil leren hoe je de rekening moet vragen, beeld je dan in dat je in een restaurant zit en met de ober praat. Probeer het echt voor je te zien.

Er zijn ook digitale hulpmiddelen om een taal te leren, zoals de app Duolingo. Die speelt heel erg in op de beloning. Voor goede antwoorden krijg je bonuspunten of kan je iets unlocken. Dat werkt goed voor het aanleren van de basics op de korte termijn, zoals een vakantie. Maar het speelt niet in op de intrinsieke motivatie en maakt minder duurzame verbindingen. Voor de lange termijn werkt het daarom vaak minder goed.”

Ook verschenen in de Spoedcursus Toeristentaal: