De grottenhyena hield zich – zoals de naam al doet vermoeden – veel op in grotten. Hij jaagde in groepen op grotere zoogdieren, met de neanderthaler als directe voedselconcurrent.
Een kannibaal van 100 kilo, die met zijn kaken eenvoudig botten kon breken. De grottenhyena was een fascinerend dier en één van de belangrijkste vleeseters van het laatpleistoceen (ongeveer 120.000 tot 12.000 jaar geleden). Hij dankt zijn naam aan de vindplaats van botten die onder meer in grotten in het Sauerland en Wallonië zijn gevonden. Waarschijnlijk dienden de grotten als schuilplaats voor jonge hyena’s, en voor hyena’s in het algemeen tijdens de winterperiode.
Broeder- en zustermoord
Ik vind het allemaal niet fraai wat ik ben tegengekomen in mijn studie voor dit interview. Jullie waren de grootste kannibalen! En je vrat dan ook nog eens vooral de jongste en zwakste hyena’s op.
“Wij grottenhyena’s zijn niet vies van andere grottenhyena’s. Dat klopt. Vooral de oudere dieren deden zich nog weleens te goed aan jongere dieren, maar ook broertjes en zusjes konden elkaar doden om meer voedsel te bemachtigen in tijden van schaarste.”
In Wallonië zijn in een grot meer dan driehonderd skeletten van welpjes van grottenhyena’s gevonden. Veel van deze welpjes zijn waarschijnlijk door hun eigen broertjes of zusjes doodgebeten. Ik vind het bij de beesten af.
“Het leven was hard voor ons. Door die broeder- en zustermoord hoefden er minder monden gevoed te worden en werd je plek in de pikorde verstevigd. Het was dus eten of gegeten worden. Wat je vergeet te melden is dat deze grottenhyena’s het waarschijnlijk moeilijk hadden, omdat neanderthalers jaagden op dezelfde prooien. Het is onduidelijk hoe wij precies zijn uitgestorven, maar competitie met mensen wordt meer dan eens genoemd, naast klimaatverandering.”

De grottenhyena was groter dan deze hyena’s van nu.
Steve Jurvetson, CC BY 2.0 via Wikimedia CommonsJe was een carnivoor. Hoe kwam jij aan je eten?
“We waren zowel aaseters als jagers en speelden daarmee een heel belangrijk rol in het prehistorische ecosysteem. Dat jagen ging ons goed af, doordat we dat in groepen deden. Eén roedel bestond uit zo’n 25 dieren. We aten grotere zoogdieren.”
Iets anders. Sinds ‘The Lion King’ hebben hyena’s, zacht gezegd, geen fantastisch imago. Stel: jij bent de nieuwe pr-manager van alle hyena’s die ooit leefden, hoe zou je dat beeld dan omdraaien.
“Laat ik vooropstellen: je moet niet alle hyena’s over één kam scheren. Als ik het dicht bij mezelf houd en over de grottenhyena praat, dan waren wij simpelweg zeer spectaculaire dieren. We waren een stukje groter dan de hyena’s van nu. Wist je dat we met onze kaken mammoetbotten konden kraken? Er zijn op mammoetbotten vraatsporen van mijn soortgenoten gevonden. Bovendien werden onze roedels geleid door vrouwtjes, dus wij waren prehistorisch emancipatoir. Moet je dan eens naar Nederland kijken: jullie hebben zelfs in 2025 nog nooit een vrouwelijke premier gehad. Wat dat betreft kunnen jullie nog een voorbeeld aan ons nemen.”
Uitgesproken uitgestorven
In Nederland liepen er lang geleden een aantal spectaculaire dieren rond. In een serie fictieve interviews brengt Daan Appels deze dieren weer tot leven en onderzoekt de rol van de mens bij hun uitsterven.