Naar de content

Vijf vragen over CO₂-uitstoot

Dossier CO₂: cijfers op een rij

Betonnen schoorsteen met bovenaan rode en witte strepen gefotografeerd vanaf beneden tegen een blauwe lucht. uit de schoorsteen komt een witte rookwolk.
Betonnen schoorsteen met bovenaan rode en witte strepen gefotografeerd vanaf beneden tegen een blauwe lucht. uit de schoorsteen komt een witte rookwolk.
iStock

Waar komen al die getallen over CO2-uitstoot eigenlijk vandaan en hoe moeten we ze interpreteren? Aan de hand van vijf vragen maken we je CO2-cijferwijs.

Wie zich verdiept in de klimaatproblematiek, vindt in allerlei tabellen en grafieken cijfers die soms behoorlijk van elkaar verschillen. Hoe kan dat? In vijf vragen leggen we kort uit waar de belangrijkste verschillen vandaan komen.

Bedenk daarbij dat de term 'CO2-emissies' meestal betrekking heeft op de uitstoot van koolstofdioxide plus andere broeikasgassen: methaan, lachgas, fluorgassen en waterdamp. Elk van deze gassen heeft een ander effect op de opwarming van de aarde. Om de rekensom te vergemakkelijken spreken wetenschappers ook wel van CO2-equivalent: een maat die aangeeft hoeveel de uitstoot van een broeikasgas bijdraagt aan de opwarming, uitgedrukt in de hoeveelheid CO2 die voor hetzelfde effect nodig zou zijn. Wij noemen voor het gemak alles 'CO2-uitstoot'.

Wat is de CO₂-uitstoot van de gemiddelde Nederlander?

Dat hangt af van welke instantie het berekent. De gemiddelde Nederlander stoot volgens Milieu Centraal jaarlijks ongeveer 9 ton CO2 uit. Op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) staat een veel hoger getal: 16 ton CO2-uitstoot per persoon in 2021. Dat komt doordat Milieu Centraal minder meerekent dan het CBS. Milieu Centraal concentreert zich op de directe uitstoot door onze leefwijze, zoals uitstoot door de verbranding van benzine in onze auto’s. Het CBS kijkt ook naar de indirecte uitstoot, bijvoorbeeld de uitstoot die vrijkomt bij de productie van onze auto’s of de aanleg van wegen. Het getal van het CBS is dus vollediger.

Wat veroorzaakt de meeste CO₂-uitstoot?

Onze industrie is de grootste uitstoter van broeikasgassen. In 2022 stootte de industrie 49,8 megaton broeikasgas uit, bijna een derde van de totale Nederlandse uitstoot. De sector elektriciteit was goed voor 19 procent, net als de sector binnenlands verkeer en vervoer. Landbouw volgt met 15 procent, de gebouwde omgeving met 14 procent – vooral door de verwarming van huizen door aardgas – en 3 procent komt voor rekening van verandering van landgebruik. In alle sectoren ligt de uitstoot lager dan dertig jaar geleden. Vooral de industrie stoot fors minder uit: 43 procent minder dan in 1990. Dat komt voornamelijk door beleid om de uitstoot te beperken.

Hoe berekenen ze de uitstoot van alles wat we doen en kopen?

Welke emissie veroorzaakt het rijden in een benzineauto? En de bouw van een woning, of de productie van een jurk? Het antwoord op die vragen is bijna altijd een schatting.

Neem bijvoorbeeld die auto. Bij de verbranding van een liter benzine komt ongeveer 2,4 kilo CO2 vrij. Door bij te houden hoeveel we met zijn allen tanken, weten we hoeveel onze auto’s uitstoten. Maar dat is niet het hele verhaal. Zo tanken mensen in grensgebieden vaak in het buitenland. Bovendien is de benzine gemaakt van olie, die eerst moet worden gevonden, gewonnen, geraffineerd en vervoerd. Daar is zware industrie voor nodig, die ook weer uitstoot veroorzaakt. De productie van de auto’s zelf veroorzaakt CO2-emissie, maar dat gebeurt niet allemaal op dezelfde locatie. De toeleveranciers van een autofabrikant bevinden zich in talrijke landen: de stoelen kunnen uit China komen, de verf uit Duitsland, de autoradio’s uit weer een andere streek. Al die toeleveranciers hebben zelf ook weer toeleveranciers, wat de rekensom over de uitstoot van een auto enorm complex maakt.

Kennisinstellingen die zich bezighouden met voetafdrukberekeningen, maken daarom gebruik van modellen om schattingen te maken. Experts uit allerlei landen werken samen om deze modellen voortdurend te verbeteren, maar een algemeen aanvaarde, gestandaardiseerde methode ontbreekt nog.

Is de wereldwijde CO₂-uitstoot ook zo lastig te berekenen?

De wereldwijde uitstoot en de uitstoot van landen die wordt gebruikt voor nationaal en internationaal klimaatbeleid, zijn iets eenvoudiger te berekenen. Hiervoor bestaan gestandaardiseerde methoden, vastgelegd door het internationale klimaatpanel IPCC. Het IPCC maakt ruwweg een optelsom van alle fossiele brandstof die wereldwijd is verstookt, plus de broeikasgassen die zijn vrijgekomen bij andere processen, zoals de landbouw. Zo komt methaan vrij uit de mestopslag van veehouderijen en zetten bodembacteriën stikstofmest om in lachgas. Hoeveel precies hangt weer af van het type mestopslag en de bodemsamenstelling. Deze rekensom wordt voortdurend bijgeschaafd. Pas sinds 2023 moeten landen bijvoorbeeld gegevens aanleveren over landgebruik en bosbouw. De verbranding van biobrandstoffen, gemaakt van bijvoorbeeld palmolie, koolzaad, of suikerriet, geldt daarentegen nog niet als bron van CO2-uitstoot. Hierover bestaat veel onenigheid.

Waar vind je betrouwbare gegevens over onze CO₂-uitstoot?

Nederlandse cijfers zijn te vinden bij het CBS, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Deltares, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Wageningen University and Research (WUR). Hun cijfers vormen ook de basis voor de website van Emissieregistratie . De Nederlandse Emissieautoriteit biedt uitstootgegevens en wetgeving die betrekking heeft op de Nederlandse industrie en de lucht- en scheepvaart. Voor Europese gegevens is Eurostat een goede bron. De OESO en het IPCC houden internationale data bij.