Naar de content

Sommige ‘coronawoorden’ zullen we weer schrappen uit ons geheugen

Het woord coronavirus gespeld op een zwarte achtergrond.
Het woord coronavirus gespeld op een zwarte achtergrond.
Unsplash via Glen Carrie, vrije domein

Quarantinderen, prettester, coronakuchje; tijdens de coronacrisis kreeg onze taal er een stroom aan nieuwe woorden bij. Hoe slaan we nieuwe woorden op in ons geheugen? En onthouden we ze allemaal even makkelijk?

Iemand met een verdacht klinkende droge hoest heeft een ‘coronakuchje’. Wie zich zonder klachten laat testen op COVID-19 is een ‘prettester’. ‘Quarantinderen’ is daten via Tinder terwijl je in quarantaine zit, je moet toch wat. En de vrijdagmiddagborrel na het werk is vervangen door de ‘beeldborrel’.

Het zijn woorden die in de tekstverwerker van de computer stuk voor stuk een rood kringeltje krijgen: staat niet in het woordenboek. Tijdens de coronacrisis kreeg onze taal er honderden neologismen, oftewel nieuw gevormde woorden bij. De pandemie was een nieuwe situatie die nieuwe woorden vereist om te beschrijven wat er om ons heen gebeurde. Mensen zijn altijd bezig met nieuwe woorden en woordcombinaties vormen. Wat dat betreft deden onze hersenen in de pandemie niets uitzonderlijks, maar er waren in korte tijd wel veel nieuwe woorden. Waar laat je brein al die nieuwe woorden eigenlijk? En blijven ze daar voor altijd zitten?

Nieuwe woorden leren

Stel je sloeg vorig jaar de krant open en las voor het eerst het woord ‘anderhalvemetersamenleving’. Hoe verwerken je hersenen die informatie? Om een nieuw woord te leren is sowieso de hippocampus belangrijk, volgens neurowetenschapper Atsuko Takashima van de Radboud Universiteit. “Op het moment dat je voor het eerst het woord ‘anderhalvemetersamenleving’ hoort of leest wordt deze hersenstructuur actief. De hippocampus is betrokken bij het opslaan van nieuwe herinneringen, en dus ook van nieuwe woorden.”

Je hebt de hippocampus dan weer niet per se nodig om de geleerde informatie vast te houden. “Mensen met een beschadiging in de hippocampus hebben bijvoorbeeld moeite om nieuwe woorden te leren, maar woorden die ze vroeger leerden zijn ze niet vergeten”, legt Takashima uit. Dat komt doordat die woorden zijn opgeslagen in het denkbeeldige woordenboek van het brein.

De meeste neologismen slaan we al na één keer lezen op in het denkbeeldige woordenboek van het brein. Onderzoekers vermoeden dat het woordenboek in de temporale kwab van de hersenschors zit, boven de oren, en dat elk woord daar bovendien gelinkt is aan andere informatie die is opgeslagen in het geheugen. Bij het horen van het woord ‘fietsen’ wordt bijvoorbeeld ook de motorische herinnering over hoe je die handeling moet uitvoeren actief.

Makkelijker te onthouden

Sla je woorden die uit twee delen bestaan, zoals ‘raamvisite’, eigenlijk in zijn geheel op, of als twee losse woorden? “Waarschijnlijk in zijn geheel”, zegt Mirjam Ernestus, psycholinguïst van de Radboud Universiteit. “Je kunt wel ‘raam’ en ‘visite’ apart opslaan, maar op het moment dat je die woorden ophaalt uit je geheugen en weer samen gaat voegen, weet je de betekenis niet. ‘Raamvisite’ kan van alles betekenen. De betekenis die wij er in coronatijd aan gaven is dat twee mensen allebei aan een andere kant van een raam zitten. En bijvoorbeeld niet met z’n tweeën naast elkaar samen naar buiten kijken. Die betekenis moet je wel opslaan bij de vorm van het woord.”

Wel is het zo dat je nieuwe woorden makkelijker onthoudt als het samenstellingen zijn waarvan je de afzonderlijke delen al kent. Daarom kunnen we woorden als ‘beeldborrel’ en ‘raamvisite’ in één keer onthouden.” Iets als ‘Zoom-vermoeidheid’ is al wat moeilijker op te slaan. ‘Zoom’ was anderhalf jaar geleden voor de meesten van ons een nieuw woord. “Al kenden we zoom al wel als ‘zoemen’, wat bijen doen, wat het daarom weer wat makkelijker maakt.”

“Als we proefpersonen nieuwe woorden proberen te leren die ze helemaal niet kennen, dan wordt het moeilijker. Je moet zo’n woord dan echt vaker horen, en het aantal woorden dat je per sessie kan onthouden is beperkt.” Neem het neologisme ‘quarantinderen’, een samentrekking van ‘quarantaine’ en ‘Tinder’. Als je dit woord hoort en je herkent de delen niet, omdat je de datingapp bijvoorbeeld niet kent, dan zit je met een volledig nieuw woord.

Dag coronakapsel

In het afgelopen coronajaar kreeg een bestaand woord soms een nieuwe betekenis. ‘Lockdown’ is daar een voorbeeld van. In de Engelse taal ging het bij een lockdown meestal om een situatie waarbij gevangenen in hun cellen werden opgesloten tijdens een opstand. Het woord bestond dus al, maar was niet bij iedereen bekend. Tot we allemaal gekluisterd aan huis zaten en de samenleving half op slot ging. Ernestus: “Het is makkelijker om een bestaand woord met een nieuwe betekenis op te slaan, dan een volledig nieuw gevormd woord, want dan moet je al die klanken en letters gaan onthouden. Nu heb je die al in je geheugen, je hoeft er alleen nog een betekenis aan toe te voegen.”

Zullen we de honderden coronawoorden over tien jaar allemaal nog weten? Gelukkig niet! Ons geheugen is flexibel. We slaan makkelijk nieuwe woorden op, maar vergeten ze net zo goed. Stel je voor: over tien jaar hoor je het woord ‘coronakapsel’, dan is dat een van de miljoenen woorden die je ooit eens geleerd hebt. “Het zou een ingewikkelde zoektocht worden door je mentale woordenboek om dat woord terug te vinden”, aldus Ernestus. Grote kans dat we woorden als ‘coronakapsel’ en ‘kuchscherm’ straks wissen uit ons geheugen. Mocht er over tien jaar weer een coronacrisis uitbreken, leer je ze gewoon opnieuw.

ReactiesReageer