Formeel hebben mannen en vrouwen dezelfde rechten. Dat is vastgelegd in internationale mensenrechtenverdragen. In de praktijk worden vrouwen in veel landen nog steeds achtergesteld. Millenniumdoel 3 had als doelstelling dat in 2015 evenveel meisjes als jongens naar school gaan in het basis-, middelbaar en hoger onderwijs. In het basisonderwijs is flinke vooruitgang geboekt, maar op de andere niveaus bleek het doel helaas te ambitieus.
Of je als jongen of als meisje ter wereld komt, bepaalt in veel landen in grote mate hoe je leven eruit ziet. In veel landen staat de man nog aan het hoofd van het gezin. Een derde van de vrouwen is wel eens seksueel misbruikt en twee derde van de arme mensen in de wereld is vrouw. En in veel arme landen mogen meisjes niet naar school omdat de ouders dit niet nuttig vinden. Later blijven ze toch thuis om voor het huishouden en de kinderen te zorgen. Niet alleen in ontwikkelingslanden is de ongelijkheid groot. Ook in Nederland verdient een vrouw voor hetzelfde werk nog steeds minder dan haar mannelijke collega
Educatie aan de basis
Om dit soort ongelijkheid tegen te gaan werd millenniumdoel 3 gevormd, voluit: Promoten van gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen en meer macht voor vrouwen. Met als eerste doelstelling: Verbannen van ongelijkheid in het primaire en secundair onderwijs, bij voorkeur voor 2005, en in alle onderwijsniveaus voor 2015. De vooruitgang werd gemeten door te kijken naar de verhouding meisjes ten opzichte van jongens in een klas, het aandeel vrouwen met een betaalde functie buiten de landbouw en het percentage vrouwen in het nationaal parlement.
“Een concreet en meetbaar doel”, vindt Naomi Ellemers, hoogleraar Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden. Ellemers houdt zich vooral bezig met effecten van statusverschillen tussen groepen en diversiteit in organisaties. “Omdat het doel daarnaast niet controversieel is in cultureel of religieus opzicht, heb je meer kans je doel te halen. Maar het belangrijkste is dat educatie aan de basis staat, het is de sleutel tot veranderingen. Wil je gelijkheid bereiken, dan moet eerst het onderwijs goed geregeld zijn.”
Maar ondanks dat het doel dus goed geformuleerd is, is het doel niet gehaald. Het aantal vrouwen met een betaalde baan is gestegen en er zijn ook meer vrouwen in de nationale parlementen te vinden, maar er is geen enorme vooruitgang geboekt. Ook in het onderwijs valt er nog veel te verbeteren; alleen op het gebied van basisonderwijs is flinke winst behaald.
Achtergestelde mannen
In vijf van de negen ontwikkelingsregio’s gaan inmiddels evenveel meisjes als jongens naar de basisschool. Zuid-Azië heeft de grootste vooruitgang geboekt. Was de verhouding meisjes ten opzichte van jongens op basisscholen eerst nog 0.74:1, inmiddels is dat 1.03:1. Sub-Saharisch Afrika doet het ’t slechtst op het gebied van lager onderwijs, maar afzonderlijke landen in de regio, zoals Senegal, Burkina Faso en Sierra Leone, laten wel meer meisjes naar school gaan dan voorheen. “In een wereld waar nog steeds meisjes van school worden ontvoerd of geen toegang hebben tot scholen, is iedere vooruitgang meegenomen”, zegt Ellemers.
Op veel middelbare scholen is gelijkheid nog niet aan de orde. De laatst beschikbare data voor ontwikkelingslanden komen uit 2012 en toen gingen er slechts in 36% van de landen evenveel meisjes als jongens naar school. In Kaukasus, Noord-Afrika, Centraal-, Oost-, Zuid- en Zuid-Oost-Azië is er sprake van gelijkheid op middelbare scholen. In Oceanië, Sub-Saharisch Afrika en West-Azië blijven meisjes in het nadeel, terwijl dat in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied andersom is. Daar gaan juist minder jongens naar school.
In het hoger onderwijs zijn helaas weinig vrouwen te vinden. Alleen West-Azië behaalt het doel. In totaal bereikt slechts 4% van de landen in ontwikkelingsregio’s een gelijke man-vrouwverhouding. De grootste problemen met het achterstellen van vrouwen zijn er in Sub-Saharisch Afrika en Zuid-Azië. Het Caribisch gebied, Noord-Afrika en Oost-Azië vormen uitschieters de andere kant op. Hier worden mannen achtergesteld in het hoger onderwijs.
Volgens Ellemers is het goed dat de grootste vooruitgang op het gebied van basisonderwijs is geboekt. “Lezen en schrijven is het belangrijkst. Als de basis goed is, kunnen kinderen daarna zelf met toegang tot internet ook een heel eind komen en zichzelf verder ontwikkelen. Ik zeg niet dat we nu klaar zijn, maar dat basisonderwijs is de randvoorwaarde.”
Onbetaald werk
Op werkgebied verandert er langzaamaan ook iets. Traditioneel werken veel vrouwen in ontwikkelingslanden in de landbouw en veel minder in andere sectoren. Dat maakt de positie van vrouwen kwetsbaar. Veel van het werk in de landbouw is namelijk onbetaald. Deed in 1990 nog 35% van de vrouwen wereldwijd betaald werk buiten de landbouw, in 2015 is dat 41%. Kijk je alleen naar ontwikkelingsgebieden, dan is dat 48%. Alle regio’s, behalve Noord-Afrika, gaan erop vooruit, maar Sub-Saharisch Afrika maakt de grootste sprong, van 24 naar 34 procent.
In Noord-Afrika heeft slechts 19% van de vrouwen een betaalde baan. In 78 landen ligt het percentage werklozen onder hoogopgeleide vrouwen hoger dan onder mannen met dezelfde opleiding. Helaas krijgen vrouwen en mannen daar niet hetzelfde voor betaald. Wereldwijd krijgen vrouwen gemiddeld 24% minder betaald dan mannen. De grootste verschillen vind je in Zuid-Azië; daar krijg je als vrouw 33% minder.
Rwanda aan kop
In 90% van de onderzochte 174 landen kregen vrouwen meer voet aan de politieke grond. Wereldwijd verdubbelde het aandeel vrouwen in het parlement van 11 naar 22 procent. Dat is mooi, maar vrouwen hebben dus nog steeds maar een kwart van de plaatsen in het parlement. En sinds 2014 neemt de stijging significant af dus het doel is nog ver weg. Volgens UN Women (een onderdeel van de Verenigde Naties die zich inzet voor de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw) duurt het nog zeker 40 jaar voordat er gelijkheid in het parlement bereikt is.
In januari van dit jaar waren er vier landen waar het parlement voor meer dan de helft uit vrouwen bestond. In Rwanda is het percentage vrouwen in het parlement het hoogst: meer dan 60 procent. Helaas was daar wel een gruwelijke burgeroorlog voor nodig. In sommige gebieden was na de genocide in 1994 80% van de bevolking vrouw. Er waren simpelweg weinig mannen over dus vrouwen bouwen sindsdien het land weer op. Overigens is de president een man.
In de top-10 van landen met veel vrouwen in het parlement staan nu drie Europese landen (Zweden, Finland en IJsland), drie landen in Midden- en Zuid-Amerika (Bolivia, Cuba en Ecuador) en vier landen in Sub-Saharisch Afrika (Rwanda, Seychellen, Senegal en Zuid-Afrika). IJsland staat daarbij op 10 met 41,3 procent.
Nieuwe werelddoelen
Opvallend is dat veel belangrijke zaken met betrekking tot gelijkwaardige behandeling van mannen en vrouwen niet genoemd werden in millenniumdoel 3. Zo stond er niks over het terugdringen van geweld tegen vrouwen, of over het omlaag brengen van onbetaald werk, niets over seksuele vrijheid voor vrouwen en ontbrak er ook een doel om tradities als uithuwelijken en besnijdenis te verbieden.
Met de nieuwe duurzame ontwikkelingsdoelen, ook wel werelddoelen genoemd, moet daar verandering in komen. Zo is er doel 5 ‘Gelijke rechten voor mannen en vrouwen en empowerment (verzelfstandiging) van vrouwen en meisjes’. Opvallend is dat het doel nu echt het bereiken van gelijke rechten is, eerder was het doel die gelijke rechten te promoten. Doelstellingen die eronder vallen zijn bijvoorbeeld het verbieden van besnijdenis en geweld tegen vrouwen. Of het behalen van gelijke mogelijkheden in de politiek en toegang tot reproductieve gezondheid.
“Dit nieuwe werelddoel is lastiger te meten dan het oorspronkelijke millenniumdoel”, zegt Ellemers. “Empowerment is niet uit te drukken in cijfers, hoe ga je dat meten? En kan dat in alle landen op dezelfde manier? Bovendien ben je voor de doelstellingen die eronder vallen afhankelijk van meldingen die mensen doen. Dat maakt het kwetsbaar. Ideologisch is het een mooi doel, maar het is onduidelijker wat er voor moet gebeuren om het te behalen en wanneer je het goed gedaan hebt. Er is te veel ruimte voor eigen invulling.”
Ook in andere werelddoelen komt het thema gelijke rechten terug. Zo staat doel 3 voor ‘Gezondheidszorg voor iedereen’, pleit doel 6 voor ‘schoon water en sanitair voor iedereen’ en streeft doel 8 ‘inclusieve, economische groei, werkgelegenheid en fatsoenlijk werk voor iedereen’ na. De nieuwe doelen moeten in 2030 behaald zijn. Daarmee wordt het thema in iedere geval breed uitgedragen. Nu moeten we het alleen nog in de praktijk brengen.