Naar de content

Kinderen interpreteren anders dan volwassenen

Universiteit Utrecht

Kinderen interpreteren zinnen die woorden bevatten zoals ‘elk’ en ‘ieder’, ook wel kwantoren genoemd, anders dan volwassenen. Dat blijkt uit het proefschrift van taalwetenschapper Marie-Elise van der Ziel die op woensdag 13 juni promoveert aan de Universiteit Utrecht.

Kwantoren zijn woordjes die een al dan niet telbare hoeveelheid aangeven. Bij telbare hoeveelheden moet je denken aan woorden als vijf, drieëntwintig; bij niet telbare hoeveelheden aan woorden als sommige, vele, alle en enkele. Zinnen die een universele kwantor, zoals elk of ieder bevatten, in combinatie met een onbepaald lidwoord (een), zijn in het Nederlands vaak ambigu. Zoals de zin Alle mannen houden van een vrouw. Dit kan betekenen dat alle mannen van één en dezelfde vrouw houden of dat alle mannen allemaal van een verschillende vrouw houden.

Sommige zinnen van dit type zijn echter onverwacht niet ambigu. De zin De beer heeft een egel elk stuk taart gegeven kan alleen maar betekenen dat een bepaalde egel alle stukken taart van de beer heeft gekregen. Het kan niet zo zijn dat de beer elk stuk taart aan een verschillende egel heeft gegeven. “Toch interpreteren kinderen deze zin vaak wél zo”, zegt Marie-Elise van der Ziel. “Dat komt doordat zij een andere strategie gebruiken dan volwassenen om deze zin te interpreteren.” De promovenda komt tot deze conclusie na het uitvoeren van verschillende experimenten met kinderen en volwassenen.

Handpop

In een eerste experiment werden veertig kinderen van vier tot zes jaar en tien volwassenen onderworpen aan een zogeheten truth value judgement test. Zowel de kinderen als de volwassenen werden voorgelezen uit een prentenboek. Daarin kwamen twee situaties voor: in situatie 1 gaf een beer alle stukken taart aan één egel en in situatie 2 gaf een beer elk stuk taart aan een andere egel.

Vervolgens werden uitspraken over het verhaal gedaan die wel of niet waar waren. Bij de kinderen werden die uitspraken gedaan door een handpop; bij de volwassenen door dezelfde persoon die de verhaaltjes voorlas. Bij de uitspraak de beer heeft een egel elk stuk taart gegeven keurde 69 procent van de kinderen situatie 1 af; 75 procent keurde situatie 2 goed. Bij de volwassenen was het net andersom: daar werd situatie 1 juist goedgekeurd en situatie 2 niet.

Andere strategie

Vervolgens onderzocht Van der Ziel of er een verschil was tussen het soort kwantoren. Daaruit bleek dat kinderen alleen een onjuiste interpretatie gaven bij zogenaamde distributieve kwantoren, zoals elke of ieder. Het zijn woorden die een onderscheid maken tussen individuele personen. Dat is anders bij een kwantor als alle die altijd verwijst naar een groep.

Hieruit leidt Van der Ziel af dat kinderen en volwassenen een andere strategie gebruiken om dit soort zinnen te interpreteren: “Kinderen kiezen voor een basisstrategie, waarbij zij paren vormen tussen de objecten waar het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp naar verwijzen: in dit geval tussen egel en stuk taart. De hoeveelheidsaanduider elke wordt vervolgens op beide zelfstandig naamwoorden geplakt. Omdat deze strategie hier tot een onjuiste interpretatie leidt, kiezen volwassenen voor een andere strategie.”

Wiskundige kennis

Bovenstaande strategie werd nog eens getest met een schriftelijk experiment onder volwassenen. Daarbij moesten zij opnieuw zinnen beoordelen met zowel een kwantor als een onbepaald lidwoord: Elke beer heeft een hoedje of Elke beer eet een taart.

Uit dit experiment bleek dat volwassenen net als kinderen een voorkeur hebben voor een paarsgewijze interpretatie. Maar in tegenstelling tot kinderen, zijn zij in staat om bij een onjuiste interpretatie alsnog een andere strategie toe te passen.

In een vervolgexperiment met kinderen bleek dat zij zinnen van het type De beer heeft een egel elk stuk taart gegeven alleen konden rijmen met een interpretatie waarbij elke egel minstens één stuk taart kreeg. Wanneer één egel twee stukken taart kreeg en twee andere egels één stuk taart, gingen ze daarmee akkoord. Maar niet als er één egel bij was die geen enkel stuk taart kreeg. Dat laat volgens de promovenda nog eens zien dat kinderen in deze context altijd denken in paren.

Wanneer kinderen dan precies in staat zijn om wél de juiste interpretatie te kiezen, is nog onduidelijk. Daarvoor moet nader onderzoek gedaan worden. Van der Ziel: “Het is bijvoorbeeld mogelijk dat bij de verwerving van deze kwantoren een samenhang bestaat met het verwerven van wiskundige kennis. Ook psycholinguïstische methodes kunnen ons helpen om onze bevindingen verder te onderzoeken.”

Zie ook:

Lees meer over taalwetenschappen op Wetenschap24: