Je leest:

Een stoepsnackbar voor insecten

Een stoepsnackbar voor insecten

Promovendus Nienke Beets blogt over het Stoepplantjesonderzoek

Auteur: | 1 juni 2022

Dankzij de vele stoepplantjes die mensen online melden, kan onderzoekster Nienke Beets haar onderzoeksvragen beantwoorden. Daarnaast beantwoordt zij ook graag vragen van de lezers over de stoepplantjes. Stel ze dus gerust, en blijf die stoepplantjes doorgeven!

Sinds januari 2021 is Nienke PhD-kandidaat bij de Hortus Botanicus en vakgroep Science Communication & Society (SCS) van de Universiteit Leiden. Tijdens haar promotietraject gaat ze in de eerste plaats met dit burgerwetenschapsproject onderzoeken welke stoepplantjes waar voorkomen en waarom. Stoepplantjes zijn goed voor mens en natuur in de stad. Door meer te leren over deze planten hoopt ze daarmee uiteindelijk ook een bijdrage te kunnen leveren aan het vergroenen van dorpen en steden met wilde planten.
Simone Both

Een frisse bloemengeur waait door het raam naar binnen. Buiten zoemen de bijen tussen de bloeiende overblijvende ossentong. Ik zit aan mijn onderzoeksresultaten te werken op het kantoor van de botanische tuin in Leiden. Ondertussen zijn er door enthousiaste burgerwetenschappers al meer dan 3500 stoepplantjes gemeld. In sommige gebieden meer dan andere, maar over het hele land staan stipjes op de kaart, van Maastricht tot Terschelling. In een aantal plaatsen zijn meer dan tweehonderd verschillende soorten gemeld. Dat levert echt mooie data op! Met één madeliefje in Timboektoe kan ik als onderzoeker namelijk niet zoveel.

In oktober begon ik met de vraag: Hoe soortenrijk en biodivers zijn onze steden en dorpen? Daarnaast vroeg ik me ook af of we daar achter kunnen komen met de hulp van burgerwetenschappers. Kunnen burgerwetenschappers van alle leeftijden, die geen ingewikkelde botaniecursus hebben gedaan, echt iets bijdragen aan onderzoek naar planten? Ik denk van wel! Nu, acht maanden later is het geweldig om te zien hoeveel mensen al hebben meegedaan. Daarnaast was het ook leuk om te zien dat plantenexperts, ofwel ‘botanisten’, ook enthousiast stoepplantjesdata hebben ingevoerd. De aankomende maanden ga ik bekijken of ik met deze data mijn vragen kan beantwoorden. Maar hoe zit het eigenlijk met jullie vragen?

Afgelopen oktober tijdens het Weekend van de Wetenschap in NEMO vroeg iemand: “Groeien paardenbloemen wel echt tussen de stoeptegels?” “Zeker!” antwoordde ik. Helaas was hij niet snel overtuigd. Gelukkig geven de data van het Stoepplantjesonderzoek een duidelijk antwoord op deze vraag. De paardenbloem is namelijk het meest ingevoerde stoepplantje. Paardenbloemen kan je eigenlijk overal en in elk seizoen wel vinden tussen straatstenen. Dat is geweldig, want volgens onderzoek van Wageningen Universiteit wordt de paardenbloem door maar liefst 107 verschillende soorten wilde bijen bezocht. Naast wilde bijen gebruiken ook snuitkevers, bladrollers (een soort vlinder), mineervliegjes, galmuggen en schimmels de paardenbloem om van te eten. De paardenbloem lijkt wel een stoepsnackbar voor insecten.

De overblijvende ossentong heeft blaadjes die harig en ruw zijn, net als de tong van een os. De ossentong doet het ook goed bij bijen.
Nienke Beets

De overblijvende ossentong kwam ik de afgelopen tijd ook vaak tegen tijdens stoepplantjesexpedities. “Waarom heet hij eigenlijk zo?” vraag ik dan aan mijn publiek. Ik laat ze voelen aan de blaadjes die harig en ruw zijn, net als de tong van een os. De ossentong doet het ook goed bij bijen. Toch vragen mensen dan niet zo vaak door, ze luisteren liever denk ik. Of zijn ze bang om een domme vraag te stellen? Ik hoop het niet, want domme vragen bestaan niet.

De meeste vragen die we wel krijgen zijn: “Welke plant is dit?” en “Ik heb dit onkruid in mijn tuin en hoe krijg ik het weg?” Soms weet ik het antwoord, soms niet en soms probeer ik het gesprek om te draaien. Het leukste vind ik het als een vraag weer leidt tot een nieuwe vraag. Zo werkt wetenschappelijk onderzoek namelijk ook. Als ik het antwoord heb gevonden op de ene vraag staat de volgende alweer klaar in mijn hoofd. Daarnaast is het leuk om er met andere mensen over te praten, omdat iedereen weer andere vragen heeft. Ik hoor dus ook graag wat jij je nu afvraagt over stoepplantjes.

Ik ben de komende tijd nog druk bezig met het uitwerken van de resultaten en het beantwoorden van mijn onderzoeksvragen. Daarnaast wil ik ook graag vragen van jullie, de Stoepplantjesburgerwetenschappers, beantwoorden. Dus, heb jij nog een vraag over stoepplantjes en wilde planten in de stad? Stuur je vraag in via onze sociale media of stuur een mailtje naar [email protected]. De resultaten presenteer ik in september tijdens een feestelijke afsluiting met Weekend van de Wetenschap. Dit is voorlopig mijn laatste blog bij NEMO Kennislink, maar let op! Het Stoepplantjesproject loopt nog een aantal jaar door, dus blijf vooral je stoepplantjes invoeren. Stoepplantjes, die je vindt voor je deur op de stoep of langs de weg en muren!

Het Stoepplantjesonderzoek

Wil jij je eigen stads- of dorpsnatuur ontdekken? Leer stoepplantjes herkennen en geef ze door via stoepplantjesonderzoek.nl voor het Stoepplantjesonderzoeksproject. Met het Stoepplantjesonderzoek brengt promovendus Nienke Beets samen met burgers zoals jij in kaart welke stoepplantjes waar groeien en waarom. Wil je nog meer weten? Ga naar de website, volg het onderzoek op sociale media via @stoepplantjes of schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 01 juni 2022

Discussieer mee

0

Vragen, opmerkingen of bijdragen over dit artikel of het onderwerp? Neem deel aan de discussie.

NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.