Je leest:

Kleine kruiper kan gigantisch zijn

Kleine kruiper kan gigantisch zijn

Auteur: | 21 maart 2013

Hun naam zegt niet zoveel over het aantal poten en de lengte van deze kruipers varieert gigantisch. Maar in welke vorm ook, ze zijn erg nuttig voor onze bodem. Ze recyclen dood plantaardig materiaal en houden knagende dieren bij planten weg; een goede zaak voor de koolstofkringloop.

Tussen duizend- en miljoenpoot zijn grote verschillen te zien. Zo hebben duizendpoten (l) een afgeplat lichaam en miljoenpoten ( r ) een rond lichaam.

European Atlas of Soil Biodiversity

Naam: Duizend- en miljoenpoot Subphylum: Myriapoda Uiterlijk: afgeplat (duizendpoot) en rond (miljoenpoot) Lengte: van enkele millimeters tot 38 centimeter Dieet: plantenresten, maar ook reptielen, amfibieën, kleine zoogdieren en vogels! Leefomgeving: Bijna overal, van bossen tot woestijnen Bijzonder: Sommige duizendpoten bijten ook mensen. Dat voelt als een wespensteek, maar de bijt van enkele soorten worden gezien als de meest pijnlijke in de natuur.

Uiterlijk

Zowel duizend- als miljoenpoten zijn geleedpotigen. Miljoenpoten variëren tussen de 2 millimeter en 38 centimeter. De grootste miljoenpoot is, volgens het Guinness Book of Records, de Afrikaanse reuzenmiljoenpoot Archispirostreptus gigas met een lengte van 38,6 centimeter. Je kunt ze makkelijk onderscheiden van andere geleedpotigen doordat ze aan ieder lichaamssegment twee paar poten hebben (vandaar ook hun wetenschappelijke naam diplopoda, ‘dubbelpotigen’). Uitzondering is het eerste segment achter zijn kop – waar geen pootjes aan zitten – en de eerste paar segmenten, waar één paar pootjes aan zitten.

Een man houdt een exemplaar van Scolopendra gigantea vast, in Trinidad.
Wikimedia Commons

Duizendpoten zijn tussen de enkele millimeters en 30 centimeter groot (de allergrootste soort, van 30 centimeter, is Scolopendra gigantea uit het Amazonegebied). Aan ieder lichaamssegment heeft hij één paar pootjes, waarbij ieder paar net wat langer is dan het vorige paar. In extreme gevallen zijn daardoor de laatste pootjes twee keer zo lang als de eerste pootjes! Aan zijn kop zitten voelsprieten die de omgeving aftasten. Daarnaast heeft hij kleine puntoogjes waarmee hij niet scherp kan zien, maar wel verschuivingen van lichtintensiteit waar kan nemen. De ademhaling gaat via een tracheeënstelsel, vergelijkbaar met dat van insecten. Het eerste segment heeft een paar sterke gifkaken die het best kunnen worden omschreven als gifpoten, omdat ze uit het voorste potenpaar zijn ontstaan. Aan de vorm en positie is dat goed te zien. Met zijn gifpoten injecteert de duizendpoot zijn prooi met gif, waarna deze sterft. Nadat de prooi in stukjes is geknipt kan hij gegeten worden.

Onderkant van de kop van Scolopendra cingulata. De gifpootjes zijn goed te zien.
Wikimedia Commons

Miljoenpoten zijn over het algemeen langwerpig en cilindrisch van vorm, maar er zijn ook soorten met meer afgeplatte lichamen. Veel soorten zijn aangepast aan het leven in de diepe grondlagen. Die soorten zijn wat kleiner, hebben geen ogen en hebben speciale sensoren waarmee ze de vochtigheid en chemische eigenschappen van de omgeving kunnen bepalen. Grote duizendpootsoorten die dicht op het bodemoppervlak leven, in het rottende hout bijvoorbeeld, hebben vaak een afgeplat lichaam met weinig segmenten en sterke, lange pootjes waardoor ze zich snel kunnen bewegen. Kleinere soorten zijn aangepast aan het leven in de diepere lagen onder de grond en hebben juist heel veel segmenten en minuscule pootjes. Deze soorten zijn bleker van kleur en hebben soms zelfs helemaal geen pigment.

Leefomgeving

Duizendpoten komen op veel verschillende plekken voor; van bossen tot woestijnen, van rottend plantenmateriaal en bodem, tot rottend hout, onder boomschors en in rotsspleten. Als er maar een beetje vocht aanwezig is, want anders drogen ze uit. Er zijn naar schatting ongeveer 8000 soorten wereldwijd, waarvan er 3000 beschreven zijn in de wetenschappelijke literatuur. In Nederland komen 44 verschillende soorten voor. In de bodem zitten ze met 20 tot 300 individuen per vierkante meter bij elkaar. Van de miljoenpoten zijn er iets meer beschreven, ongeveer 10.000. Zij zitten, afhankelijk van de hoeveelheid kalk in de bodem, met 15 tot 800 exemplaren bij elkaar op een vierkante meter.

Naamsverwarring

Duizendpoten worden duizendpoten genoemd omdat ze veel pootjes hebben, niet omdat het er precies duizend zijn. In het Engels heten ze dan ook centipede (“honderdpoot”), evenals in het Duits: Hundertfüsser. Onze miljoenpoot heet in het Engels millipede (“duizendpoot”).

Een miljoenpoot rolt zich tot een spiraal om zichzelf te beschermen.
Wikimedia Commons

Bescherming

Naast hun harde uitwendige skelet, hebben miljoenpoten nog wat andere trucjes gevonden om zichzelf te beschermen. Sommige soorten kunnen zichzelf oprollen tot een spiraal en andere soorten tot een bal. Kleine, primitieve soorten hebben lange haren waarmee ze zichzelf tegen mieren beschermen. Daarnaast hebben ze klieren aan de zijkanten van hun lichaam die giftige stoffen af kunnen scheiden. Ondanks die mooie aanpassing vallen ze zelf vaak ten prooi aan andere jagers.

Amfibie op het menu

Miljoenpoten houden het vaak bij rottende bladeren en ander dood plantmateriaal, maar er zijn ook enkele omnivoren en carnivoren soorten. Deze soorten eten kleine geleedpotigen zoals insecten en sommige duizendpoten, of regenwormen. Sommige miljoenpoten hebben scherpe monddelen waarmee ze het sap uit planten kunnen zuigen. Duizendpoten staan bekend als jagers die, het liefste ’s nachts, vele verschillende soorten prooien vangen. Maar bij echte honger slaan ook zij geen rottend blad over. In de grond jagen ze vaak op kleine insecten en hun larven, op springstaarten, mijten, spinnen, rondwormen, witte wormen en zelfs regenwormen. De grootste duizendpootsoorten doen zich soms zelf tegoed aan reptielen, amfibieën, kleine zoogdieren en vogels! Zelf worden ze door muizen, kevers, spinnen (ze staan dus op elkaars menu) en slangen gegeten.

Voor miljoenpoten is paren noodzakelijk. Hier zie je twee exemplaren van de soort Archispirostreptus gigas.
Muhammad Mahdi Karim, Wikimedia Commons

Voortplanting

Om voort te planten is copulatie noodzakelijk voor de miljoenpoot, voor de duizendpoot niet. Bij duizendpoten legt het mannetje een spermapakketje in een web, waarna hij het vrouwtje aanmoedigt dit op te nemen. Daar doet hij dan meestal wel een paringsdansje bij. De eitjes worden bewaakt door het vrouwtje. Zij houdt ze ook schoon, om beschimmeling en uitdroging te voorkomen. Net uit het ei hebben de nimfen minder segmenten en poten dan volwassen dieren, die komen er met iedere vervelling bij. Pas na enkele jaren is hij volwassen.

Een duizendpoot in Noord-Californië bewaakt haar eitjes.
Marshal Hedin, Wikimedia Commons

Oudjes

Miljoen- en duizendpoten zijn evolutionair gezien erg oud. Uit fossiel onderzoek blijkt dat de één centimeter lange Pneumodesmus newmani, die 428 miljoen jaar leefde, het oudste landdier is dat we kennen. Ook duizendpoten waren er rond die tijd al bij en behoren samen met de miljoenpoten tot de eerste landdieren. De fossiele duizendpoot Euphoberia kon een lengte bereiken van rond een meter en de geleedpotige Arthropleura, die in het late Carboon leefde, kon meer dan 2,5 meter worden. Daarmee is het de grootste ongewervelde die ooit op land geleefd heeft.

1/14

Leven in de ondergrond

Ze hebben geen aaibare vachtjes, imponerende kleuren of glanzende Disney-ogen. Maar wie bodemdieren van dichtbij bekijkt, ontdekt dat ze over een fascinerende schoonheid beschikken. Bovendien zijn ze van onschatbare waarde voor onze ondergrond. Zonder bodemleven geen vruchtbare akkers en weelderige tuinen. Daarom op Kennislink de komende tijd een serie Bodemdiertjes.

1/14

Het raderdiertje

Het raderdiertje kan jaren uitgedroogd in een soort slaaptoestand verkeren, heeft al miljoenen jaren geen seks gehad en weet parasieten op een slimme manier van zich af te schudden. Klein als hij is, is dit bodemdiertje bijzonder succesvol.

Lees verder over het raderdiertje

Wikimedia Commons, CC BY SA 3.0

1/14

De duizend- en miljoenpoot

Hun naam zegt niet zoveel over het aantal poten en de lengte van deze kruipers varieert gigantisch. Maar in welke vorm ook, ze zijn erg nuttig voor onze bodem. Ze recyclen dood plantaardig materiaal en houden planten knagende dieren bij planten weg; een goede zaak voor de koolstofkringloop.

Lees meer over de duizend- en miljoenpoot

1/14

De mol

Bijna blind rent hij door zijn smalle gangenstelsel en graaft met een enorme kracht er nog wat tunnels bij. Als hij een worm tegenkomt sprint hij er op af, verlamt hem en legt hem in de voorraadkamer. Dan heeft hij later ook nog wat.

Lees meer over de mol

1/14

De mijnspin

Een mier loopt nietsvermoedend over de aarde, niet wetende dat daaronder zich het gangenstelsel van het huis van de mijnspin bevindt. Razendsnel rent de mijnspin naar boven, bijt de prooi met haar vlijmscherpe tanden en trekt hem haar huis in.

Lees meer over de mijnspin

1/14

De slijmzwam

Ze hebben uiteenlopende namen van Heksenboter en Bloedweizwam tot Zilveren boomkussen. Ze kunnen zonder hersenen hun weg door een doolhof vinden en zijn zelfs in staat een robot te besturen. De slijmzwam is een intelligentere bodembewoner dan je denkt.

Lees meer over de slijmzwam

1/14

De bodemmijt

Zet op een willekeurige plek in het bos je schep in de grond en je haalt zo honderden mijten omhoog. Deze kleine beestjes hebben een uiteenlopend dieet en verzamelen dat al zuigend, stekend of zagend bij elkaar. En ze zijn ook nog eens reuzesterk.

Lees meer over de bodemmijt

1/14

De loopkever

Veertig procent van alle insectensoorten die we kennen zijn kevers. Sommigen wonen in een grot in de bergen, anderen zitten in een boomtop van het tropisch regenwoud. Soms vormen ze zelf een plaag, soms worden ze juist ingezet om plagen te voorkomen. En klein als ze zijn weten ze zich goed te verweren, dat ondervond Darwin zelfs al tijdens een van zijn reizen.

Lees meer over de loopkever

1/14

De bodemschimmel

Hoewel je bij een schimmel misschien snel aan de groene spikkels op je bedorven appel of brood denkt, zijn er veel meer soorten. De soorten die in de bodem leven bijvoorbeeld. Bodemschimmels kunnen een heel groot deel van de biomassa onder de grond beslaan. Ze komen in alle soorten en maten voor en spelen een hele belangrijke rol in de ecosystemen van de bodem.

Lees meer over bodemschimmels

1/14

De mier

Geen soort zo sterk, geen soort die zo goed samenwerkt. Geen soort met zoveel opmerkelijke eigenschappen. Je vindt ze overal, behalve op de polen. Waar je ook ter wereld even goed om je heen kijkt in het zand zie je ze alweer lopen. Mieren. Soms met tientallen, soms met miljoenen tegelijk. Alhoewel ze soms heel irritant kunnen zijn, zijn ze bovenal bijzonder indrukwekkend.

Lees meer over de mier

1/14

Het beerdiertje

Als een klein bolletje wordt hij meegenomen door de lucht. Zwervend van plek naar plek. Plots komt hij in een plasje water terecht en binnen een paar minuten ontvouwen zich vier paar pootjes onder het dikke bolletje vandaan. Aan ieder pootje zit een klein klauwtje. Oogjes heeft het niet. Met zijn kleine, koddige, bolle lijfje en acht pootjes begint het beerdiertje heel langzaam rond te kruipen. Hij is net wakker geworden na enkele jaren slaap.

Lees meer over het beerdiertje

1/14

De springstaart

In één sprong overbruggen ze met gemak een afstand van zo’n acht centimeter. Geen kunst? Wel wanneer je bedenkt dat springstaarten zelf een lengte van enkele millimeters hebben. Ruim een factor tien verschil, dus. Alleen: wat doen zulke goede springers ondergronds?

Lees meer over de springstaart

Steve Hopkin

1/14

De pissebed

Ze hebben hun naam en hun uiterlijk niet mee, maar pissebedden zijn onmisbaar voor onze bodem. Ze recyclen plantaardig materiaal en dragen zo bij aan de koolstofkringloop. Gezond voor de ondergrond dus, en mogelijk zelfs gezond voor ons!

Lees meer over de pissebed

1/14

De regenworm

Platgetrapt op het trottoir zien we ze weleens, of hulpeloos bungelend in een merelsnavel. Misschien tijdens een middagje spitten in de tuin. Maar we worden vooral indirect met regenwormen geconfronteerd, door het nuttige bodemwerk dat ze verrichten. Door te graven, te ploegen en te composteren zorgen ze voor een vruchtbare ondergrond.

Lees meer over de regenworm

Lees ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 21 maart 2013
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.