Naar de content

Hoera voor de oudere moeder!

Moederschap op latere leeftijd kent voor- én nadelen

Een baby ligt op een vloer vol roze bloemblaadjes.
Een baby ligt op een vloer vol roze bloemblaadjes.
Weicheng Huang/Flickr.com via CC BY-NC-SA 2.0

Janet Jackson beviel in het jaar dat ze vijftig werd, van een zoon. Daarmee is ze al lang geen uitzondering meer. Het aantal moeders boven de veertig groeit snel, ook in Nederland. Het aantal vrouwen tussen de 40 en 45 jaar dat een kind kreeg steeg tussen 2000 en 2015 met 49 procent. Voor vrouwen van boven de 50 was dat percentage nog veel hoger: 375 procent.

Gold je in de jaren zeventig nog als stokoud als je pas na je vijfentwintigste aan kinderen begon, inmiddels is het al gewoner dat Nederlandse moeders bevallen als ze ouder zijn dan vijfendertig. Zo had van de 175.181 baby’s die in 2014 werden geboren, meer dan eenvijfde (36.107) een moeder boven de vijfendertig, laten cijfers van het CBS zien. Omdat je vruchtbaarheid vanaf je vijfendertigste relatief sterk afneemt en de kans op genetische afwijkingen toeneemt, geldt deze leeftijd als ondergrens voor de ‘oudere’ moeder.

Naar verwachting zal het aantal oudere moeders in Nederland alleen maar verder toenemen, de oproepen van gynaecologen en andere experts om – gezien de medische risico’s – toch vooral eerder ‘aan de kinderen te beginnen’ ten spijt. Maar is uitstellen echt zo gevaarlijk?

Verminderde vruchtbaarheid

Bij de geboorte heeft een meisje ongeveer één miljoen – dan nog verborgen – eicellen. Tijdens de eerste menstruatie in de puberteit zijn er daar nog maar 300.000 van over. De afname van eicellen gaat dus razendsnel. Op een gemiddelde leeftijd van tweeënvijftig jaar zijn alle eicellen op, maar tien jaar daarvoor is de vruchtbaarheid al flink afgenomen.

Eicellen worden in het lichaam blootgesteld aan schadelijke afbraakproducten, waaronder vrije radicalen. Dit zijn reactieve deeltjes die gemakkelijk schade aan kunnen richten in cellen. Hoe langer een eicel in het lichaam heeft gezeten, hoe meer beschadigingen er zijn opgetreden. Daardoor raken eicellen die op latere leeftijd vrijkomen minder makkelijk bevrucht, of slagen ze er bijvoorbeeld niet in om te nestelen in de baarmoeder waardoor de bevruchting uitloopt op een vroege miskraam.

Er zijn dus minder eicellen, en de eicellen die er zijn gaan kwalitatief steeds verder achteruit. Dat maakt dat het voor veel vrouwen lastiger is om zwanger te worden boven de vijfendertig jaar.

Toch is zwangerschap via de natuurlijke weg nou ook weer niet zó bijzonder als je boven de vijfendertig bent, meldde onderzoeksjournalist Mensje Melchior vorig jaar in de Volkskrant. “De kans dat een vrouw van veertig jaar zonder medische hulp binnen een jaar zwanger is, is 44 procent. Bij een vrouw van vijfendertig is dat 66 procent. Na vier jaar proberen, neemt de kans verder toe: naar 84 procent bij de vrouwen die begonnen met ‘klussen’ op hun vijfendertigste en naar 64 procent voor de veertigjarige moeders in spe.”

. Weer anderen gebruiken eiceldonatie, waardoor ook het aantal moeders van boven de vijftig hard aan het stijgen is.

Medische complicaties

Ook als ze eenmaal zwanger zijn, lopen de wat oudere vrouwen meer risico dan hun jongere soortgenoten. Zo hebben oudere moeders in spe eerder last van een hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging en zwangerschapsdiabetes. Daarnaast neemt de kans op een miskraam toe.

Ten slotte is het risico op een kindje met een chromosoomafwijking ook wat groter. “Zo hebben vrouwen die dertig jaar zijn, gemiddeld een kans van 0,1 procent op het krijgen van een kindje met het Syndroom van Down, vrouwen van vijfendertig jaar 0,3 procent, vrouwen van veertig jaar 1 procent, en vrouwen van vijfenveertig jaar al 4 procent”, vertelt Eva Ablas, eerstelijns verloskundige en Docent Verloskunde aan Academie Verloskunde Amsterdam Groningen in Vrouw Magazine. Maar hoewel de kans dat het mis kan gaan dus iets toeneemt, is de kans op een normale zwangerschap en een gezonde baby nog steeds het allergrootst.

Bovendien mag Moeder Natuur dan nogal eens in het nadeel werken van vijfendertigplussers met een moederwens, als ze eenmaal moeder zijn, blijkt die rijpere leeftijd soms ook een voordeel. Medisch en sociologisch onderzoek laat zien dat late ouders het als opvoeders prima doen. Zelfs wat beter dan jongere ouders, schreef sociologe Melinda Mills in 2011 in een artikel voor het Tijdschrift van Sociale Vraagstukken.

Betere gezondheid en meer harmonie

Zo ontdekte psychologe Jacqueline Barnes van de University of London in 2014 dat kinderen van ‘late moeders’ doorgaans zowel lichamelijk als geestelijk gezonder zijn dan de kinderen van twintigers. Zo liepen kinderen van oudere moeders tweeëntwintig procent minder kans om zichzelf per ongeluk te verwonden. De kans dat de kinderen voor hun derde levensjaar in het ziekenhuis waren beland, was maar liefst eenderde lager dan dat van kinderen van twintigjarige moeders. Hun taalontwikkeling op drie- en vierjarige leeftijd was bovendien gemiddeld genomen beter dan die van kinderen met jongere moeders. Verder bleek dat hoe ouder de moeders waren, des te minder conflicten er tussen de ouders en hun kinderen plaatsvonden.

Een vrouw die een baby vasthoudt.

Maken oudere moeders inderdaad betere moeders doordat ze meer levenservaring hebben en het kind supergewild is?

Flickr.com, Bob Whitehead via CC by 2.O

Levensfase van de moeder

Volgens Katherine Rake, die als docent Social Policy aan de London School of Economics werkzaam was en later de Britse regering adviseerde op het gebied van familiezaken, hebben dergelijke positieve resultaten waarschijnlijk niet zozeer te maken met leeftijd an sich, maar meer met de levensfase waarin late moeders zich bevinden. Zo kiezen ze heel bewust voor kinderen in plaats van er maar ‘een beetje in te rollen’. Dat is vaak beter voor kinderen. Ook hebben vrouwen op die leeftijd vaker goedbetaalde banen en zijn hun relaties stabieler. “En laten dat nou net factoren zijn die het welzijn van kinderen en hun kansen voor de toekomst positief beïnvloeden.”

Carolien Gravesteijn, die lector Ouderschap & Ouderbegeleiding aan de Hogeschool van Leiden is, denkt dat de fase waarin oudere moeders zich bevinden nog een ander voordeel heeft. Late ouders hebben vaak al de nodige voorbeelden van gezinsvorming om zich heen gezien, in tegenstelling tot veel jongere ouders. “Dit helpt hen beter voorbereid te zijn op het ouderschap”, vertelde ze aan de Belgische krant De Morgen.

Supergewenst

Volgens Elisabeth Gregory, die het Women’s, Gender & Sexuality Studies Program van de Universiteit van Houston leidt, zijn de voordelen van moederschap op latere leeftijd zelfs zo groot, dat de overheid het zou moeten aanmoedigen in plaats van er tegen te waarschuwen.

Naast het feit dat late moeders vaak stabielere levens hebben en beter weten wat ze willen en kunnen, zijn ze vaak ook meer beschikbaar voor hun kinderen dan hun jongere soortgenoten. “Dit type moeders maakt graag tijd en aandacht vrij voor de kinderen waar ze zo lang op heeft moeten wachten. En dat kunnen ze ook relatief gemakkelijk doen, omdat ze inmiddels vaak functies hebben bemachtigd waarin je de vrijheid hebt je eigen tijd in te delen. Hierdoor kunnen ze flexibel werken en waar nodig de werktijden aanpassen.”

Op jonge leeftijd al wees?

Moederschap op oudere leeftijd mag dan zo z’n voordelen hebben voor kinderen, maar betekent het niet dat diezelfde kinderen op al relatief jonge leeftijd afscheid moeten nemen van hun moeder? Gelukkig valt dat mee. Dat komt door de toename van onze levensverwachting; Nederlandse vrouwen worden inmiddels gemiddeld drieëntachtig jaar en de verwachting is dat die leeftijd verder stijgt. Statistisch gezien is daarom de kans groot dat veel kinderen van late moeders in elk geval in de veertig zullen zijn als ze haar verliezen. Al blijft dat natuurlijk veel te vroeg.

Meer vrienden

In sociaal opzicht hebben ouders die op latere leeftijd kinderen krijgen bovendien meer lol, zo blijkt uit het onlangs gepubliceerde proefschrift van socioloog Jesper Rözer van de Universiteit van Utrecht. Ze hebben een rijker sociaal leven, omdat ze beter zijn in het leggen en onderhouden van sociale contacten, zo bleek uit zijn onderzoek in Zwitserland (bij gebrek aan een geschikte Nederlandse database).

Dat zou kunnen komen doordat oudere ouders vaker in een kindvriendelijke wijk wonen en in tegenstelling tot veel jonge ouders, doorgaans al vrienden hebben met kinderen. Als een stel eenmaal kinderen heeft, is het soms lastig vriendschappen te onderhouden met kinderloze vrienden, tenminste wel op dezelfde manier. Zo kunnen ouders van kinderen het vaak niet te laat maken. Vooral jonge vaders zouden het om die reden lastig vinden hun sociale leven op dezelfde voet voort te zetten. “Hun vrienden hebben vaak dan zoiets: ‘Huh, waarom neem je je kind nou mee? Kun je die niet achterlaten?’ Bij oudere mannen is zoiets veel minder een issue”, vertelt Rözer.

Het feit dat ouders een uitgebreid netwerk (blijven) hebben kan bovendien positief zijn voor de kinderen. Volgens het Nederlands Jeugdinstituut zijn ouders met een goed sociaal netwerk meer ontspannen in de opvoeding, hebben ze meer zelfvertrouwen en gaan positievere relaties met hun kinderen aan. Overigens speelt, naast vrienden, de familie hier ook een grote rol in.

Een zwangere vrouw in een blauw-wit gestreepte jurk die voor een huis staat.

Verrassend genoeg staat in Nederland onderzoek naar oudere moeders nog in de kinderschoenen.

Frank de Kleine

Is het feit dat vrouwen in Nederland op steeds latere leeftijd moeder worden in sociaal-maatschappelijk opzicht dus erg positief? Dat is lastig om te zeggen. Onderzoek laat toe nu toe vooral voordelen zien, maar misschien zijn er ook wel nadelen.

Zo wees onderzoek van psychologe Jessica Tearne van de University of Western Australia uit dat de dochters van oudere moeders vaker symptomen van depressie ervoeren, zoals je down of ‘erg gestrest of nerveus’ voelen. Het was echter onduidelijk of dat door de leeftijd van de moeder kwam. Zo waren de zonen van oudere moeders niet meer gestrest dan die met jongere moeders. “Maar het zou kunnen zijn dat de dochters van oudere moeders zich minder goed begrepen voelden door een generatiekloof of zich meer zorgen maakten om de gezondheid van hun moeder dan dochters met jongere moeders”, zegt Tearne. Ze wil die hypothese nu verder onderzoeken.

Ook is er maar weinig bekend over de oorzaken van sommige van de positieve opvoedingseffecten die we hierboven noemden. Zo is het natuurlijk fijn dat kinderen van oudere moeders zich minder vaak verwonden. Maar als dit komt doordat oudere moeders vaker opereren als ‘helicopterouders’ dan is dit misschien niet alleen maar positief. Kinderen die extreem in de gaten gehouden worden door hun ouders en maar weinig vrijheid hebben zijn op latere leeftijd namelijk vaker onzeker en minder gelukkig.

Het is, kortom, de hoogste tijd voor meer onderzoek naar oudere moeders en hun kroost. Zeker in Nederland, waar dit nog nauwelijks gedaan is. En dat terwijl we samen met Groot-Brittannië koploper van Europa zijn als het om het percentage oudere moeders gaat …

Poll
Poll

Heb je zelf liever een jonge of een wat oudere moeder?

Bronnen
ReactiesReageer