Naar de content

Getijden maken met de Metronoom

Jarno Verhoef, Universiteit Utrecht, met toestemming

Hoe boots je de werking van eb en vloed na in een zandbak? Door de bak steeds heen en weer te kantelen, bedacht fysisch geograaf Maarten Kleinhans van de Universiteit Utrecht. Dus bouwden hij en zijn technici getijdenbak de ‘Metronoom’. Afgelopen dinsdag werd hij officieel in gebruik genomen.

In de ruimte waar de megazandbak staat opgesteld, hangt een wat merkwaardige lucht. De geur van de zee, ben je als bezoeker heel even geneigd te denken – om je vervolgens te realiseren dat het naar kippen ruikt. De hal staat op het terrein van diergeneeskunde, en grenst kennelijk aan de pluimveeverblijven.

Vier jaar per dag

Het moet dan ook even zoeken geweest zijn, naar een plek met genoeg ruimte om de 20 meter lange en drie meter brede kantelbare zandbak te herbergen. Met dit apparaat willen de fysisch geografen van de Universiteit Utrecht de komende jaren eb en vloed gaan simuleren in hun schaalmodellen – een belangrijke factor voor de landschapsontwikkeling rond riviermondingen.

Vanaf één kant wordt water de bak in geleid, dat door het midden naar een plas water aan de andere kant stroomt: het is een rivier, die uitmondt in zee. De bak kantelt iedere dertig seconden één keer heen en weer. Elke minuut in de Metronoom komt dus overeen met een dag in de werkelijkheid. Na een uur heeft het apparaat twee maanden getijdenwerking gesimuleerd, en na een dag ben je al vier jaar verder.

De Metronoom kantelt elke 30 seconden heen en weer

Jarno Verhoef, UU

Eerdere pogingen om eb en vloed te simuleren zijn eigenlijk nooit goed gelukt, vertelt Kleinhans. Als je water beurtelings in en uit de bak pompt, heb je weliswaar iets dat lijkt op eb en vloed, maar het probleem was altijd om het water ver genoeg het land in te laten stromen. Dat lukt met deze opstelling wel. “We gaan het model nu eerst gewoon zijn gang laten gaan. Eens kijken wat de natuur zelf wil”, zegt Kleinhans. Daarna gaan de aardwetenschappers onderzoeken wat de effecten zijn van menselijke ingrepen, zoals bijvoorbeeld baggeren. Ook voor het simuleren van de invloed van zeespiegelstijging op gebieden waar rivieren uitmonden in zee, kunnen de onderzoekers de Metronoom goed gebruiken.

Piet Hoekstra opent de bijeenkomst. Rechts, v.l.n.r., Maarten Kleinhans en zijn promovendi Lisanne Braat, Anne Baar, en Jasper Leuven.

Marlies ter Voorde, Amersfoort, met toestemming
Hightech in de parkeerschuur

De ruimte waar de Metronoom voorlopig staat opgesteld is een voormalige parkeerschuur, vertelt Kleinhans me achteraf. Over twee à drie jaar zal de hele opstelling verhuisd worden naar een nieuw laboratorium, het Earth Simulation Lab, bij de faculteit Aardwetenschappen.

Druk op de knop

Maar eerst moet de getijdenbak dus nog officieel worden aangezet. Er is een poging gedaan de enorme schuur er enigszins chic uit te laten zien. Er staan hoge ronde tafeltjes opgesteld, en er is koffie en cake. Piet Hoekstra, decaan van de faculteit, opent de bijeenkomst. Rob van der Vaart, de onderwijsdecaan, houdt een toespraak, waarin hij de oratie van Kleinhans van zestien maanden geleden memoreert. “Maarten moet niks hebben van de aansturing van wetenschap van bovenaf, met toepasbaarheid als enige leidraad. Een wetenschapper heeft ruimte nodig, betoogde hij in zijn oratie. Ik had nog geen idee toen, om hoeveel ruimte het ging…”

Uiteindelijk is het Maarten Smits, algemeen directeur van Deltares, die op de knop mag drukken. De Metronoom begint te kantelen. Vanaf nu begint zich in een schuur in Utrecht een waar kustlandschap te vormen.

_Filmpje van de Universiteit Utrecht over de Metronoom

ReactiesReageer