Een tumor kent vele trucjes om het immuunsysteem om de tuin te leiden. Zsolt Sebestyen onderzoekt met collega’s binnen het Universitair Medisch Centrum Utrecht een compleet nieuwe manier om kanker aan te pakken: ze richten zich niet op de tumor zelf, maar versterken het immuunsysteem.
Welk tumortrucje proberen jullie ongedaan te maken en hoe doen jullie dat?
“Kankercellen zijn erg slim. Het afweersysteem herkent lichaamscellen aan eiwitten op hun celoppervlak. Kankercellen kunnen ervoor zorgen dat deze herkenningseiwitten niet meer op het celoppervlak terecht komen, waardoor de kankercellen als het ware onzichtbaar worden voor het immuunsysteem. Zo ontsnappen ze aan onze afweer. Wij bekijken hoe we T-cellen van het immuunsysteem kunnen inzetten bij kankerbehandeling. De meeste T-cellen zoeken naar eiwitten op het celoppervlak, maar er is ook een speciaal soort T-cellen – de zogenaamde γδ (gamma delta) T-cellen – die een zieke cel op een andere manier herkennen. Het trucje dat de kankercellen gebruiken werkt dus niet tegen dit type T-cellen. Bij kankerpatiënten ontbreken vooral de anti-tumor γδ T-cellen; er zijn er te weinig om de tumor aan te pakken, of de kankercellen hebben de T-cellen geïnactiveerd. Wij willen dat defect in het afweersysteem repareren.”
Hoe werkt dat, het afweersysteem repareren?
“Dat kan op verschillende manieren. Als de patiënt zelf nog actieve anti-tumor γδ T-cellen heeft, halen we deze uit het lichaam, vermeerderen we ze in het lab en geven we ze vervolgens terug aan de patiënt. Als de cellen inactief zijn, activeren we de cellen in het lab, vermeerderen we ze, en geven we ze terug.”
En wat als de patiënt helemaal geen anti-tumor γδ T-cellen heeft?
“Het belangrijkste wapen van een γδ T-cel is zijn receptor. Hiermee herkent hij de kankercel. We halen het DNA dat voor die receptor codeert uit de T-cellen van een gezond persoon en plaatsen dit in het lab in cellen van de patiënt. Die cellen spuit je dan weer terug in het lichaam. Zo geef je met gentherapie een eigenschap aan de cellen van de patiënt terug die ze waren verloren.”
Hoe ver is de ontwikkeling van deze behandeling?
“We hebben net goedkeuring gekregen om de behandeling bij een aantal leukemiepatiënten te testen. Dat zal in 2015 gebeuren. Op andere plekken ter wereld, waaronder in Nederland in het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis, worden al huidkankerpatiënten met andere T-cellen behandeld, de zogenaamde αβ (alfa-bèta) T-cellen. De αβ T-cellen hebben een aantal beperkingen. Zo hebben ze herkenningseiwitten nodig om kankercellen te herkennen. De receptoren op de T-cellen herkennen bovendien maar één bepaald type eiwit, dat persoonsgebonden is. Het is net als met bloed, dat kun je ook niet zomaar aan ieder ander geven. Als je dat wel doet, ruimen de T-cellen ook gezonde cellen op. Wij denken dat we die beperkingen kunnen voorkomen door γδ T-cellen te gebruiken.”
Mocht dit gaan werken, wat biedt het voor voordelen boven bestaande therapieën?
“T-cel immunotherapie kan een veel bredere groep patiënten behandelen dan de traditionele methodes. Kankerbehandeling gaat steeds meer richting een individuele behandeling. Dit type behandeling is daar een klassiek voorbeeld van. Je haalt iemands eigen cellen uit zijn lichaam, verandert ze genetisch of heractiveert ze, en geeft ze terug. Volgens mij is dat het ultieme beeld van een individuele therapie. Door een biopt te nemen van de tumor van de patiënt kun je bovendien van te voren testen of de T-cellen de tumorcellen gaan herkennen. Daarnaast is het een gerichte therapie. Chemotherapie doodt alle snelgroeiende cellen. Maar er zijn altijd cellen die eraan ontsnappen. En er zijn ook andere snel delende cellen zoals huidcellen en slijmvliescellen in je mond, die voor niets gedood worden. Dat voorkom je met deze behandeling. Een doelgerichtere behandeling bestaat er niet.”