Ruimtevaart is commercieel in trek. Steeds meer bedrijven vinden de weg omhoog en storten zich op de ruimte. Of het nu om de ontwikkeling voor herbruikbare raketten, om plezierritjes naar de ruimte of om een kolonie op Mars gaat, de commercie richt haar pijlen erop. Maar hoe ver zijn deze bedrijven werkelijk? En valt er uiteindelijk wel geld te verdienen?
“Dit keer zijn tenminste de brokstukken groter!”, tweette Elon Musk, baas van SpaceX vorige maand. Het ruimtevaartbedrijf had zojuist een NASA-satelliet de ruimte in gestuurd. Daarna probeerde SpaceX de gebruikte raket veilig te landen op een drijvend platform op zee. Helaas voor de Amerikanen mislukte dit gedeelte van de verder geslaagde lancering. Terwijl de satelliet begon aan zijn eerste rondje om de aarde, viel de gelande raket om en veranderde het platform in een vuurzee.
Marskolonie
Musk houdt de moed erin wat betreft het landen en uiteindelijk hergebruiken van raketten, ook al zijn er tijdens de landingspogingen al verschillende vaartuigen gesneuveld. Overigens lukte het SpaceX op 22 december wél een raket heelhuids te landen. Daarnaast heeft het bedrijf nu tientallen satellieten gelanceerd en verschillende vrachten afgeleverd bij het internationale ruimtestation ISS.
Dat laatste lukte ook concurrent Orbital Sciences. En toen was daar afgelopen november opeens ook nog Blue Origin, dat SpaceX de loef leek af te steken en een raket naar de ruimte lanceerde én hem heelhuids liet landen in de woestijn van Texas.
Tel daarbij bedrijven op zoals Virgin Galactic en XCOR, die zich op het ruimtetoerisme richten. Of neem Mars One, die een kolonie op onze buurplaneet wil stichten. Bovendien is er nog Deep Space Industries en Planetary Resources die hun geld willen verdienen met heuse mijnbouw in de ruimte. Je zou al snel denken dat we in gouden tijden leven voor de commerciële ruimtevaart. En dat bedrijven binnenkort misschien wel het stokje overnemen van de klassieke ruimtevaartorganisaties. Maar is dat zo? Wie daarachter wil komen moet in ieder geval het kaf van het koren kunnen scheiden.
Niet te vergelijken
Het blijkt vaak lastig om prestaties van ruimtevaartbedrijven in een goede context te plaatsen. Neem de eerder genoemde lancering en terugkeer van Blue Origins New Shepard-raket. Media doken hier bovenop: Blue Origin had ‘concurrent’ SpaceX verslagen in hun race naar de ruimte met een herbruikbare raket!
Maar deze vergelijking gaat mank, want zowel de technische uitvoering van de ruimtetripjes als het doel van de twee bedrijven verschillen als dag en nacht. Zeker, het door Amazon-oprichter Jeff Bezos in het leven geroepen Blue Origin, leverde een knappe prestatie zoals te zien in dit gelikte filmpje. Maar waar New Shepard het randje van de ruimte net aanraakte (maximale hoogte was 100,5 kilometer) lanceert SpaceX satellieten naar grotere hoogte, met veel meer snelheid zodat ze ook in een baan om de aarde blijven.
SpaceX mengt zich nadrukkelijk in de markt van het lanceren van satellieten, en later wellicht ook astronauten, met NASA als grootste opdrachtgever. Het bedrijf lijkt al een eind op weg te zijn naar het daadwerkelijk goedkoper maken van ruimtevaart. Blue Origin hoopt zich juist te kunnen vestigen in de ‘toeristenbranche’ en wil korte bemande ruimteritjes mogelijk gaan maken voor particulieren. Dat laatste is een heel andere tak van sport.
Plezierritjes naar de ruimte
Blue Origin zit in een ‘markt’ die al ongeveer vijftien jaar bestaat: het ruimtetoerisme. Ritjes naar de ruimte voor iedereen die dat wil, zonder wetenschappelijk nut of nieuwe technische uitdaging. Officieel was Dennis Tito de eerste ruimtetoerist. Hij vloog in 2001 mee met een Russische Sojoez-capsule om ruim een week in het ruimtestation te verblijven. Daar hing een prijskaartje aan van maar liefst twintig miljoen dollar.
In de jaren daarna zagen verschillende ruimtevaartbedrijven het licht die wel brood zagen in plezierritjes naar de ruimte. Plannen voor de bouw van raketvliegtuigen kwamen langzaam van de grond. Ze moeten kortstondig een grote hoogte en snelheid bereiken en de passagiers zo een blik op de blauwe aardbol geven en ze gewichtsloosheid laten ervaren.
Inmiddels zeggen de al eerder genoemde Virgin Galactic en XCOR dat er sinds die tijd al honderden ruimtetickets (vanaf pakweg honderdduizend euro) zijn verkocht. De van oorsprong ruimtevaartingenieur en nu persvoorlichter van de TU Delft Michel van Baal werkte in 2002 voor ruimtevaartorganisatie ESA. Hij kan zich herinneren dat er toen al een ruimtereis werd verloot door de Staatsloterij in het programma Big Mission op RTL4. Overigens werd dit tv-programma later geschrapt. In de jaren daarna werden er in grote mediacampagnes nog verschillende ruimteritjes weggegeven.
Toeristenindustrie
Helaas is er voor de prijswinnaars en mensen met een peperduur ruimteticket nog steeds geen plekje in een ruimtevaartuig. Het ruimtevaartuig van XCOR is, ondanks het oorspronkelijke plan, nog steeds niet operationeel. En het progamma van Virgin Galactic liep eind 2014 ernstige vertraging op toen hun SpaceShipTwo tijdens een testvlucht crashte. Daarbij kwam een van de twee piloten om het leven.
Van Baal vraagt zich af of de toeristenindustrie makkelijk grip zal krijgen op de ruimte. Aan ruimtevaart zitten volgens hem onvermijdelijk risico’s verbonden. “Kijk bijvoorbeeld naar de staat van dienst van de Spaceshuttle”, zegt hij. “Vluchten met dit ruimteveer gingen gemiddeld eens in de zeventig keer fout waarbij de volledige bemanning om het leven kwam. Zou jij instappen?”
Ruimtemijnbouw
Plannen in de ruimtevaart zijn er genoeg, en die gaan vaak verder dan een kort ritje naar ruimte. Neem bijvoorbeeld de langetermijnplannen van SpaceX-baas Musk. Verschillende malen heeft hij gezegd dat hij graag een kolonie wil stichten op Mars, als een soort backup van de mensheid. Daar zijn enorme investeringen voor nodig. Geen honderden miljoenen, waar het bedrijf nu over beschikt, maar miljarden, tientallen miljarden of zelfs meer… Van Baal vraagt zich hardop af waar dat vandaan moet komen. “Het commercieel verdienen van dat bedrag lijkt mij een enorme klus”, zegt hij. “Als Musk zegt ‘we moeten naar Mars’, dan bedoelt hij waarschijnlijk dat NASA (en daarmee de belastingbetaler) moet meebetalen.”
Dan is er het eerder genoemde Nederlandse initiatief Mars One dat in de jaren twintig een Marskolonie wil stichten op de rode planeet. Toch lijkt dit vooral een gewiekste marketingmachine. Veel experts, waaronder wetenschappers van het Amerikaanse MIT, zetten in ieder geval vraagtekens bij het kostenplaatje dat Mars One schetst, en de technische haalbaarheid van zo’n missie.
Weer een andere tak van sport is mijnbouw in de ruimte. Verschillende bedrijven, zoals Deep Space Industries en Planetairy Resources zeggen hun pijlen te richten op planetoïden waarin zich kostbare metalen bevinden. Zoals het op aarde schaarse goud, zilver of platina. De ongetwijfeld enorme investeringen moeten worden terugverdiend met het naar de aarde halen van deze schatten. De vraag is natuurlijk of het niet veel goedkoper blijft om zaken op aarde te recyclen.
Feit van fictie
Afgezien van alle wilde plannen bieden bedrijven in ieder geval een kans om ruimtevaart efficiënter te maken. Met name SpaceX en Orbital Sciences lijken in dat opzicht een eind onderweg te zijn. Maar doordat initiatieven uit de commerciële ruimtevaart vaak makkelijk op één hoop worden geveegd is het ook lastiger geworden om feit van fictie te scheiden. Wat is een plan met een financiële onderbouwing en wat is slechts een wild idee van een groep enthousiastelingen?
Ruimtevaarttoerisme beslaat wellicht een kleine markt maar bedrijven hebben al de eerste belangrijke stappen gezet om dit te realiseren. Een basis op Mars is gegarandeerd een plan waar je aandacht mee trekt, maar dat lijkt ook meteen het enige dat Mars One de afgelopen jaren heeft gedaan. Hun plan is mijlenver van realisatie. Om nog maar te zwijgen van ruimtemijnbouw. Dat klinkt spectaculair, net als de beloofde opbrengsten eruit. Maar in vergelijking hierbij is het stichten van een Marsbasis waarschijnlijk een peulenschilletje.
Het op waarde schatten van de verschillende plannen is soms lastig. Dat is regelmatig ook nog zo in de klassieke ruimtevaart. Er zijn genoeg ideeën die ieder jaar weer worden gepresenteerd maar eigenlijk geen stap dichterbij een daadwerkelijke lancering zijn. “Een goed voorbeeld is wat dat betreft die bemande reis naar Mars,” zegt Van Baal. “Het wordt sinds de jaren zeventig al geopperd door de NASA, maar de lanceertermijn is nog steeds ‘over dertig jaar’. Dan moet je je afvragen of de politieke wil er wel is.”