Naar de content

De 'onthoofding' van Polen

Het gruwelijke begin van de Tweede Wereldoorlog

AP Images

75 jaar geleden, op 1 september 1939, viel de Duitse Wehrmacht Polen binnen. Het was het startschot voor de Tweede Wereldoorlog. Kort daarvoor hadden Hitler en Stalin afgesproken samen Polen te veroveren en te vernietigen. In september 1939 zou Polen verpletterd en ‘onthoofd’ worden. De episode was een gruwelijk begin van vijf lange Europese oorlogsjaren.

In de vroege ochtend van 1 september 1939 hadden duizenden Duitse soldaten zich verstopt aan een bosrand vlakbij de Duits-Poolse grens. Tankbestuurders hielden hun handen aan het contact, wachtend op het bevel de motoren te starten en Polen binnen te rollen. ‘Het donkere bos, de volle maan en een lichte grondmist boden een fantastisch tafereel’, schreef een Panzer-commandant in zijn logboek. ‘Operatie Fall Weiss’, het Duitse plan om in korte tijd buurland Polen te veroveren, stond op het punt te beginnen. Engeland en later ook Frankrijk hadden beloofd Polen te hulp te komen in het geval van een Duitse invasie. Zodra de eerste militairen de grens overstaken zou de Tweede Wereldoorlog een feit zijn.

Eerste slachtoffers

Als ‘aanleiding’ voor de oorlog verzonnen de Nazi’s op 31 augustus een vuile list. SS’ers zouden een aanval op een Duits grensplaatsje en een radiostation in scene zetten. Na deze aanval zouden ze een triomfantelijk radiobericht in het Pools versturen. Als ‘bewijs’ zouden de SS’ers een paar gedrogeerde en in Poolse uniformen geklede gevangenen uit het concentratiekamp Sachsenhausen doodschieten: de eerste cynische slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

‘Eindelijk’ oorlog

Rijkskanselier Adolf Hitler blaakte op dat moment van zelfvertrouwen. Op 8 maart van datzelfde jaar, kort voordat de Duitse troepen Praag en de rest van Tsjecho-Slowakije zouden bezetten, had Hitler voor het eerst tegen zijn generaals gezegd dat hij Polen wilde ‘verpletteren’. Duitsland zou dan kunnen profiteren van de Poolse grondstoffen en en heel midden-Europa aan zijn voeten hebben liggen. De Britse premier Neville Chamberlain aarzelde lang om met Moskou afspraken te maken om samen Polen te verdedigen. De anti-communist Chamberlain leek angstiger voor de Sovjet-Unie van Josef Stalin dan voor verdere Duitse expansie. Als de communisten eenmaal in Oost-Europa waren zouden ze daar ook nooit meer weggaan, redeneerde hij.

Chamberlain had genoeg redenen om Stalin te wantrouwen. Stalin was weliswaar de aartsvijand van Hitler maar hij had ook een eigen semi-verborgen agenda om de grenzen van de Sovjet-Unie verder naar het westen op te schuiven. Hij had onder meer Finland, de Baltische staten en de oostelijke gebieden van Polen op het oog. Pas eind mei 1939 realiseerden de Britten en ook de Fransen dat Hitler binnen korte tijd Polen onder de voet zou lopen. Het was een van de weinige zekerheden die de geallieerden op dat moment nog hadden.

De eisen die Stalin aan de geallieerde delegatie stelde, vrije doortocht van het Rode Leger door Polen en Roemenië, waren onmogelijk in te willigen. Daarbij koesterden zowel de Britse als de Franse onderhandelaars een diepe afkeer van communisten in het algemeen en van Stalin in het bijzonder. De Fransen, die toch graag tot een overeenkomst wilden komen deden nog een poging de Polen ervan te overtuigen Sovjet-troepen in hun grondgebied toe te laten. Het bleek tevergeefs. De Poolse opperbevelhebber Rydz-Smigly, die misschien toen al inzag dat zijn land reddeloos verloren was, zei: ‘Met de Duitsers verliezen we onze vrijheid, maar met de Russen verliezen we onze ziel.’

Op dat moment van zwakte bij de Britten en Fransen greep Hitler zijn kans en zette zich tot een voorheen ondenkbare stap: een bondgenootschap met zijn ideologische aartsvijand: de communisten. ‘Van de Oostzee tot de Zwarte Zee is er geen enkel probleem dat wij niet samen kunnen oplossen,’ zei nazi-minister Joachim von Ribbentrop toen hij zijn Russische evenknie Vjatsjeslav Molotov ontmoette. Zowel Stalin als Hitler waren bereid hun ideologische afschuw van elkaar voor even opzij te zetten en een niet-aanvalsverdrag te tekenen. Daarin spraken ze ze ook nog in het geheim af om Polen samen te veroveren en onderling te verdelen. Met dit Molotov-Ribbentroppact op zak kon Hitler ‘eindelijk’ met vertrouwen zijn grote oorlog gaan voeren. Eerst tegen Polen en daarna tegen Frankrijk en Groot-Brittannië. Voorlopig zonder bang te hoeven zijn voor een tweede front met de Sovjet-Unie.

‘Geen echt land’

Voor de soldaten die wachtten op het bevel om in actie te komen en Polen binnen te trekken, afgezien van enkele veteranen uit de Eerste Wereldoorlog, zou operatie Fall Weiss de eerste gevechtservaring zijn. Het zou meteen een heftige worden. Binnen enkele weken zou de Duitse Blitzkrieg Polen en een groot deel van zijn bevolking bijna letterlijk van de kaart vegen. De Polen maakten vanaf het begin weinig kans tegen de Duitse Wehrmacht. Omdat ze nog steeds op een diplomatieke doorbraak hoopten, hadden de geallieerden er bij Warschau op aangedrongen hun leger niet volledig te mobiliseren. Als gevolg was slechts een derde van het Poolse leger op 1 september gevechtsklaar.

Een zwart-wit foto van Duitse Wehrmacht soldaten die een groep Poolse krijgsgevangenen afvoeren.

Duitse Wehrmacht soldaten voeren een groep Poolse krijgsgevangenen af.

Narodowe Archiwum Cyfrowe, sygn. 2-109

De Duitse terreur begon in de lucht. De Duitse Luftwaffe voerde een militair experiment uit boven de centraal-Poolse stad Wieluń: Ze wilden weten welk psychisch effect een moderne luchtmacht kon bereiken door een massaal bombardement op burgerdoelen. Het Duitse opperbevel zag met genoegen de dood, verwarring en angst bij de bevolking en besloot hetzelfde te doen met Warschau. Op 10 september zag de lucht boven Warschau zwart van de vliegtuigen. ‘Onze jongens,’ dachten de inwoners nog hoopvol. Maar de bommenwerpers bleken Duits, en die dag alleen al werden er zeventien bombardementen uitgevoerd. Duizenden doodsbange burgers overleefden die dag niet.

De Duitse soldaten hadden te horen gekregen dat ‘Polen geen echt land was, en zijn leger geen echt leger.’ Dat gaf een vrijbrief om krijgsgevangenen beestachtig te behandelen, zonder aandacht voor de Geneefse Conventies ‘Dit zijn geen mensen. Sluit je hart voor medelijden,’ instrueerde Hitler de Duitse officieren’. Zo werden in het dorp Śladów krijgsgevangenen als menselijk schild gebruikt om een Poolse cavalerie-aanval af te slaan. Nadat de aanvallers waren vermoord – ze wilden niet op hun landgenoten schieten – dwongen ze de gevangenen de lichamen te begraven. Daarna werden alle krijgsgevangenen tegen een muur gezet en één voor één doodgeschoten. Hun lijken werden in een rivier gegooid. Poolse veldhospitalen met een rode kruis-vlag werden bewust onder vuur genomen of overreden door tanks.

Polen onthoofd

De belofte van de geallieerden Polen te hulp te komen bleek al snel weinig waard. Er kwamen weliswaar Britse en Franse oorlogsverklaringen, maar een militaire actie in het westen bleef uit. De Polen stonden er in september alleen voor. Ondanks de beestachtigheid waarmee de Duitse oorlogsmachine over het land walste hielden ze stand. Het voltallige Poolse leger was half september in het westen, noorden én zuiden tegen de Duitsers ingezet.

Op het Rode Leger, dat zich al weken aan het samentrekken was bij de Poolse oostgrens hadden ze geen acht geslagen. Ook van de geheime clausule in het Molotov-Ribbentrop-pact, waarin de verdeling van Polen was afgesproken was niemand op de hoogte. Toen een half miljoen Sovjet-soldaten op 17 september de grens overstaken hoopten veel Polen dan ook dat ze kwamen om de Duitsers te verjagen.

Dat bleek al snel ijle hoop. De Poolse staat was vernietigd, stelden de Russen. En de grote Wit-Russische en Oekraïne minderheid had bescherming nodig. Zowel de Wehrmacht als het Rode Leger naderden steden als Lviv, en de enige keuze was nog aan wie de Polen zich zouden overgeven. Een onmogelijke keuze, aangezien beide legers als beesten met hun gevangenen tekeer zouden gaan.

Op 28 september viel Warschau in handen van de Wehrmacht en was Polen verslagen en letterlijk vernietigd. Tienduizenden Poolse mannen werden direct gedeporteerd naar de werkkampen van de Goelag. Aan de Duitse kant werden ze simpelweg afgeschoten of afgevoerd naar concentratiekampen. Alles om de Poolse samenleving te ‘onthoofden’ en het onmogelijk te maken voor Polen om ooit nog als zelfstandige staat te functioneren. De nazi’s en communisten trokken een demarcatielijn en verdeelden de buit volgens afspraak. De nazi’s konden zich uitleven op de joden in hun gebied, de communisten op ‘klassevijanden’. Historicus Timothy Snyder beschrijft de alle gruwelijkheden uitvoerig in zijn in 2011 verschenen boek ‘Bloedlanden’.

De misdaden van de Duitsers en de Sovjets in Oost-Europa bleven in West-Europa lang onbekend. Het was officieel oorlog, maar gevochten werd er niet aan het westfront. In Nederland mobiliseerde het leger, maar vertrouwde de regering vooralsnog op Hitlers beloften de Nederlandse neutraliteit niet te schenden. Deze vreemde toestand van ‘schemeroorlog’ duurde voort tot april 1940, toen Hitler Noorwegen binnenviel. Maar in het oosten zetten het Molotov-Ribbentrop-pact en operatie Fall Weiss echter de gruwelijke toon voor de vijf lange oorlogsjaren die nog zouden volgen.

Bronnen en meer lezen:
  • Anthony Beevor, De Tweede Wereldoorlog (Uitgeverij Ambo|Anthos, 2013)
  • Timothy Snyder, Bloodlanden. Europa tussen Hitler en Stalin (Uitgeverij Ambo|Anthos, 2011)
ReactiesReageer