Om verbinding te voelen met de natuur, hoef je niet actief de bossen in. Je kan je ook al verbonden voelen met je kamerplant. Botanie-historicus Luiza Teixeira-Costa legt uit hoe je dat doet en wat je eraan hebt.
Bevriend met je varen, contact met de cactus of liefde voor de lelie: sinds de pandemie zijn kamerplanten populairder dan ooit, zag Luiza Teixeira-Costa, bioloog en botanie-historicus aan het Meertens Instituut. En niet alleen bij natuurliefhebbers. Ook mensen die je normaal niet kan betrappen op groene vingers haalden massaal pannenkoekenplanten en graslelies in huis. Dat is eigenlijk niet zo gek, volgens haar. “We voelen ons van nature aangetrokken tot natuur. En omdat mensen zelf niet naar buiten konden, brachten we de natuur naar binnen.”
Nut van namen
Teixeira-Costa bestudeert voor haar onderzoek uitgaven van de Flora Batava, de eerste geïllustreerde catalogus van Nederlandse planten en schimmels. Op die manier hoopt ze meer te leren over de kennis die gewone Nederlanders hadden over planten in die tijd. Onze leefomgeving is de afgelopen decennia namelijk flink veranderd. Het land is verstedelijkt en de opkomst van technologie heeft een grote impact op ons dagelijks leven. “Als gevolg daarvan zijn we in een paar generaties tijd ook heel anders gaan kijken naar de natuur.”
De meesten kennen meer namen van merken in de supermarkt, dan van de natuur om ons heen
Vroeger werd kennis over planten doorgegeven binnen families, legt Teixeira-Costa uit. “Niet alleen namen, maar ook kennis over verzorging en bijvoorbeeld medicinale toepassingen.” Tegenwoordig is dat anders, aldus de onderzoeker. “Kinderen zitten veel op hun telefoon en spelen minder buiten. Er ontstaat zo een gat in die algemene en overdraagbare kennis.” Dat zie je overigens ook al bij de huidige volwassenen. “De meesten kennen meer namen van merken in de supermarkt, dan van de natuur om ons heen.”
Op zich is dat niet eens zo erg, vindt Teixeira-Costa. “Je hoeft de naam of oorsprong van een plant immers niet te kennen om het als een levend wezen te herkennen, en om te erkennen dat het de ruimte met jou deelt.” Namen kennen kan wel helpen om je meer vertrouwd te voelen met een soort, maar het is volgens haar niet essentieel. “Je hoeft bijvoorbeeld ook geen dierenexpert te zijn om een betekenisvolle band te hebben met je kat of hond. Dat is met planten net zo.”
Herkenning
Verbinding met natuur komt volgens Teixeira-Costa daarom voort uit een oprechte belangstelling. Dat kan op een safari of in de bergen, maar lukt soms nog beter door te letten op alledaagse natuur. Een herkenbare boom in het park bijvoorbeeld, een stukje gras dat je elke dag op weg naar de supermarkt passeert of een plek waar je elk najaar paddenstoelen ziet groeien. “Op den duur leidt die herhaling tot herkenning, wat op zijn beurt kan zorgen voor een diepere waardering voor het leven om je heen.”
Dat is prettig, omdat we ons soms best ver verwijderd kunnen voelen van de natuur, vertelt de onderzoeker. Zeker in de stad. “Soms vergeten we dat de plaatsen die wij als menselijk terrein claimen ook van andere dieren zijn.” Zonde, vindt ze, omdat contact met andere levende wezens goed is voor zowel je fysieke als mentale gezondheid. “Sommigen vinden er spiritualiteit in, anderen gewoon rust”, aldus Teixeira-Costa. “Onze snelle samenleving doet mensen verlangen naar hobby’s die hen vertragen. Zorg voor planten biedt precies dat, zelfs al is het op de vensterbank.”
Stedelijke natuur
Juist daar ligt de kracht van stedelijke natuur, betoogt Teixeira-Costa. Vroeger heerste het idee dat de stad compact moest zijn, met grotere natuurgebieden buiten de stad om naartoe te gaan als uitstapje. Tegenwoordig verschuift dat idee, en zien we natuur als iets wat veel meer onderdeel is van het dagelijks leven. Meer van die passieve blootstelling zou heel goed zijn, vindt Teixeira-Costa. “Nederlandse kinderen hebben daar nog niet zo veel last van, doordat er voor hen sterke actieve natuurprogramma’s zijn. Maar volwassenen en ouderen vallen vaak buiten de boot.”
Daarnaast zit ook een conserveringsvoordeel aan groen in de stad. Mensen die dichtbij natuur wonen, zijn namelijk eerder geneigd om het te beschermen.” Bovendien zijn er ook veel praktische voordelen aan groen in de stad, vertelt de onderzoeker. “Planten koelen de stad, besparen energie, verbeteren veiligheid en stimuleren gemeenschapsvorming.” Met die kennis volgt ook snel een ethisch vraagstuk, legt ze uit. “Als wij profiteren van bomen, moeten we ook nadenken wat we kunnen teruggeven aan de natuur.”
Het is niet realistisch om te denken dat we massaal terug willen keren naar het platteland of naar een wereld zonder smartphones, stelt de onderzoeker. “De uitdaging is dus: hoe integreren we natuur en techniek op een zinvolle manier?”

'Op den duur leidt herhaling tot herkenning, wat kan zorgen voor een diepere waardering voor de natuur om je heen'
Freepik, WirestockGroene daken en verticale tuinen zijn volgens haar allemaal al stappen vooruit, en zelfs kleine extra stukjes groen helpen. Maar ook plantenherkenningapps brengen mensen meer in contact met de natuur in hun directe omgeving. Technologie hoeft daarom zeker geen tegenstander te zijn van de herwaardering voor natuur, stelt Teixeira-Costa. “Je moet het juist gebruiken. Wie weet kunnen we dan zelfs het gat van verloren kennis een klein beetje kleiner maken.”