Naar de content

De tweede golf: hoe lang blijft het rustig?

Pixnio, Bicanski, openbaar domein

De gedeeltelijke lockdown is hard nodig, afgaande op de verschillende zorgverleners die NEMO Kennislink sprak. Ze maken zich zorgen over het personeelstekort. Ook al is het nu nog relatief rustig in de ziekenhuizen; ze weten dat het plots kan omslaan. “Dan schrik je je lam.”

Dit artikel is onderdeel van een tweeluik over zorg en behandeling tijdens de tweede golf. Artikel 2 gaat over nieuwe behandelopties tijdens de tweede golf.

De afgelopen maanden is er hard gewerkt aan plannen om de zorg tijdens een tweede golf zo goed mogelijk te organiseren. Zo hebben veel medium care-verpleegkundigen bijscholing gehad voor het werken op de ic. Op de medium care (mc) liggen ook ernstig zieke patiënten, alleen worden die niet beademd en zijn ze bij bewustzijn. Ellen Disveld van het Radboudumc is een van de mc-verpleegkundigen. Tijdens de eerste golf werkte ze afwisselend op de intensive care en de medium care. Disveld merkt dat veel collega’s opzien tegen de tweede golf, vooral vanwege het werken in de beschermende pakken. “Maar wat moet dat moet. We zijn er klaar voor.”

In het voorjaar werden de ziekenhuizen overstroomd door coronapatiënten en konden artsen niet de topzorg leveren die ze normaal gesproken leveren.

Matijs van Meurs, met toestemming

Vooral de massaliteit van de eerste golf is Disveld bijgebleven. “Iedere dienst zie je een lijst met opgenomen patiënten en de reden van opname. Bij iedereen stond ‘opgenomen vanwege COVID-19’. Normaal liggen de mc en de ic vol met patiënten met verschillende aandoeningen.” Daarnaast kan ze zich de saamhorigheid goed herinneren. “Alle verpleegkundigen, van verschillende afdelingen, vormden onmiddellijk één team. Dat was heel mooi om te zien.” Ze hoopt dat de ziekenhuizen ook nu weer veel hulp van buiten krijgen. “Tijdens de eerste golf kregen we veel aanmeldingen van mensen met een verpleegkundige achtergrond die wilden helpen. Die mensen hebben we opnieuw nodig als deze golf net zo erg wordt als de eerste. Zonder hen zullen we het niet redden.”

Ook Radboudumc-collega internist-intensivist Peter Pickkers maakt zich zorgen om de hoeveelheid personeel. “We laten nu zoveel mogelijk gewone zorg doorgaan. Dat betekent dat de collega’s van andere afdelingen, zoals de operatiekamers, niet bij kunnen springen op de ic. Tijdens de eerste golf kwamen die ons massaal helpen. Tegelijkertijd moeten we wel opschalen en ons weer klaarmaken voor een nieuwe toestroom.” Momenteel liggen er 319 COVID-patiënten op de ic’s. Als de stijging in het huidige tempo doorgaat, zijn dat er naar verwachting eind oktober 540 en eind november al ruim 1200. Pickkers en zijn collega’s zien dan ook op tegen een nieuwe golf. “De eerste keer deden we het nog op adrenaline omdat alles nieuw was. Dat is er nu af. Maar we gaan er uiteraard weer voor.”

Topzorg in crisistijd

“Tijdens de eerste coronagolf werden we overvallen. Het aantal besmettingen nam zo snel toe dat we geen mensen meer hadden, met name geen verpleegkundigen”, vertelt Lennie Derde, internist-intensivist aan het UMC Utrecht en voorzitter van de taskforce Acute Infectiologische Bedreigingen van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC). “We moesten toen mensen invliegen die eigenlijk niet zijn opgeleid voor het werk op de ic. Dat hebben we, zo goed als het kon, gedaan. We hebben in het voorjaar goede zorg geleverd, maar niet perfect. Topzorg leveren is een stuk moeilijker in crisistijd.”

Met exponentiële groei loopt het aantal besmettingen hard op, net als in een vijver met waterlelies. Wikimedia Commons, Vengolis via CC BY 4.0

Derde is er niet gerust op dat dat nu wel gaat lukken. “De toename in het aantal besmettingen kwam eerder dan we verwacht hadden. Nu lijken vooral jongere mensen besmet te raken, maar het virus kan ook weer overslaan naar ouderen en andere kwetsbare groepen. Met exponentiële groei kan het dan heel hard gaan. Neem een vijver met waterlelies als voorbeeld. Als die op dag 45 halfvol is, is hij op dag 46 helemaal vol. Op het moment dat dit in een ziekenhuis gebeurt, schrik je je lam. De behandelingsmogelijkheden die we nu hebben zijn lichtpuntjes, maar we maken ons nog steeds zorgen.”

Mark de Boer, internist-infectioloog in het Leids Universitair Medisch Centrum is iets optimistischer. “Een pandemie verloopt in meerdere fasen”, zegt hij. “Dat werd bijvoorbeeld ook gerapporteerd bij de Spaanse griep in 1918. Na de eerste golf kwam de tweede golf en daarna nog een derde golf en steeds was de vraag ‘wie worden er nu patiënt?’ Het lijkt erop dat we nu in een fase zitten waarin gemiddeld wat jongere mensen ziek worden.” Dat is gunstig, want jongere mensen hebben een betere kans om het virus zelf onder controle te krijgen. Er zullen dan minder ic-opnames nodig zijn. Als het virus toch weer overslaat naar de oudere populatie worden de problemen natuurlijk groter.

Afgelopen maand publiceerde de stichting Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE) het rapport COVID-19 op de Nederlandse intensive cares’. In de periode maart/april was de gemiddelde ic-behandelduur 20,5 dagen. In de periode juli/augustus was dit nog maar 13,6 dagen. Natuurlijk zijn deze perioden niet helemaal vergelijkbaar. In het voorjaar waren er immers veel meer coronapatiënten dan in de zomer, bovendien lag de gemiddelde leeftijd van opgenomen patiënten in de zomer iets lager. Wat ook gunstig is, is dat meer mensen op de verpleegafdeling kunnen blijven. “Zij hebben wel extra zuurstof nodig, maar hoeven niet door naar de ic”, zegt Pickkers. Mogelijk komt dit doordat deze patiënten nu behandeld worden met het middel dexamethason.

Anders behandelen

Dat soort kennis over het coronavirus en COVID-19 ontbrak tijdens de eerste golf. “Tijdens de eerste golf gingen we af op wat we in China zagen gebeuren”, zegt internist-intensivist Derde. “Daar waren veel patiënten met acute hartdood. In Europa bleek dat we vooral vaak stollingsproblemen zagen, waarbij patiënten overleden door een longembolie. Ook dachten we dat we heel intensief en met hoge druk moesten beademen, op de buik. Dat klopt soms ook, en we doen het als het nodig is, maar we hebben nu geleerd dat we veel mensen ook met minder intensieve beademing kunnen ondersteunen.”

Inmiddels is er veel onderzoek gedaan naar behandelmogelijkheden. In verschillende grote studies bekijken onderzoekers of bestaande medicijnen kunnen bijdragen aan de behandeling. Engelse onderzoekers doen dat met de grote RECOVERY-trial. En de WHO leidt de grote Solidarity-trial. Het antimalariamiddel hydroxychloroquine werkt in ieder geval niet, maar er zijn een aantal middelen die inmiddels wel in aanmerking komen voor de behandeling van patiënten met COVID-19. Daarover lees je meer in het volgende artikel van dit tweeluik over de behandeling en zorg tijdens de tweede golf.

ReactiesReageer