Naar de content

Er zit een dunne lijn tussen slechte verslaggeving en nepnieuws

Een open notitieboekje op een tafel met een rode pen.
Een open notitieboekje op een tafel met een rode pen.
Mariska van Sprundel voor NEMO Kennislink

Hoe wordt nepnieuws over wetenschap verspreid? Daarover spraken wetenschappers en journalisten op de AAAS-conferentie in Boston. Redacteur Hersenen & Gedrag Mariska van Sprundel hield een blog bij voor NEMO Kennislink over de grootste wetenschappelijke bijeenkomst van het jaar.

Blogs vanaf de AAAS

Blogs vanaf de AAAS

Van 16 tot 20 februari 2017 vindt in Boston de jaarlijkse bijeenkomst van de American Association for the Advancement of Science, kortweg AAAS plaats.
De conferentie focust zich op de laatste ontwikkelingen in wetenschappelijk onderzoek en technologie.
Redacteur Hersenen & Gedrag Mariska van Sprundel blogt tijdens de conferentie over hoogtepunten, opmerkelijke zaken en interessante sprekers.

Lees ook de eerdere blogs:

Het gebeurt niet vaak dat ik in het weekend om acht uur ‘s ochtends op een conferentie rondhang. De uitslaper in mij stapte met een vleugje tegenzin op de fiets vanochtend, maar het blijkt al snel dat ik niet voor niets mijn bed ben uitgekomen. De eerste sessie over nepnieuws en de impact daarvan op wetenschapscommunicatie was zeer de moeite waard, vooral voor journalisten.

Want, gaat het bij nepnieuws om de verspreiding van uit de duim gezogen informatie, bedoeld om te misleiden? Of is er vooral wetenschappelijk nepnieuws vanwege slechte verslaggeving? Die vragen schudden mij, en vast ook anderen in de zaal, meteen wakker. Slechte verslaggeving gebeurt meestal niet opzettelijk, meent hoogleraar Dominique Brossard van de universiteit Wisconsin-Madison, één van de sprekers. Journalisten stellen wetenschappelijke zaken vaak zekerder voor dan ze zijn. Bijvoorbeeld door de beperkingen van onderzoek niet mee te nemen in hun verhaal. Zo zetten ze lezers op het verkeerde been.

Navigeren tussen echt en nep

Het begint aardig ingewikkeld te worden. Aan het begin van de conferentie werd de belangrijke rol voor journalisten in tijden van ‘alternatieve feiten’ benadrukt door AAAS-directeur Barbara Schaal. In deze sessie zijn verslaggevers onbedoeld deel van het nepnieuws-probleem. Gelukkig zijn we ook weer deel van de oplossing met alle factcheckers die in het leven zijn geroepen.

Er zijn inmiddels organisaties die mensen helpen navigeren tussen echt en vals nieuws. Ook Facebook, waar veel vals verkiezingsnieuws over de Verenigde Staten op werd verspreid, doet er wat aan. In samenwerking met persbureau Associated Press laat het sociale medium verhalen checken die door gebruikers zijn gemarkeerd als nep.

Meerdere perspectieven

Toch moeten we ook oppassen met een strikt onderscheid tussen nep en echt nieuws, zegt onderzoeker Julie Coiro van de universiteit van Rhode Island. Het is te kort door de bocht door te denken dat ‘als informatie niet vals is, het wel echt moet zijn’. En als informatie echt is, dan is er geen andere interpretatie mogelijk. Die gedachte is problematisch; het wakkert het wij-versus-zij-denken aan. Het publiek gebruikt alleen wetenschappelijke feiten die hun eigen overtuiging ondersteunen, maar er zijn altijd meerdere perspectieven op een wetenschappelijke kwestie.

Een voorbeeld. Een verhaal over genetisch gemodificeerde gewassen kan je schrijven vanuit economisch, religieus, gezondheids- of milieuoogpunt. Door één kant te belichten, krijg je een eenzijdig en vooringenomen verhaal. De informatie is niet nep, maar het is ook niet het enige ‘echte’ verhaal.

Met een handvol nieuwe inzichten verlaat ik na anderhalf uur de zaal. Dit was nuttig. De impact van echt en vals nieuws op wetenschapscommunicatie is me wel een beetje gaan duizelen. Hopelijk heeft deze blog daar niet onder geleden.

ReactiesReageer