Wetenschappers zijn er voor het eerst in geslaagd menselijke eicellen te maken met gebruik van een donoreicel, en ze daarna ook nog te bevruchten. Hoe kijken collega-embryo-onderzoekers naar dit nieuws?
De wetenschappelijke wereld stond dit najaar op z’n kop. Amerikaanse wetenschappers waren erin geslaagd eicellen te maken met daarin het DNA uit menselijke huidcellen, waarbij zij gebruikmaakten van een bestaande donoreicel. En als klap op de vuurpijl bleken ze die eicellen zelfs te kunnen bevruchten.
Hoe kregen die wetenschappers dat voor elkaar? Ze verplaatsten de kern van een menselijke huidcel naar een ‘lege’ eicel en verwijderden daar de helft van de chromosomen uit. Zo gaven ze de eicel 23 chromosomen: de helft van een normale lichaamscel en evenveel als een normale eicel. De andere helft van het genetische materiaal is voor rekening van de bevruchtende zaadcel. Hadden we hier nu ineens een manier te pakken om – klaar terwijl u wacht – geslachtscellen te maken in het lab?
De praktijk bleek wel wat weerbarstiger, geven de auteurs ook zelf toe. De meeste eicellen die ze hadden gemaakt, bleken na bevruchting niet uit te kunnen groeien tot een embryo. Waarschijnlijk doordat er tóch meer dan 23 chromosomen in de eicel zaten, of doordat er iets fout ging in de celdeling, of allebei. Maar toch.
Baanbrekend
“Ik vind het nog steeds een baanbrekende studie”, zegt Susana Chuva de Sousa Lopes, hoogleraar Ontwikkelingsbiologie bij het LUMC. Zij onderzoekt zelf hoe onderzoekers in het lab geslachtscellen kunnen maken uit stamcellen. Dat proces is lang en het ingewikkelde stappenplan verhoogt het risico op foutjes in het DNA. “Het Amerikaanse onderzoek heeft die hele situatie omzeild, gewoon door een bestaande eicel te pakken, hem te legen en daarna te vullen met de kern van een andere cel. Als je de helft van de chromosomen succesvol verwijdert en deze vervolgens kunt herprogrammeren, heb je in feite ook een geslachtscel.”
Chuva de Sousa Lopes ziet daar duidelijk de voordelen van in. “Deze methode is veel sneller dan het opkweken van stamcellen en ze aanzetten tot de vorming van geslachtscellen: we hebben het ineens niet meer over maanden, maar dagen. Dat zou de techniek zeer toepasbaar maken in een klinische setting.”
Meer eicellen
Toch zal het zo’n vaart niet lopen, denkt de hoogleraar. De Amerikanen hebben immers geen embryo’s kunnen maken met het juiste aantal chromosomen. Daar wringt de schoen het meest. “Je vraagt iets aan de cel – verwijder de helft van de chromosomen – wat hij normaal niet doet. Maar dat proces moet wel perfect gaan. Het lijkt al wel bij muizen te lukken. Als ze het ook bij menselijke eicellen voor elkaar krijgen, is het bingo.”
Dan is er nog het probleem: hoe kom je aan een eicel? “Om te beginnen heb je voor deze techniek altijd een eiceldonor nodig van een derde persoon”, zegt Chuva de Sousa Lopes. ”Ik hoop dat ze ethisch verworven zijn, dat is een vereiste. In de meeste landen is het niet toegestaan om een zogenoemde ‘drie-persoons-baby’ te creëren voor voortplantingsdoeleinden, tenzij de moeder een zeer specifieke en ernstige erfelijke aandoening heeft (een mitochondriële ziekte, red.). In de Verenigde Staten is het blijkbaar toegestaan om donoren te betalen voor eicellen.”

Susana Chuva de Sousa Lopes is hoogleraar Ontwikkelingsbiologie bij het LUMC
Susana Chuva de Sousa LopesEmbryowet
Is de komst van die nieuwe techniek dus een kwestie van tijd? Dat zou op zich kunnen, zegt Chuva de Sousa Lopes. “Tenzij de maatschappij niet wil dat we aan deze techniek werken. In de meeste Europese landen mag je überhaupt geen embryo’s maken voor onderzoek.” Dat geldt ook voor Nederland. Vooralsnog, omdat er een herziening van de Embryowet op tafel ligt.
Toch is ook dan de race verre van gelopen, zegt Chuva de Sousa Lopes. “Het feit dat het juridisch zou mogen, wil niet zeggen dat ethische commissies het onderzoek zullen goedkeuren. Je moet altijd een protocol insturen en je bevindingen baseren op dieronderzoek. Ik vind dit interessante ontwikkelingen die misschien klinisch relevant kunnen worden in de toekomst, maar er is echt nog een lange weg te gaan.”
Chuva de Sousa Lopes is niet bang dat andere wetenschappers het gras voor haar voeten wegmaaien. “Ik ben een bioloog die het proces wil begrijpen. Het maken van eicellen is een complex proces van zo’n twintig stappen. Ik ben geïnteresseerd in elk van die stappen, hoe ingewikkeld ook.” Als dit onderzoek in haar lab was gedaan, had ze dus langer gewacht met publiceren. “Wij willen liever eerst goed uitzoeken wat er precies gebeurt.”

