Naar de content

Knagende rupsen

Recensie 'Metamorphosis'

P. Zwier

'Metamorphosis' is niet alleen een ode aan Maria Sibylla Merian. Filmmaker Pim Zwier laat je ook met dezelfde fascinatie naar rupsen kijken als de 17e-eeuwse kunstenares en wetenschapper.

Zwarte rupsen met oranje pootjes knagen vredig aan een brandnetel. Geritsel, af en toe een vogelgeluid. Zo begint de film 'Metamorphosis' van Pim Zwier over het leven en werk van de 17e-eeuwse wetenschapper en kunstenaar Maria Sibylla Merian. De openingsscène duurt bijna een kwartier, maar blijft boeien. De muziek beweegt mee met de rups. Het doet poëtisch aan, een soort meditatie, slow-tv. Tegelijk zie je het wonder van de metamorfose zich voltrekken: hoe uit een rupsenhuid een kant-en-klare pop komt, en later uit de pop een vlinder. Zo slaagt de filmmaker erin om precies dezelfde fascinatie op te roepen als de vrouwelijke wetenschapper waar het verhaal om draait.

De studie van de metamorfose werd Merians levenswerk: ze kweekte talloze rupsen op tot vlinder. Maria Sibylla Merian was een van de eerste wetenschappers die de metamorfose van vlinders illustreerde en rupsen samen afbeeldde met hun voedselplanten. Haar prenten en observaties bracht ze uit in drie boeken, waarvan 'Metamorphosis insectorum Surinamensium' het hoogtepunt van de film vormt.

Kunst van het kijken

De rupsen en vlinders krijgen uitgebreide schermtijd. De stillevens van rupsen op hun voedselplanten zijn de levende versies van de prenten van Merian. Zowel de prenten als close-ups hebben een witte achtergrond waartegen de insecten en planten afsteken. Ze wisselen elkaar af in de film, vaak met dezelfde vlindersoort afgebeeld. Je ziet daardoor hoe realistisch Merian de insecten tekende. Bij de beelden hoor je Merians eigen notities (stem van Carly Wijs) over het gedrag en de levenscyclus van de insecten, bijvoorbeeld over de voedselplant, hoe vaak een rups vervelt, of hoe ze lopen. Zo leer je een hoop bij over de wereld van insecten.

Still uit Metamorphosis

P. Zwier

Al zijn naast Merian de rupsen de ster van de film, ze worden niet bij naam genoemd. De nadruk ligt op hun kleuren, vormen, gedrag – de kunst van het kijken. Niettemin blijft bij mij als natuurliefhebber de vraag hangen, welke rups of vlinder was dat nou? We leren ze kennen, maar zonder naam. Dat is jammer, en zou in een natuurdocumentaire niet ontbreken.

Vermeer in film

Naast de rupsenscenes zijn er oogstrelende scenes waarin personages wandelen of werken in de huizen en landschappen van de 17e eeuw. Je ziet Merian (Carly Wijs) en haar dochters aan het werk met vlinders, etsend, schilderend of in de stad. Soms waan je je door de lichtval in een levend schilderij van Vermeer. De wijdere landschappen, stadsgezichten en tuinen zijn historische etsen en gravures, waarin de acteurs rondlopen. Op een ogenschijnlijk eenvoudige manier wekt de film de verleden tijd tot leven.

De film laat goed zien hoe indrukwekkend het is dat Merian in haar leven haar eigen plan trekt, gezien de tijdsgeest. Haar passie voor entomologie (insectenstudie) kwam in een tijd dat wetenschap nog vooral een vrijetijdsbesteding was voor rijke, witte mannen. De mannen in de film zijn echter vooral vol verwondering over Merians artistieke en wetenschappelijke talenten en ondernemerszin. De scenes waarin Merian zelf te zien is, zijn verrassend genoeg stil – ze praat niet of we krijgen niet mee wat ze zegt. Filmmaker Zwier deed dit om haar als historisch persoon geen woorden in de mond te leggen, zo laat hij desgevraagd via mail weten. Maar deze keuze schept ook de indruk dat Merian als vrouw minder te zeggen had dan haar mannelijke tijdgenoten over haar. Die weergave voelt tegenstrijdig met haar eigenwijze manier van leven.

Still uit Metamorphosis

P. Zwier

Gedaanteverwisseling

De metamorfose van de titel slaat niet alleen op de rupsen, maar ook op Merian zelf. Haar rupsenfase was in Duitsland, waar ze haar passie voor insecten en etsen ontwikkelde. Haar pop was in Nederland toen ze haar man verliet en zich terugtrok in het Labadistenklooster. Vervolgens vloog ze uit naar Suriname om terug te komen met haar meesterwerk over de exotische insecten. Dat moment voelt als de climax van de film. Ze brengt in het boek zestig koperplaten van negentig insecten samen, die ze geheel onder haar regie laat drukken en uitgeven. Daarna gaat de film gevoelsmatig te lang door tot haar overlijden en de postume uitgave van het derde deel in de rupsenboekenserie. Zowel beeld als verhaal voelen daar als een herhaling van de scenes voorafgaand aan Suriname – al had ik de knallend zwart-wit-rode rupsen van de wolfsmelkpijlstaart niet willen missen.

Voor wie hoopt op een spannend plot, is dit misschien niet de juiste film. Je kunt het beter zien als een visueel gedicht. De rust en afwisseling in beelden maken deze film zo bijzonder. Een nadeel daarvan is dat een duidelijke spanningsboog ontbreekt. Daarnaast mis ik een conclusie over de historische betekenis van Merians werk voor de wetenschap. De gepruikte mannen duiden haar werk enigszins, maar ze blijven naamloos en daardoor is het gissen naar de waarde van hun anekdotes. Pas bij de aftiteling blijken ze wel degelijk relevante tijdgenoten, zoals de biograaf Arnold Houbraken en schrijver Zacharia von Uffelbach. Die context mist tijdens de film.

Al met al is de film een lust voor het oog. Met een originele afwisseling van rupsen, prenten, mensen en landschappen brengt Metamorphosis een ingetogen ode aan Maria Sibylla Merian. Vooral de lange rupsenscènes blijven bij. Ze wakkeren dezelfde fascinatie voor insecten aan als Merian gehad moet hebben, toen ze als elfjarige haar eerste kruiden en beestjes schilderde.

De film ‘Metamorphosis’ is te zien tijdens het InScience Filmfestival in Nijmegen van 12 t/m 17 maart.