Honderd jaar geleden werd farao Toetanchamon uit zijn graf gehaald. De mummie zat vastgeplakt aan zijn gouden kist. Zijn hoofd raakte zelfs van zijn lichaam gescheiden. Hoe gingen de archeologen toen te werk? En zouden we dat nu nog zo doen?
Begin november dit jaar opende het Grand Egyptian Museum in Gizeh. “Voor het eerst zijn alle vondsten uit het graf van farao Toetanchamon bij elkaar te zien”, zegt Olaf Kaper. De hoogleraar egyptologie van de Universiteit Leiden klinkt erg enthousiast. “Nee, ik heb de tentoonstelling nog niet gezien. Maar ik ga zeker snel kijken!” Meer dan 5000 voorwerpen zijn gevonden in het graf van de farao. De vondsten waren verspreid geraakt over meerdere musea. “Een heleboel lag ook in kelders”, voegt Kaper toe. Nu kunnen we eindelijk in een middag zien wat een Egyptische koning allemaal bij zich had wanneer hij begraven werd.
Beschermd met bijenwas
In 1922 ontdekte de Britse archeoloog Howard Carter het graf van Toetanchamon. Een sensatie: voor het eerst was een haast ongeschonden koningsgraf geopend in Egypte. “Vervolgens is er tien jaar gewerkt aan het leeghalen van het graf.” Het was een lastige operatie, benadrukt Kaper. De voorkamer, waar de meeste vondsten in stonden, is klein. “Het moet al moeilijk geweest zijn om al die voorwerpen er in te zetten bij de begrafenis. Nog lastiger is de oude en kwetsbare spullen er weer uit te halen. Ze zijn ter plekke geconserveerd, ingepakt en daarna naar Caïro gebracht.” Carter heeft dat netjes gedaan, vindt Kaper. “Beeldjes die versierd waren met bladgoud zijn bijvoorbeeld ingesmeerd met bijenwas. Daarmee zetten ze ook afbladderende verf vast.” De was beschermde de vondsten.

De voorkamer van Toetanchamons tombe, waar de meeste vondsten in stonden.
Harry Burton, CC0 via Wikimedia CommonsNa drie jaar bereikten de archeologen de toegang tot de grafkamer. “Carter wist dat het graf onverstoord was, want de ingang was verzegeld.” De Egyptenaren hadden de muur bepleisterd. Het stucwerk was nog intact. De archeologen braken door de wand om in de volgende kamer te komen. In die ruimte stond een schrijn: een vierkant houten gebouwtje, helemaal met goud bedekt. Daarin stond een volgende houten schrijn. En nog twee. Uiteindelijk kwamen de archeologen bij de stenen sarcofaag waar de mummie in lag, versierd met godenfiguren en hiërogliefen, en een grote, zware deksel erop. De tombe lag ook nog onder een baldakijn, voegt Kaper toe: een soort partytent met een doek van linnen. “Bestikt met honderden gouden rozetjes, een soort margrietjes.”
Nadat het stenen deksel van de sarcofaag af was, waren de opgravers nog niet bij de mummie. Ze zagen een mummiekist, in de vorm van een mens. Het was de buitenste van drie van zulke kisten. “Ze pasten in elkaar als matroesjkapoppen. De eerste twee waren van hout met verguldsel, inlegwerk, schitterende dingen. De derde kist is van massief goud.” Het openen van de mummiekisten was bepaald niet eenvoudig. Bij hun plechtigheden hadden Egyptische priesters de kisten overgoten met rituele oliën en andere vloeistoffen. Die waren uitgehard en daardoor zaten de kisten aan elkaar geplakt. “Ze zijn op een constructie gezet. Er zijn petroleumlampen onder gezet om de olie te verwarmen zodat het weer zacht werd.” Het moet een enorme klus geweest zijn want de kisten zijn ontzettend zwaar. “En het was enorm risicovol.”
— Olaf KapersVan alle vondsten uit het graf was de mummie nog wel het slechtst bewaard gebleven
Uiteindelijk lukte het om de kisten een voor een te openen. En om het gouden deksel van de laatste kist af te halen. Toetanchamon was gevonden, hij had bloemenkransen meegekregen in zijn graf. Het gebalsemde lichaam was ingezwachteld met brede stroken linnen, ‘vele meters’, maar het was niet te doen om de stof af te wikkelen. “De mummie zat helemaal vastgeplakt aan zijn gouden kist”, vertelt Kaper. Het probleem was opnieuw de rituele olie die was uitgehard. “De mummie is uitgepakt terwijl hij in de kist lag.” Daarbij sneden de archeologen de windsels kapot. “Ze hebben wel heel nauwkeurig gedocumenteerd wat ze allemaal vonden en op welke plek.”
Uitpakken maar
Het uitpakken van de mummie moet een soort over the top ‘sinterklaassurprise’ geweest zijn. Heel wat gouden amuletten en sieraden waren ingezwachteld in het linnen. De koning droeg armbanden en ringen en hij had dolken en scepters meegekregen in het graf; bij elkaar meer dan honderd voorwerpen. En twee sets kleding. “Helaas zijn die later verloren gegaan.” De farao had de kleding niet aan, de kleren waren in het linnen gewikkeld. “De mummie was in heel slechte staat”, vertelt Kaper. “Van alle vondsten uit het graf was de mummie nog wel het slechtst bewaard gebleven.”
Dat heeft wel wat paradoxaals, legt de hoogleraar uit. Het idee was nou juist dat het lichaam goed geconserveerd moest worden. Want dat had je in het hiernamaals nog nodig. Daarvoor moet het lijf uitdrogen. “Al die rituele olie en het andere vocht dat over de mummie gegoten was, kon niet ontsnappen uit de gouden kist.” Daardoor werd het zo’n bende. Het was een hele operatie om alle zwachtels van de mummie af te pellen, vertelt Kaper. “Daarbij raakten de ledematen van het lichaam gescheiden, dat is erg jammer.” Het gebeurde niet zo zeer omdat de archeologen onvoorzichtig waren, meent Kaper, maar omdat het lichaam er zo slecht aan toe was.
Howard Carter bestudeert de geopende sarcofaag van Toetankhamon.
New York Times, CC0 via Wikimedia CommonsToetanchamon bestond voornamelijk uit een skelet met huid er omheen. “Het hoofd is het best bewaarde deel van de mummie”, voegt Kaper toe. Het beroemde gouden masker beschermde het hoofd van de koning namelijk tegen de vloeistoffen die over de dode heen gegoten zijn. “Daardoor zat het masker wel vastgeplakt aan de kist. Op de achterkant zijn de sporen daarvan nog te zien.” De archeologen hadden nog een probleem. Ze hadden een prachtig gouden masker gevonden, maar er zat nog een hoofd in. Van een farao.
Mummie onder de scanner
Het hoofd was intussen al gescheiden geraakt van de rest van het lichaam. Maar het achterhoofd zat, wederom, vastgeplakt in het masker. Met hete messen lukte het uiteindelijk om Toetanchamon uit zijn masker te krijgen. Het gouden masker pronkt nu in het Grand Egyptian Museum. Wat als Toetanchamon niet honderd jaar geleden gevonden was, maar vandaag? Zouden we het dan anders aanpakken?
— Olaf KapersZe wisten niet waar ze aan begonnen. Er was van buiten niets te zien
Tegenwoordig leggen archeologen mummies in een scanner zodat ze zien wat er verborgen is onder de linnen windsels. Zo krijgen ze een plaatje van alle amuletten en sieraden van de overledene. “Zo zien we wat ons te wachten staat”, zegt Kaper. Vaak besluiten de archeologen om het daarbij te laten; ze pakken de mummie niet uit. Honderd jaar geleden was er nog geen scanner. “Ze wisten niet waar ze aan begonnen. Er was van buiten niets te zien.” Maar, zo stelt Kaper, als Toetanchamon pas morgen gevonden zou worden, dan zouden archeologen na een scan alsnog de zwachtels eraf halen.
“Hij is de enige koning die in zijn gouden kist is blijven liggen. We zouden er zo veel van leren.” Het wetenschappelijk belang weegt op tegen het verlies van het linnen, dat bij het uitpakken verloren zou gaan. “Veel daarvan was al niet te redden”, nuanceert Kaper, “het materiaal was vergaan.” Wel zijn er nu betere chemische analyses, om na te gaan wat dat plakspul precies is en hoe je het weghaalt. “We zouden er veel langer over doen”, aldus Kaper. Veel meer dan de tien jaar die Carter nodig had. “We kunnen wel stellen dat Carter het beste deed wat hij in die tijd kon.”

