Naar de content

Kantoorgeheimen

Hoe overleef je de bedrijfsjungle?

Liza Cornet voor NEMO Kennislink

De zomervakantie is weer voorbij en de meesten van ons zijn inmiddels alweer lekker uitgerust aan het werk. Maar als je je onvoldoende gezien of gewaardeerd voelt op je werk, of je in een heuse slangenkuil waant, kan dat uitgeruste gevoel volledig omslaan. Gelukkig verschaft psychologe Linda van de Wal, schrijfster van het boek Kantoorgeheimen, ons bij dezen de nodige tips om te overleven in de bedrijfsjungle.

Wat zijn volgens jou veelvoorkomende problemen waar mensen mee worstelen op hun werk?

“Uit onderzoek blijkt werkdruk een flink issue te zijn; volgens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft één op de drie werknemers daar last van. Ook een vervelende sfeer scoort hoog, net als de druk van veranderingen en voortdurende reorganisaties.”

“Andere problemen waar mensen vaak tegenaan lopen is dat hun ideeën niet worden gehoord, dat ze het gevoel krijgen niet gezien te worden, en dat ze vastlopen in bureaucratische processen. Daardoor kun je als werknemer het gevoel krijgen dat je op een doodlopende weg zit, wat tot flinke stress kan leiden, met in extreme gevallen ziekte en burn-out tot gevolg.”

Een belangrijk uitgangspunt van Kantoorgeheimen is dat je je loopbaan niet te veel moet laten afhangen van anderen, maar actief aan je eigen zichtbaarheid moet werken. Maar hoe doe je dat als je verlegen bent of gewoon niet zo geneigd bent tot borstklopperij?

“Het is heel goed om de regie over jouw loopbaan in eigen handen te nemen. Zo kun je zelf bepalen wat jij graag wilt bereiken en dus ook waarmee je zichtbaar wilt zijn. Vervolgens kun je kijken waar het slim is om dat onderwerp onder de aandacht te brengen. Zo kun je op een slimme manier je spotlights kiezen, zodat je niet voortdurend haantje de voorste hoeft te zijn. Door de inhoud voorop te zetten en jouw bijdrage daaraan te koppelen wordt het vaak gemakkelijker om te laten zien wat je in huis hebt.”

“Bovendien kun je variëren in de manier waarop je jouw inbreng levert. Je hoeft niet altijd een presentatie te geven, om je inbreng naar voren te brengen. Je kunt samenwerken met mensen die dat wel graag doen of via de mail of een paper je inbreng geven.

Op andere momenten kun je jezelf uitdagen om wel een keer uit je comfortzone te stappen en je wel voor een groep uit te spreken, bijvoorbeeld omdat je de boodschap heel belangrijk vindt. Zo word je zichtbaar op een manier die wel bij je past.”

In je boek geef je verder aan dat het bedrijven van kantoorpolitiek een goede manier kan zijn om serieuzer genomen te worden binnen een organisatie en je doelen te bereiken – van het krijgen van leukere klussen en promotie tot je eigen ideeën meer kunnen vormgeven. Moeten we ons dus massaal gaan storten op het spelen van vervelende machtsspelletjes?

“Ha, ha, nee hoor, dat is echt een misvatting. Veel vrouwen, maar ook genoeg mannen associëren politiek met vieze truukjes waar ze zich het liefst verre van houden. Maar politiek is ook een smeermiddel in organisaties. Door informele contacten kun je problemen voorkomen of gemakkelijker oplossen, bijvoorbeeld. En door oog te hebben voor het politieke spel weet je beter hoe de hazen lopen, wat je kansen om invloed uit te oefenen kan vergroten. Doordat je beter weet wie je moet inschakelen om bepaalde zaken gedaan te krijgen bijvoorbeeld. Kortom, gekonkel kan een onderdeel zijn van kantoorpolitiek, maar dat hoeft helemaal niet.”

Wikimedia Commons

Om je doelen binnen een organisatie te bereiken hoef je je dus niet te ontpoppen tot de kantoorbokito. Maar wat als je collega’s niet zulke lieverdjes maar – om nog even in de dierenvergelijkingen te blijven hangen – echte ratten blijken te zijn? Die doodleuk met jouw prestaties aan de haal proberen te gaan tijdens een vergadering bijvoorbeeld?

“We kennen denk ik inderdaad allemaal wel dergelijke voorbeelden. Belangrijk is dan allereerst om het hoofd koel te houden en niet nijdig te gaan doen. Dat kan gemakkelijk negatief op jezelf afstralen. Individueel die persoon erop aanspreken kan natuurlijk wel – wie weet verandert er iets. Ook kun je maatregelen treffen om in de toekomst dergelijke acties te voorkomen. Bijvoorbeeld door eigen spreektijd op te eisen tijdens een vergadering of door op slides je eigen naam te zetten.”

“Je hoeft dus niet in een rat te veranderen om er een te bestrijden, maar leren van de ratten kan natuurlijk wel. Door je goed voor te bereiden op zaken, bijvoorbeeld. Op de lange termijn zou je daarbij bijvoorbeeld ook kunnen denken aan het ontwikkelen van vaardigheden waar in de toekomst hoogstwaarschijnlijk veel vraag naar zal binnen jouw werkgebied. UvA-hoogleraar Joep Schrijvers heeft daar overigens ook leuk onderzoek naar gedaan.”

Een vervelende sfeer op kantoor of telkens terugkerende reorganisaties kunnen het werkplezier flink drukken.

Liza Cornet voor NEMO Kennislink

Sinds de crisis werken steeds meer mensen in organisaties waar afvloeiing een reële optie is. Als je graag wilt blijven wat moet je dan vooral niet doen?

“Je laten leiden door angst. Ik zie nogal eens dat mensen onzeker worden en met name bedreigingen zien, waardoor ze in een instinctieve vlucht- of vechtrespons schieten. Sommigen trekken zich terug en hopen maar ‘dat het hun tijd wel zal duren’, anderen gaan juist de strijd aan om hun plek te behouden. Je kunt je afvragen of dit effectieve strategieën zijn.

Barbara Fredrikson, een baanbrekend onderzoeker op het gebied van positieve psychologie, meent in elk geval van niet. ‘Juist in tijden dat we positiviteit nodig hebben, gebruiken wij deze het minst’, is haar motto. Angst kan wat dat betreft je blik flink beperken. In plaats van je te laten leiden door de waan van alledag, kun je je dan ook beter op de positieve dingen in je werk blijven focussen.”

Volgens de jaarlijkse werkmonitor van onderzoeksbureau Motivaction maakt de angst voor baanverlies dat we ons egoïstischer en minder collegiaal opstellen. Afgaande op Frederiksons woorden is dat dus niet echt slim gedrag?

“Nee, ik denk het niet. Allereerst hebben in tijden van minder beschikbare middelen bedrijven juist vaak extra belang bij werknemers die goed kunnen samenwerken. Bovendien houden we helemaal niet van egoïstische mensen, stiekem hopen wij dat ze onderuit gaan.

Wat ik meer algemeen leuk vind is dat je ziet dat anderen helpen juist prima kan lonen. Het Harvard Negotiation Project laat bijvoorbeeld zien dat mensen die alleen voor hun eigen belang gaan uiteindelijk minder resultaat halen dan mensen met een coöperatieve houding. Onderzoek van Wharton professor Adam Grant bevestigt dit. Hij onderscheidt drie types werknemers: de nemers, de ‘voor wat hoort wat’-types en gevers. Hoewel sommige gevers uitgebuit worden, boeken andere gevers juist uitzonderlijke resultaten in allerlei verschillende sectoren, door hun aanpak om te geven zonder er iets voor terug te verwachten.”

“Er zijn dus allerlei aanwijzingen dat harde werkers en teamspelers met een slimme aanpak in de toekomst een streepje voor hebben. Maar belangrijk kan dan dus wel zijn dat de invloedrijke mensen binnen je organisatie van je kwaliteiten op dit gebied afweten; doordat jij die goed zichtbaar maakt, bijvoorbeeld…”

ReactiesReageer