Naar de content

‘Uitdrukkingen zijn alive-and-kicking’

Een schilderij van een dorp waarin mensen druk aan het werk zijn.
Een schilderij van een dorp waarin mensen druk aan het werk zijn.
Afbeelding van WikiImages via Pixabay

Hoewel spreekwoorden een beetje op hun retour zijn, gebruiken we dagelijks volop uitdrukkingen. En we leren ze niet alleen als we jong zijn, maar ook nog op latere leeftijd. Dat zijn de eerste bevindingen uit het publieksonderzoek naar uitdrukkingen van het Weekend van de Wetenschap 2019.

26 september 2021

Twee jaar geleden lanceerden de Groningse taalwetenschappers Jacolien van Rij en Simone Sprenger hun publieksonderzoek naar uitdrukkingen tijdens het Weekend van de Wetenschap. We bespraken toen wat er al bekend was over uitdrukkingen en vooral welke onbeantwoorde vragen er nog lagen, zoals op welke manier we uitdrukkingen leren – heel anders dan woorden – en hoe groot de onderlinge verschillen zijn tussen Nederlanders als het gaat om kennis van spreekwoorden en gezegdes.

Jacolien van Rij en Simone Sprenger doen onderzoek naar uitdrukkingen.

Weekend van de Wetenschap

Inmiddels kunnen Van Rij en Sprenger daar veel meer over vertellen, hoewel het onderzoek nog niet helemaal is afgesloten. Het publieksonderzoek leverde veel nieuwe data op: in totaal vulden 12.941 mensen, vooral Nederlanders en Vlamingen, de online enquête in. De onderzoekers bekeken de data van mensen met (Belgisch-)Nederlands, Fries of een Nederlands dialect als moedertaal. In een vervolgonderzoek hopen ze ook nog Nederlandse emigranten te bereiken.

Spreekwoorden en gezegdes

De onderzoekers gebruiken ‘uitdrukkingen’ als overkoepelende term voor spreekwoorden en gezegdes of alleen voor gezegdes. Gezegdes zijn vaste verbindingen van woorden die voorkomen in een lopende zin, zoals ‘in de gaten houden’ voorkomt in de zin ‘Hou jij de kinderen in de gaten?’. Spreekwoorden zijn wel een zin op zichzelf en kun je een beetje zien als tegeltjeswijsheden: ‘Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.’ Met name die spreekwoorden lijken een beetje op hun retour.

Zelfs ouderen hebben hier vaker moeite mee, zo bleek uit het onderzoek. “Misschien komt het doordat we zo’n tegeltjeswijsheid eerder als ouderwets ervaren”, suggereert Van Rij. “Het heeft ook wel iets belerends, zo’n spreekwoord”, zegt Sprenger. “Een gezegde kun je makkelijker inbouwen in een willekeurige zin. ‘Wil je even de kids in de gaten houden?’ Dat valt ook minder op.” Het verklaart waarom we aan de lopende band uitdrukkingen gebruiken zonder het door te hebben.

Andere leercurve

Want dat we veel uitdrukkingen kennen, blijkt wel uit dit onderzoek. Dat de jongste deelnemers in het onderzoek er minder kenden, betekent volgens de onderzoekers vooral dat de leercurve anders verloopt dan bij woorden. Uitdrukkingen leren we over het algemeen later dan gewone woorden. Dat komt doordat een uitdrukking een stuk complexer is: het is een combinatie van woorden, die samen iets uitdrukken wat niet zo makkelijk in één woord is te vatten. Maar ook doordat uitdrukkingen minder frequent zijn dan woorden, waardoor we ze minder snel oppikken. “Onze woordenschat is al redelijk op niveau als we twintig zijn”, zegt Sprenger. “Als het gaat om uitdrukkingen moet je er nog tien jaar bij optellen. Dat zagen we ook al in een eerder onderzoek onder tweehonderd deelnemers – en zien we nu met dit onderzoek weer bevestigd.”

Vooral tussen je twintigste en je dertigste leer je veel uitdrukkingen bij, ontdekten de onderzoekers. Waarom dat zo is, weten ze niet precies, maar ze hebben wel een vermoeden. Van Rij: “Tussen hun twintigste en dertigste levensjaar gaan mensen vaak het huis uit, of ze beginnen met werken. Het is een leeftijd waarop je met veel verschillende mensen in aanraking komt. Dat bleek ook uit ons onderzoek. We vroegen de deelnemers met welke generaties ze in contact zijn. Daaruit kwam naar voren dat tieners in vergelijking met jongvolwassenen veel minder mensen van verschillende leeftijden spreken. Dat betekent dus dat ze ook minder verschillende uitdrukkingen horen. Tieners die aangeven wél veel contact te hebben met oudere mensen, kennen ook meer uitdrukkingen.”

Ook lezen bleek een rol te spelen in de leeftijdsgroep van twintig tot veertig jaar. Mensen die meer boeken en kranten lezen, kennen meer spreekwoorden en gezegdes.

Lichaamsdelen doen het goed

Welke uitdrukkingen lijken een lang leven beschoren? Ook die vraag hebben de onderzoekers proberen te beantwoorden, in eerste instantie door drie categorieën met elkaar te vergelijken: uitdrukkingen afkomstig uit de scheepvaart, Bijbelse uitdrukkingen en uitdrukkingen waarin lichaamsdelen voorkomen. Daar was een duidelijk patroon in te ontdekken: ‘scheepvaart’ scoorde over het algemeen slecht, maar wel beter onder ouderen, en ‘lichaamsdelen’ deden het ontzettend goed.

Uitdrukkingen met lichaamsdelen zijn populair, zoals ‘Met beide benen op de grond staan’.

Afbeelding van Free-Photos via Pixabay

Van Rij: “In scheepvaartuitdrukkingen komen woorden voor waarvan we de betekenis niet meer kennen, zoals een ‘modderschuit’ in ‘Dat is een vlag op een modderschuit’. Daardoor zijn ze wellicht moeilijker te onthouden. Een uitdrukking als ‘Met beide benen op de grond staan’ daarentegen is meteen duidelijk.”

De Bijbelse uitdrukkingen waren onder jongeren weinig bekend, maar des te meer onder ouderen. Mogelijk speelt de ontkerkelijking hierin een rol. “Aan de andere kant zijn die Bijbelse uitdrukkingen echt deel gaan uitmaken van onze cultuur”, zegt Van Rij. “De bijbel was immers het eerste gedrukte boek. We gebruiken ze vaak ook onbewust.” “Die Bijbelse uitdrukkingen vind je in veel talen terug”, voegt Sprenger toe. “Dat verklaart ook dat ze bekend zijn onder zowel Nederlanders als Vlamingen. Voor de andere uitdrukkingen zaten ze minder op één lijn. Nederlanders kennen helemaal geen Vlaamse uitdrukkingen en Vlamingen kennen de Nederlandse uitdrukkingen ook minder goed.”

Speelruimte om dingen te zeggen

Die Bijbelse uitdrukkingen laten nog iets anders zien, namelijk dat uitdrukkingen al heel lang bestaan. Bovendien komen ze in alle talen voor. Ze voegen dus echt iets toe aan taal, en de onderzoekers denken daarom niet dat ze ooit uit onze taal verdwijnen. Sprenger: “Uitdrukkingen geven meer speelruimte om dingen te zeggen. Het is minder letterlijk, meer omfloerst. Daarvoor zijn ze heel nuttig. Ook uit dit onderzoek blijkt weer dat mensen ze volop kennen en gebruiken. Ze zijn alive-and-kicking.”

“Hoe ouder je wordt, hoe beter je wordt in taal”, voegt Van Rij toe. “Ons onderzoek laat zien dat ouderen nog steeds nieuwe uitdrukkingen leren. En zij zijn het die de uitdrukkingen weer doorgeven aan de volgende generaties.” “Dat geldt overigens ook voor je woordenschat”, zegt Sprenger. “Dat bleek al eerder uit een publieksonderzoek uit Vlaanderen. Je blijft doorleren tot je laatste snik.”

Doe de test!

Hoeveel uitdrukkingen ken jij? Op de website Maak dat de kat wijs! kun je de test die hier besproken wordt alsnog doen. Leerkrachten van de basisschool kunnen op de website ook een lespakket aanvragen.

ReactiesReageer