Naar de content

‘Europa heeft innovatie nodig’

Europ of Euronder: Jasper Deuten en Alexandra Vennekens

iStock, wildpixel

De Europese economie loopt achter op de Amerikaanse. Europa investeert onder meer te weinig in R&D. “Als je kijkt naar R&D-uitgaven per inwoner, dan zit de EU op slechts 44 procent van de VS.”

23 juli 2025

Op tafel in het kantoor van het Rathenau Instituut liggen twee Amerikaanse mobiele telefoons en een laptop van de grootste computerfabrikant van China. Daarnaast staat een flesje frisdrank met een ‘Europese superdop’, die als je deze opendraait aan het flesje blijft vastzitten. De dop is op het internet veranderd in een lijdend voorwerp van spottende memes. Belangrijke innovaties in andere delen van de wereld, zoals een koprollende en turnende robot, worden in deze plaatjes of video’s afgezet tegen dit dopje, dat als een wat lullige uitvinding wordt gepresenteerd. Het moet Europa neerzetten als dinosauriër onder de continenten, als een werelddeel dat niet met zijn tijd mee innoveert.

De snijdende spot komt niet uit de lucht vallen, weten Alexandra Vennekens en Jasper Deuten. De onderzoekers van het Rathenau, een Haags onderzoeksinstituut dat de impact van wetenschap, technologie en innovatie onderzoekt, zien dat in Amerika al decennia veel meer geld naar R&D gaat. “De EU geeft gemiddeld per inwoner (totaal aan publieke en private investeringen, red.) slechts 44 procent uit van wat de VS per inwoner investeren in R&D”, concludeert Vennekens op basis van cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Portretfoto Alexandra Vennekens

Alexandra Vennekens.

Rathenau Instituut/Rudi Wells

Ook Mario Draghi , de oud-topman van de Europese Centrale Bank, benoemde dit verschil in uitgaven in een rapport dat hij vorig jaar publiceerde. Europa boet sterk in aan concurrentievermogen, is platgeslagen zijn conclusie. Een belangrijke reden daarvoor is dat de EU qua innovatie sterk achterloopt. Draghi acht het cruciaal dat we hierin meer investeren, om de strijd met de VS aan te gaan.

Kettingreactie

Waarom is R&D (research and development, onderzoek en ontwikkeling) zo belangrijk? Vennekens en Deuten vertellen dat R&D kan leiden tot een kettingreactie. “Bedrijven innoveren, omdat ze denken dat er een markt voor een product of dienst is”, legt Vennekens uit. “Ga je de markt op en rolt er winst uit, dan kan je weer verder innoveren. Daarnaast vult het de schatkist van de staat via de belasting die over de winst wordt betaald.” Bovendien draagt dit op de langere termijn bij aan oplossingen voor allerlei maatschappelijke uitdagingen. Denk aan de klimaatopgave, de energievoorziening en het opbouwen van een krachtige defensiemacht.

Deuten voegt daaraan toe dat innovatie voor Europa noodzakelijk is om internationaal te concurreren. “Europa moet het hebben van kennis, want we hebben relatief weinig goedkope werknemers en grondstoffen. Voor het ontwikkelen van de beste producten en diensten is R&D een belangrijke factor. Is de kwaliteit minder dan die van de concurrentie, dan ben je weg.” Hij stelt dat R&D ook belangrijk is, omdat je met een ‘eigen technologische basis’ zorgt voor strategische autonomie. Dat betekent dat je als land of als EU belangrijke beslissingen kunt nemen zonder daarbij té afhankelijk te zijn van bijvoorbeeld China en de VS. “Zeker als het een onvoorspelbaar land is. Je ziet dat de Amerikaanse president Donald Trump zich onvoorspelbaarder opstelt richting Europa, zoals bij het recente tumult rond importheffingen”, zegt hij doelend op de verhoging van Amerikaanse invoerheffingen door de VS begin april.

In sommige sectoren is het verschil in concurrentiekracht groot. Er is een grote kans dat lezers dit artikel openen op een Amerikaans apparaat. Of dat zij de nieuwsbrief met een link naar dit artikel via een Amerikaanse inbox ontvangen. Dat komt mede doordat de techindustrie in Europa qua concurrentiekracht niet op kan tegen de Amerikaanse. Ook voor zaken als defensie leunt Europa sterk op Uncle Sam, zoals Amerika’s bijnaam luidt. Wie naar de cijfers kijkt, ziet hoe groot het verschil op het gebied van defensie-uitgaven is. Vennekens laat, aan de hand van data van de OESO, zien dat de helft van het R&D-budget van de nationale overheid van de VS naar defensie gaat. Het gemiddelde voor de 27 EU-landen is 4 procent. “Dat vond ik heel opvallend,” zegt ze. “Dat het gat zo groot is, had ik niet verwacht.”

Minder regels

De uitgaven aan R&D (van de overheid en het bedrijfsleven) worden vaak afgezet tegen het bbp, dat (simpel geschetst) iets zegt over het totaal aan geproduceerde goederen en diensten in een jaar in een land. Gemiddeld gaven EU-landen 2,1 procent van het bbp aan R&D uit in 2023. Voor de VS bedroeg dit percentage 3,4 procent. Het lage Europese percentage is opvallend. In het Lissabonakkoord spraken EU-landen af dat er zeker 3 procent van het bbp aan R&D zou moeten worden uitgegeven. “Alleen Zweden, Duitsland, Finland, België, Denemarken en Oostenrijk doen dit. De overige 21 EU-landen niet”, aldus Vennekens.

Nederland zit met 2,2 procent ruim onder de afspraken van het Lissabonakkoord. Volgens Deuten komt dit vooral door de samenstelling van onze economie. Landen die veel aan R&D uitgeven, zijn overwegend industrielanden. Nederland kent vooral een sterke dienstensector, wat traditioneel geen R&D-intensieve branche is, legt hij uit. “Als je uitzoomt, dan zijn de R&D-uitgaven altijd een reflectie van de structuur van de economie. Landen die veel aan R&D uitgeven, hebben vaak een sterke automotive-, farma- of ICT-sector. Je kan van de Nederlandse bedrijven uit de dienstensector onmogelijk verwachten dat ze veel uitgeven aan R&D.”

In Nederland is ASML een absolute koploper als het gaat om R&D-uitgaven door bedrijven. De chipmachinefabrikant is goed voor bijna 20 procent van de uitgaven ‘aan de businesskant’, rekent Deuten voor. “Via specifiek beleid kan je sectoren versterken waar veel R&D plaatsvindt. Als je meer R&D-investeringen wilt, moet Nederland meer een industrieland worden”, is zijn analyse. Hij komt ook met een waarschuwing. “Meer geld uitgeven aan R&D is geen doel op zichzelf; meer is niet altijd beter. Het helpt alleen als je een heel goed plan hebt voor dat extra geld.”

Meer geld uitgeven aan R&D is geen doel op zich

— Alexandra Vennekens

Deuten legt uit dat je bestaande bedrijven kan verleiden om meer te investeren in R&D in Europa en nieuwe technologiebedrijven kan helpen starten en groeien. “Vooral dat laatste doen Nederland en Europa minder goed dan de VS. Snel groeien als bedrijf is bij ons ingewikkeld, onder meer doordat er veel verschillende regels zijn binnen en tussen landen. Daardoor zijn de markten in Europa minder versmolten met elkaar, ook de kapitaalmarkten. Het is daarom lastiger om over de grens kapitaal op te halen. Het zou goed zijn voor Europa’s concurrentievermogen als we zorgen voor minder versnipperde regelgeving, om start-ups en scale-ups op Europese schaal te stimuleren.”