Naar de content

'Ik kan nu lachen om een litteken'

Ingrid over haar leven na borstkanker

Melanie Kranenburg

De gevolgen van kanker zijn niet alleen maar negatief. Ingrid (45) merkt nog dagelijks de gevolgen van haar borstkanker, maar haar ziekte bracht haar ook veel. “Het jaar waarin ik kanker kreeg zie ik nu als een van de beste uit mijn leven.”

“Kanker heeft een positieve ommekeer in mijn leven gebracht. Dat klinkt misschien gek, want ik zit nog volop in de nasleep van de behandeling. Ik moet nog jarenlang hormoontherapie volgen. Daardoor belandde ik vervroegd in de overgang en kreeg ik slaapproblemen. Uit mijn rechteroksel werd een lymfeklier verwijderd. Hierdoor krijg je niet alleen minder spierkracht in je arm, je bent vatbaarder voor zwellingen en hebt een vergrote kans op bloedvergiftiging. Daarom moet ik elke week de fysiotherapeut bezoeken.”

“Het concentratieverlies en de geheugenproblemen die de kop opstaken tijdens de chemo zijn niet meer weggegaan. Plotseling word ik zo moe dat ik me nog amper kan focussen. Dat gebeurt ook op mijn werk.”

Cognitieve problemen

De geheugen- en concentratieproblemen waar Ingrid het over heeft, komen vaker voor na kankerbehandelingen, waaronder chemo (maar ook bij andere behandelingen). Volgens neuropsycholoog Sanne Schagen van het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis, gaan dergelijke problemen vaak hand in hand met andere cognitieve issues zoals taalproblemen en minder goed zaken kunnen plannen en structuren.

Bij het overgrote deel van de voormalige kankerpatiënten die hieraan lijden, lost die problematiek zich vanzelf weer op. Mensen die dat geluk niet hebben, kunnen cognitieve revalidatieprogramma’s volgen die hen strategieën aanreiken om beter te functioneren. “Zoals manieren om meer grip op je vermoeidheid te krijgen tot zaken op een andere manier onthouden en plannen”, vertelt Schagen.

Die revalidatieprogramma’s hebben nog een ander voordeel, zegt Schagen. “Mensen schamen zich soms voor hun problemen. Het kan dan enorm opluchten om met lotgenoten te praten, omdat dat je isolement doorbreekt.”

“Waarom ik dan toch mijn kankerervaring bestempel als positief? Dat heeft alles te maken met wat het me in sociaal opzicht en op persoonlijk gebied heeft gebracht. Ik heb jarenlang in het buitenland gewoond en toen ik terugkeerde naar mijn geboorteplaats was het moeilijk daar weer te aarden en aansluiting te vinden.”

“Dat veranderde toen ik kanker kreeg. Nadat ik openbaarde dat ik kanker had, boden mensen van alle kanten hulp aan: van ouders die mijn kinderen meenamen naar school tot buren die eten kwamen brengen. Inmiddels maak ik echt deel uit van de gemeenschap. Ook mijn ex bleek een enorme steun.”

“Ik leed eerder ook aan migraine, maar het is een wereld van verschil hoe mensen je behandelen als je kanker hebt. Hoewel je van migraine heel ziek kunt worden, zien mensen je al snel als een aansteller en snappen ze het niet als je een afspraak afzegt. Als je kanker doormaakt en overleeft, geld je juist als een held. Geheel onterecht overigens, want je mentale kracht zegt niets over je kans kanker te overleven.”

“Maar niet alleen mijn omstandigheden zijn veranderd – ik ben dat ook. Kanker maakt je leven makkelijker. Het doet je beseffen dat je nú van het leven moet genieten; je weet maar nooit wat er nog komt. Ik geniet daardoor meer van de kleine dingen en haal eerder mijn schouders op om zaken die er niet zoveel toe doen. Zo was ik voorheen als de dood om een litteken te krijgen, dat vond ik echt heel lelijk.”

“Ik maakte me aanvankelijk dan ook heel druk om het litteken dat ik zou krijgen door een kathetertje dat in mijn borst moest worden aangebracht om de chemo toe te dienen – iets waar ik nu erg om moet lachen. Op een gegeven moment was de chirurg mijn vragen daarover zo zat dat ze me toebeet dat haar allerbelangrijkste taak toch echt het redden van mijn leven was en niet het bedrijven van plastische chirurgie.”

“Volstrekt begrijpelijk natuurlijk, al was het achteraf misschien ook wel zo dat mijn obsessie voor die littekens als een soort bliksemafleider diende. Zolang de angst voor het litteken me opslokte, dacht ik minder aan wat de kanker allemaal zou kunnen doen.”

“Tegelijkertijd zijn mijn zorgen om de toekomst niet weg. De ervaring van een vriendin heeft daar ook mee te maken. Zij werd rond dezelfde tijd als ik kankervrij verklaard, maar bij haar is de borstkanker nu terug – en niet meer te genezen. Als mijn kinderen vragen of de kanker terug kan komen, antwoord ik dan ook altijd eerlijk dat ik dat niet weet. Tegelijkertijd wil ik ze natuurlijk niet buitensporig angstig maken. Daarom benadruk ik dat ik er alles aan doe om zo gezond mogelijk te blijven, van vijf tot zes keer in de week sporten en gezond eten tot trouw naar al mijn check-ups gaan.”

ReactiesReageer