Naar de content

Hoe schoon is het water in de stad?

Groene innovaties: waterkwaliteit

Robert-Jan Lechner

Plons! In september sprong prinses Ariane het water in tijdens de Amsterdam City Swim. Hoe schoon is het oppervlaktewater in onze steden? Hoe kan het beter?

30 oktober 2025

In 2012 deed Máxima al eens mee en dit jaar zwom haar dochter Ariane mee met de Amsterdam City Swim, om geld op te halen tegen spierziekte ALS. Hoe slim is het om te zwemmen in stadswater? Of er na afloop diarree in de koninklijke wc is beland, weten we niet. De organisatie van het evenement schrijft dat de grachten schoon genoeg zijn, dankzij de aanleg van riolering in de stad, en dat bijna alle woonboten zijn aangesloten. Toch hoort het oppervlaktewater in steden, en zeker in Nederlandse steden, niet bij het schoonste water ter wereld. Daar is meer voor nodig dan riolering. Hoe gaat het met de waterkwaliteit in onze steden?

Niet heel erg goed, zegt Jan Hofman. Hij is professor of water science and engineering aan de University of Bath. “Volgens de Kaderrichtlijn Water moet al het oppervlaktewater in Europa uiterlijk in 2027 in goede staat zijn, ecologisch en chemisch gezien.” De kwaliteit zou zo moeten zijn, legt Hofman uit, dat je er met eenvoudige middelen drinkwater van kunt maken. “En we moeten volgens de richtlijn de biodiversiteit in het oppervlaktewater stimuleren.” Een paar weken geleden was er een evaluatie, vervolgt Hofman. “Een paar procent van de oppervlaktewateren in Europa voldoet aan de eisen. Nederland niet, we zijn er nog ver van verwijderd.” Wat is er mis met ons water?

Poep in de stad

Het is wel zo dat de grachten niet meer zo vies zijn als ze ooit waren, zegt Hofman. “Ten opzichte van de jaren zestig en zeventig is het erg verbeterd. Er zijn minder industriële lozingen. Sinds een jaar of dertig geldt in Europa de verplichting om rioolwater te zuiveren en een aantal schadelijke stoffen zijn inmiddels verboden.” Maar we zijn er nog niet. Zo lukt het niet altijd om al het rioolwater te zuiveren. “Wanneer het hard regent, komt er veel water in het riool.” Als het systeem de aanvoer niet aankan, willen we niet dat het water onze huizen in loopt. “Dus gaat de overstort open. Ongezuiverd rioolwater komt in het oppervlaktewater terecht. Dat kan de waterkwaliteit in rivieren, kanalen en grachten flink verslechteren.” Wie na een paar dagen van hevige regen een duik neemt, kan een slok darmbacteriën verwachten.

Schadelijke bacteriën zijn niet de enige bron van zorgen. Aan de Universiteit van Amsterdam deed Annemarie van Wezel onderzoek naar de chemische kwaliteit van het oppervlaktewater. Tegenwoordig werkt ze aan de Universiteit Utrecht. “Nederland doet het heel slecht”, vertelt ze. Dat komt een beetje doordat vervuild water vanuit Duitsland en België het land in stroomt. “Maar het komt vooral doordat er veel industrie is in Nederland. We zijn met veel inwoners en we hebben veel landbouw.” Er zitten veel giftige stoffen in ons water doordat er veel industriële lozingen zijn en we met z’n allen veel geneesmiddelen uitplassen en andere chemische producten gebruiken. In ons rioolwater mogen na zuivering geen ziekteverwekkers meer zitten, legt Van Wezel uit, maar het is niet verplicht om chemische stoffen zoals medicijnresten eruit te halen. Die belanden in het oppervlaktewater.

Sluis in Amsterdamse gracht

Waterplanten in de gracht hebben vermoedelijk last van boten.

Freepik, v.ivash

En dan is er de landbouw. Veehouders produceerden in 2024 meer dan 73 miljard kilo mest. Meststoffen als nitraat en fosfaat spoelen weg naar sloten. Algen en wat andere woekerende planten gaan er goed op, ander leven heeft het nakijken. Daarnaast gebruiken ze diergeneesmiddelen. Die komen in de mest terecht en belanden in de natuur. Ook een deel van de gewasbeschermingsmiddelen die landbouwers inzetten, komen in het water. En dat water stroomt naar de stad. “Je krijgt een accumulatie van giftige stoffen”, zegt Van Wezel. Eén stof is misschien nog niet erg, maar ze hopen op en de combinatie kan problemen geven.

Hoe krijgen we het water schoon? De meest voor de hand liggende oplossing: het water niet vies maken. Stel bijvoorbeeld scherpere eisen aan het water dat fabrieken lozen. Haal medicijnresten en andere stoffen standaard uit rioolwater. “In andere landen gebeurt dat al”, zegt Van Wezel. Bij ziekenhuizen en glastuinbouwers kun je het water direct bij de bron zuiveren. Veehouders kunnen de hoeveelheid mest die ze uitrijden beter afstemmen op hoeveel de bodem nodig heeft. En een bufferzone aan de rand van het perceel helpt, waar ze geen mest op aanbrengen. Het buffergebied kan een eventueel overschot verwerken.

Minder shampoo

“Kijk ook kritisch naar waar chemische stoffen echt toegevoegde waarde hebben”, vervolgt Van Wezel. Veel verbindingen die we gebruiken, kunnen we best missen. “In veel cosmetica zoals shampoo zitten stoffen die weinig bijdragen.” Voor een consument is het lastig te beoordelen, maar een fabrikant kan er beter op letten. En een arts kan bijvoorbeeld een middel voorschrijven dat minder nadelig is voor het milieu. Zelf kun je eens testen hoeveel shampoo je eigenlijk nodig hebt om je haar schoon te krijgen. Een hand vol? Of is een klein toefje al genoeg?

Aan de Universiteit van Amsterdam doet Max Verweg onderzoek naar insecten die in de Amsterdamse wateren leven. Denk bijvoorbeeld aan kokerjuffers, waterpissebedden en de larven van dansmuggen. “Afgelopen zomer hebben we bij meetpunten in de stad, langs de Amstel en in het Noordzeekanaal de biodiversiteit bepaald.” Op het oog zag hij al grote verschillen. “Bij de overgang van de Amstel naar de stad zie je dat er in de Amstel een paar keer meer insecten leven dan in de gracht.” Terwijl: het is hetzelfde water. Hoe kan dat?

Dansmuggen boven het water

Dansmuggen tussen de herfstbladeren.

iStock, Heike von Bredow

Bootjes

Het valt Verweg op dat er in stads water veel minder waterplanten leven. “En die maken het water schoon. Het is voedsel voor allerlei vissen en insecten en ze bieden schuilplaatsen.” Planten hebben vermoedelijk last van boten. “De schokgolf van een boot kan een plant losrukken. En het woelt de bodem op.” Bodemdeeltjes stuiven op waardoor het water troebel wordt en zonlicht niet meer doordringt. Zonder licht geen planten. Een andere bevinding: “In de stad vinden we vooral soorten die tegen ruige omstandigheden kunnen.” Alleen insecten die tegen vervuiling en verstoring kunnen, houden stand. “Een juffer die van een rustig beekje houdt, zal je er niet vinden.”

Voor wetenschappelijk gefundeerde aanbevelingen is het nog wat vroeg, maar Verweg heeft wel wat suggesties voor mogelijke verbeteringen. Minder bootjes betekent waarschijnlijk meer planten. En verticale kademuren geven leven weinig kans. Een natuurvriendelijke oever zou beter zijn: een helling die geleidelijk van ondiep naar diep gaat. “Dat biedt ruimte voor allerlei typen vegetatie.” Het is wel de vraag hoe je dat inpast in de gracht. Hoewel? De nieuwe delen van de singel rond de binnenstad van Utrecht hebben al zo’n zachtere overgang van land naar water. Daarnaast kwamen bewoners met de EcoWal: een korf vol stenen tot net onder de waterlijn. Daarin vinden vissen en andere dieren een schuilplaats en planten kunnen er in wortelen. Ook verschenen er drijvende eilanden met planten in de Utrechtse wateren. Gevolgd door libellen en waterjuffers. Maar geen prinsessen, die zwemmen in Amsterdam.

Bronnen
  • ‘Utrechtse stadsecoloog over 5 jaar groene singel: Veel mooier dan die bak asfalt van vroeger’ in De Utrechtse Internet Courant, oktober 2025
ReactiesReageer