De overheid is een campagne gestart om burgers voor te bereiden op noodsituaties. In zijn nieuwste boek beschrijft Ot van Daalen realistische rampscenario's en hoe we ons erop kunnen voorbereiden.
Tussen 25 november en 10 januari zal het bij iedere Nederlander op de deurmat vallen: het informatieboekje van de overheid. Deze moet Nederlanders helpen voorbereiden op een mogelijke noodsituatie. Zorg voor een noodpakket, maak een noodplan en praat erover met elkaar, is het devies. Dan ben je de eerste 72 uur na een ramp in ieder geval goed voorbereid.
“Super goed”, zegt Ot van Daalen, schrijver van het recent verschenen boek ‘Voorbereid’, over het initiatief van de overheid. In zijn boek gaat hij in op de meest realistische rampscenario’s die Nederland kunnen overkomen. Hoewel de folder volgens hem hier en daar inhoudelijk niet helemaal klopt - “zendmasten blijven na een stroomstoring niet zes uur werken, maar één à twee uur” - ziet hij het als een belangrijke gespreksstarter. “Mensen gaan het waarschijnlijk niet gedetailleerd lezen, maar dat maakt niet uit”, zegt hij. “Het gaat erom dat je iets gaat doen en het er met je buren over hebt.”
Intergenerationeel trauma
Van Daalen, in het dagelijks leven rechter-plaatsvervanger, advocaat en wetenschapper, was altijd al geobsedeerd met rampen. “Ik had als prepper allerlei wilde fantasieën over worstcasescenario’s die Nederland konden overkomen, zoals overstromingen, stroomuitval en internetstoringen.” Die obsessie is volgens een goede vriend van hem geboren uit intergenerationeel trauma, aangezien Van Daalens grootouders tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten ondergedoken. Zo stond in de kelder van zijn oma jarenlang een voedselpakket te verstoffen - voor het geval het opnieuw mis zou gaan.
Onze afhankelijkheid van elektriciteit is ons zwakste punt omdat dat overal mee samenhangt
Zijn gevoel van onbehagen kwam niet alleen voort uit zijn familiegeschiedenis, maar werd tevens gevoed door ‘een continue stroom van onheil die ons dagelijks bereikt’. “Je hoeft sociale media of nieuwswebsites maar te openen en je ziet overstromingen en oorlog aan de grens van Europa. De dreiging komt steeds dichterbij.”
Daar moest hij iets mee, vond Van Daalen. En dus besloot hij er een boek aan te wijden waarin hij de voor Nederland zeven meest waarschijnlijke rampen op een rijtje zette. Of zoals hij het zelf schrijft: ‘Het gaat over wat er écht kan gebeuren en wat je dan écht moet doen.’ Het boek is zeker niet bedoeld als bangmakerij, een excuus voor de overheid om vergaande maatregelen te treffen of als een oproep tot militaire opschaling, zegt de schrijver. Wel wilde hij de mogelijke scenario’s ‘terugbrengen tot realistische proporties’ en onze kwetsbaarheden blootleggen.
Onder zeeniveau
Omdat Nederland voor ongeveer één vierde onder het zeeniveau ligt, ging Van Daalen er aan het begin van zijn onderzoek van uit dat het water de grootste bedreiging voor Nederland vormt. Toch zegt hij na het schrijven van het boek deels te zijn gerustgesteld. “De zeedijken zijn voor de komende jaren stevig genoeg gebouwd”, aldus Van Daalen. “Een groter risico zijn de gemalen die het water weg moeten pompen. Vele zijn aan het einde van hun levensduur en worden niet goed onderhouden. Het is schokkend dat we dat zo hebben laten versloffen.”
Problematischer nog dan het gebrek aan onderhoud is volgens de schrijver dat de gemalen tegenwoordig aangedreven worden door stroom. Dit maakt ze extra kwetsbaar voor storingen of cyberaanvallen. Het is een van de redenen, zo beschrijft Van Daalen in zijn boek, dat het in november 2023 bijna misging in Amsterdam.
“Ik denk dat onze afhankelijkheid van elektriciteit ons zwakste punt is omdat dat overal mee samenhangt”, legt Van Daalen uit. Zonder stroom geen werkende gemalen en sluizen (Nederland loopt vol), geen internet (dus geen informatievoorziening) en geen digitaal betalingsverkeer (je kunt niet meer pinnen). “Het is dus van belang dat onze elektriciteitssystemen goed op orde zijn.”

Woudagemaal in Lemmer (Unesco Werelderfgoed)
iStock, Leon HellegersNoodsituaties trainen
Gelukkig waren de gesprekken die Van Daalen voerde met de mensen die hiervoor verantwoordelijk zijn, beheerders van het Nederlandse hoofdnetwerk, ‘geruststellend’. “Die mensen hebben een goed besef hoe belangrijk hun baan is en doen geregeld simulaties om noodsituaties te trainen”, vertelt Van Daalen. “Je moet je realiseren dat je bij een overbelasting van het netwerk binnen seconden moet reageren en af moet schakelen, anders ben je de sjaak. Verder hebben ze goed nagedacht over hoe je met elkaar in contact blijft als de communicatie uitvalt.”
Wat ons elektriciteitsnetwerk zo kwetsbaar maakt, is dat het aanbod en de vraag precies op elkaar afgestemd moeten zijn. Als dat te veel uit elkaar loopt, klappen de netwerken eruit. Een van de manieren om dat te destabiliseren, is in één keer alle zonnepanelen in heel Nederland uitzetten. Dat kan per ongeluk gaan, door een configuratiefout in het systeem, maar kan ook opzettelijk gebeuren door kwaadwillende krachten die het netwerk op afstand overnemen. Van Daalen: “De beheerder van het hoofdnetwerk heeft buffers om schokken op te vangen, maar die zijn beperkt in omvang. Ze kunnen geen grote aanval weerstaan.”
Voorraden aanleggen
Volgens Van Daalen bevat zijn boek twee belangrijke lessen. De eerste is dat we niet weten waar de ramp vandaan gaat komen. Helemaal voorkomen is onmogelijk en daarom is het van belang ons te richten op het beperken van de schade. Het tweede punt is dat een ramp overal kan beginnen en dan al snel kan uitwaaieren naar andere systemen. “Vroeger bleven rampen nog een beetje beperkt”, vertelt Van Daalen. “Als een dijk het begaf, stond er misschien één wijk onder water. Tegenwoordig kan het zo zijn dat er een datacentrum in die wijk staat en het gevolgen heeft voor de betaalsystemen. Alles is met elkaar verbonden.”
Dus, wat moet Nederland doen om goed voorbereid te zijn op potentiële rampscenario’s? Op overheidsniveau zou Van Daalen graag zien dat er instanties in het leven worden geroepen die langetermijnvisies ontwikkelen voor de nationale veiligheid. “We hebben natuurlijk de waterschappen die zelf plannen maken en belasting heffen, maar ik zou willen dat dat veel breder opgepakt wordt dan alleen water.” Van Daalen kijkt hierbij naar landen als Zwitserland en Finland, waar speciale agentschappen zijn opgetuigd om risico’s in de gaten te houden en preventief voorraden aan te leggen voor het geval het misgaat.
Wat Van Daalen hoopvol stemt is dat er binnen de Nederlandse overheid hele werkgroepen en commissies zijn opgezet die zich richten op de weerbaarheid van de overheid. “Daar is wel echt iets aan het veranderen: voorheen werd een thema als weerbaarheid toch vooral als bonus beschouwd.” Ook in de partijprogramma’s van een aantal politieke partijen werd volgens de schrijver gerept over weerbaarheid. “Maar of dat vertaald wordt naar een regeerakkoord is een tweede.”

Het Nederlandse elektriciteitsnetwerk is kwetsbaar
iStock, 24K-ProductionSociaal noodpakket
Qua persoonlijke voorbereiding is een noodpakket een absoluut minimum, zegt Van Daalen. “We hebben de neiging om te denken dat we met wat flessen water, een powerbank en een noodradio klaar zijn, maar dat is pas het begin.” De rest van de voorbereiding zit volgens hem in wat je doet voor anderen. Dit noemt hij het sociale noodpakket. “Dit gaat om de vraag of je genoeg contact houdt met je vrienden, familie, kennissen en buren. Zij staan tijdens een ramp dichterbij dan de overheid. Uiteindelijk overleef je een ramp het beste met hen in de buurt.”
Er zijn zelfs hele dorpen die zich samen voorbereiden op rampen, zoals het dorpje Arcen in Noord-Limburg, dat in 1993 en 1995 overstroomde. Toen het in de zomer van 2021 weer mis dreigde te gaan, en de overheidsinstanties onbereikbaar bleven, zijn de bewoners zelf zandzakken gaan leggen en dijken gaan versterken. Met resultaat: het dorp overstroomde niet.
Na het schrijven van het boek zegt Van Daalen dat hem ‘een gevoel van rust’ is bijgebleven. Voordat hij aan zijn onderzoek begon, grapte hij regelmatig over vuursteentjes als laatste redmiddel voor als de wereld helemaal zou vergaan. Destijds een scenario waar hij serieus rekening mee hield. Dat is nu veranderd in een realistischer blik: “Ik zou mensen nu niet meer aanraden vuursteentjes te kopen, maar oordopjes. Dan heb je geen last van je snurkende buurman als je tijdelijk wordt opgevangen in een gymzaal.”

