Naar de content

Waarom wij de enige mensachtigen zijn

Natural History Museum Londen

“Waarschijnlijk hebben neanderthalers het meerdere keren succesvol met onze voorouders gedaan, maar alleen de moderne mens heeft de geschiedenis overleefd.” Woensdagavond vertelde antropoloog en bestsellerschrijver Chris Stringer over zijn onderzoek tijdens de tweede Hoboken-lezing in het Natuur Historisch Museum in Rotterdam.

Chris Stringer met de schedel van Homo rhodesiensis (Rhodesian man), een van onze voorouders uit Afrika. De schedel werd in 1921 in het huidige Zambia gevonden.

Natural History Museum Londen

Chris Stringer is als hoogleraar verbonden aan het Natural History Museum in Londen en doet al dertig jaar onderzoek naar de oorsprong van de moderne mens. “Vroeger was dat voornamelijk aan de hand van fossielen, maar tegenwoordig beschikken we over veel meer mogelijkheden. Met name de genetische inzichten hebben ons vakgebied in een stroomversnelling gebracht.”

Stringer start zijn verhaal 2,5 miljoen jaar geleden bij Homo erectus. “Deze mensensoort vertrok ongeveer 1,8 miljoen jaar geleden uit Afrika en verspreidde zich naar het Verre Oosten, naar China en Java. Ook kwam hij in Dmanisi, in Georgië terecht. Daar, onder de resten van een Middeleeuws dorp, vonden wetenschappers fossielen van een primitieve voorganger van Homo erectus, de eerste vertegenwoordiger van mensen die buiten Afrika leefden.” 1,8 miljoen jaar geleden waren er dus al mensen buiten Afrika te vinden en al dicht in de buurt van Europa. “Het klimaat wisselde die periode nog niet zo sterk tussen warme en koude extremen. Tegen de tijd dat mensen Europa bereikten, moesten ze met veel grotere extremen om zien te gaan.”

Het duurde daarna nog een paar honderd duizend jaar voordat de eerste mens stappen op Europees grondgebied zette. “Het oudste fossiel dat in Europa is gevonden, is een kaak uit het Noord-Spaanse Atapuerca en deze is 1,2 miljoen jaar oud. In hetzelfde gebied hebben we meerdere fossielen van een andere mensensoort – Homo antecessor – gevonden. Deze botten zijn naar schatting 800.000 jaar oud.”

Olifanten in Engeland

Om in Noord-Europa te kunnen overleven waren vervolgens nog wel enkele aanpassingen nodig. “In Noord-Europa was het klimaat veel kouder en moeilijker om in te overleven dan zuidelijker. Er was vuur nodig, schuilplaatsen, betere jachttechnieken, enzovoort.” Om te bepalen wanneer de mens in Noord-Europa arriveerde, is onderzoek in Engeland erg nuttig.

Het Natuurhistorisch Museum is deelnemer van het Weekend van de Wetenschap. Het Weekend van de Wetenschap is het podium van de toekomst. Diverse organisaties – bedrijven, instituten, onderzoeksinstellingen, universiteiten, musea en sterrenwachten – openen op 7 en 8 oktober 2017 hun deuren om bezoekers van jong tot oud de kans te geven de wereld van wetenschap en technologie live te beleven. Zij organiseren unieke en exclusieve activiteiten, zoals proefjes, experimenten, demonstraties, open dagen, tentoonstellingen en meer.

Iedereen is welkom om backstage te gaan bij de deelnemende organisaties. Kijk hier voor alle activiteiten tijdens het Weekend van de Wetenschap.

Weekend van de Wetenschap logo

“Engeland ligt in de Atlantische Oceaan en krijgt daardoor de uitersten van klimaatwisselingen mee. Als de Atlantische Oceaan ijskoud is, is Engeland dat ook. Zo liepen er 120.000 jaar geleden olifanten en hyena’s door Engeland en 20.000 jaar geleden leek het meer de toendra van Noord-Scandinavië met rendieren en vossen.” Wanneer was het klimaat gunstig om in Engeland te arriveren? “In Pakefield hebben we menselijke resten van 700.000 jaar geleden gevonden. Op dat moment zat Engeland nog met een landbrug aan Europa vast en kon de oversteek gemaakt worden. Het klimaat was Mediterraan en dus zeer gunstig.”

Duiken naar botten

In de Engelse kustplaats Happisburgh wordt al jaren, ook door Nederlandse wetenschappers, onderzoek gedaan. “Gereedschap dat daar is gevonden duidt erop dat er 900.000 jaar geleden al mensen waren; maar welke soort dat was blijft gissen, want er zijn tot nu toe geen fossielen gevonden. Als het klopt dat er toen al mensen waren moeten we onze eerdere gedachten, met betrekking tot klimaataanpassing, bijstellen.” 900.000 jaar geleden was het klimaat in Engeland namelijk vergelijkbaar met dat in Zuid-Zweden nu. Duikers zoeken momenteel verder naar aanwijzingen voor de kust.

Dit is een van de belangrijkste vondsten uit Atapuerca, Spanje. De bijbehorende kaak werd een aantal jaren geleden bijna intact gevonden.

Wikimedia Commons

Laatste gemeenschappelijke voorouder

600.000 jaar geleden bereikte een andere mensensoort, Homo heidelbergensis, Europa. “In mijn ogen is dat een heel interessante soort in de evolutie van de mens, ik denk namelijk dat het de laatste gemeenschappelijke voorouder van Homo neanderthalensis en Homo sapiens was.” De soort was wijdverspreid. Stringer laat het publiek foto’s van schedels uit Afrika, Frankrijk en Griekenland zien. “Evolutionair gezien nam de soort twee routes, hij evolueerde ten noorden van het mediterraan gebied in de neanderthalers en ten zuiden daarvan in ons, de Homo sapiens.

Discussie met de Spanjaarden

“En dan hebben we nog niet naar de mensen in Engeland gekeken”. 450.000 jaar geleden brak namelijk een ijstijd uit. “Of er toen mensen in Engeland leefden weten we niet. We hebben in ieder geval geen aanwijzingen daarvoor gevonden, maar het kan zijn dat het zulke kleine aantallen waren dat we er niets van terug kunnen vinden.”

50.000 jaar later, in het Engelse Swanscombe, kwam er weer leven te voorschijn. “Daar zijn fossielen van dieren gevonden, evenals een menselijk fossiel. Dat is een interessant exemplaar omdat het verschilt van de Homo heidelbergensis. Sommige karakteristieken lijken op die van de neanderthaler. Deze mens zou aan de oorsprong van de neanderthaler kunnen staan.”

Elders in Europa is ook bewijs voor de splitsing van Homo heidelbergensis in Homo neanderthalensis en Homo sapiens gevonden. “Diep in het grottenstelsel van Atapuerca, vonden Spaanse archeologen 6000 menselijke fossielen, afkomstig van ongeveer 28 individuen. Sommigen daarvan lijken sterk op neanderthalers.” Over die fossielen was overigens nog flink wat discussie. De Spaanse collega’s claimden dat de fossielen 600.000 jaar oud zijn. Stringer vertrouwde dat niet, er zaten immers tanden bij die vergelijkbaar waren met fossielen van 400.000 jaar oud. Dat is dan volgens hem ook de juiste leeftijd. “Inmiddels zijn de Spanjaarden zelf ook teruggekomen op hun inschatting. Binnenkort zal er een rectificatie gepubliceerd worden.”

Karakteristiek kenmerk van de neanderthaler was zijn grote neus.

Wikimedia Commons

Dan neemt Stringer een sprong in de geschiedenis. Vanwege enkele grote overstromingen was Engeland een tijdje verlaten, ondanks het warme klimaat. “Maar 60.000 jaar geleden waren er in ieder geval neanderthalers in Engeland. Op dat moment was er ook nog genoeg land dat ons met de rest van Europa verbond. Neanderthalers waren destijds wijdverspreid, tot aan Siberië. Ze liepen rechtop, hadden een vergelijkbare (net iets groter) hersenvolume dan wij, maar er waren ook duidelijke verschillen. De grote neus is zo’n karakteristiek verschil.”

Out of Africa

Terug naar Afrika. Daar zijn 200.000 jaar oude fossielen gevonden die duidelijk van moderne mensen, Homo sapiens zijn. Stringer is dan ook een van de mensen achter de out-of-Africa theorie die stelt dat de moderne mens in Afrika ontstond en via het Midden-Oosten naar Europa en Azië verspreidde. “60.000 jaar geleden trok Homo sapiens vanuit zuidelijke gebieden naar het Neanderthalergebied. Genetisch onderzoek wijst uit dat Neanderthalers en moderne mensen het op meerdere momenten op verschillende plekken succesvol met elkaar gedaan hebben. Dat wakkert de discussie weer aan of het echt een andere soort was.” Formeel kunnen verschillende soorten onderling namelijk geen vruchtbare nakomelingen produceren.

De hypothese van Stringer over de stamboom van de mens.

Nature

Gaten in de evolutie

Maar Europeanen dragen allemaal een beetje neanderthaler-DNA in ons genoom, en mensen in China zelfs nog meer. “Het Midden-Oosten lijkt een logische plek waar de soorten elkaar ontmoet hebben, helaas is er alleen DNA-bewijs en missen we archeologische vondsten.” Hoe de neanderthalers uiteindelijk uitstierven en of de moderne mens daar schuldig aan is, durft Stringer niet met zekerheid te zeggen. “Uit DNA-studies weten we dat neanderthalers al op hun retour waren toen ze de moderne mens ontmoetten. De genetische variatie in het neanderthalergenoom was toen al klein, wat duidt op kleine populaties.” Wat de finale klap voor neanderthalers is geweest, blijft dus nog even onbekend. “Er valt nog heel wat over de menselijke evolutie te ontdekken.”

Bronnen:
  • Lezing Chris Stringer, 27 februari 2013, Natuur Historisch Museum Rotterdam
  • Jeffrey D. Wall, Melinda A. Yang, Flora Jay e.a., Higher Levels of Neanderthal Ancestry in East Asians Than in Europeans, Genetics, 14 februari 2013, doi:10.1534/genetics.112.148213

_Wil Roebroeks over de Neanderthaler: een aflevering van Magie van de Wetenschap